Guercœur. Loy situeert de opera in een vrijwel kaal toneel met als enige rekwisieten houten stoelen waar de solisten en het koor soms op zitten; soms ook wandelen zij rond in een soort hypnose, belicht in blauwige tinten.
Il Trittico. Er wordt uitstekend gezongen. Het kleine neefje Gherardino (Dimitri Bos/Jeremy Blanvillain) zit op de grond ongestoord te gamen terwijl boven zijn hoofd de pleuris uitbreekt. Opvallend goed is wederom Sam Carl als Betto di Signa. Bekoorlijke zang en spel worden geschonken door het liefdespaar Rinuccio (Joshua Guerrero) en het verwende prinsesje Lauretta (Inna Demenkova). De appendix heeft nòg een prank.
Zangers, publiek. Speelbal der commercie. Laulan: “Wanneer zullen we onze hakken eens in het zand te zetten wanneer een theater zich niet in dienst stelt van zijn publiek, maar dat publiek gijzelt met de fantasieën van een regisseur die de zangers degradeert tot sloebers en de opera in kwestie besmeurt ter meerdere glorie bam…. De regisseur!”
Patrie ! Het verhaal speelt zich af in het 16e-eeuwse Brussel; de opstand der Nederlanden tegen Spanje staat centraal, opgeleukt met enig verraad en overspel.
Roberto Devereux. Elisabetta wordt in de DNO-productie gezongen door Barno Ismatullaeva’s, die haar rol met bewonderenswaardig zelfvertrouwen aanpakte: ze beweegt met gemak tussen registers, heeft een onberispelijke ademtechniek, een fraaie dictie en minzame, afgeronde hoge noten.
Gulnara Shafigulina. Enkele hoogtepunten uit Gulnara’s concertoptredens in Nederland zijn de sopraansolo in Beethovens 9e Symfonie (De Doelen Rotterdam, Sinfonia Rotterdam o.l.v. Conrad van Alphen), Micaëla in Bizets Carmen (de Doelen, Rotterdam o.l.v. Ago Verdonschot), de titelrol in Donizetti’s Anna Bolena (Muziekgebouw aan het IJ, Amsterdam), de titelrol in Verdi’s Giovanna D’Arco (TivoliVredenburg Utrecht o.l.v. Ardjoena Soerjadi).
Rivoluzione & Nostalgia. En toch nog even Gabriela Legun eruit gepikt, want dat verdient zij dubbel en dwars; zij moet een rechtstreekse band met de heer Verdi hebben. Zelden een sopraan zo buitenaards prachtig en technisch voortreffelijk horen zingen. Een klein, nee groot wonder.
Die Jüdin von Toledo. Dirigent Jonathan Darlington gaf een secure, uiterst geïnspireerde en tegelijk lyrische interpretatie, het orkest van de Semper Oper bood onder zijn leiding een les in geprofileerd en overtuigend samenspel wat een prestatie is bij een wereldpremière. Last but not least: Robert Carsens intrigerende, sober en tegelijk meeslepende regie was theater van de hoogste orde zonder in clichés of goedkope effecten te vervallen.
The Shell Trial. Zangers, die terecht waren gekomen in een rutspitsig hoetelwerk, dat qua vorm en inhoud meer weg had van een door de Jonge Socialisten georganiseerde uitvoering tijdens het Open Podium bij dorpshuis De Zwaan in Uitgeest.
Er kwamen volstrekt onverwachte problemen met de brandstof, problemen die niemand redelijkerwijs had kunnen voorzien: Ten eerste raakte de olie (basisproduct voor benzine) op (hoe kán het!), en ten tweede bleken de afvalproducten van benzine tot hardnekkige aandoeningen van de luchtwegen te leiden. De status van de automobiel liep ernstige schade op: er werden harde kritische noten gekraakt.