Peter Grimes. John Findon is de jonge tenor die de zieke Issachah Savage verving in de titelrol. Findo stapte last minute in de rol, die hem als een handschoen past. Een zeldzaam type tenor, die tot in het pianissimo een diepe baritonale schatkelder laat horen.
Masterclass ! Je voert je gekozen aria uit voor een vals glimlachende Diva. Als je de hele aria in één keer mag uitzingen, weet je zeker dat je voor elke noot afgekraakt zal worden. Vervolgens gaat het een half uur óf over ademhaling (“die adem moet ergens blijven”, “die adem is je vriend én vijand”, etc. etc.) óf over het karakter van de aria, waar jij niets van begrepen hebt (“Un bel di vedremo lijkt een romantische dagdroom, maar is in wezen een aanklacht tegen het Westerse kolonialisme; ik wil dat terughoren.”)
Geachte redactie. Ik ben al 30 jaar trouwe bezoeker van het Muziektheater, maar ben nu toch ernstig teleurgesteld in uw handelwijze, en voel mij door u nu “herhaaldelijk” bedrogen en opgelicht.
Rigoletto bij DNO. A suitable case for treatment. De regie moge dan ernstig vermodderd zijn, met Erasmus zeggen wij “Etiam inter vepres rosae nascuntur.” (“Ook onder doornstruiken groeien rozen.”). En die roos was Aigul Khismatullina, de coloratuursopraan die Gilda zingt, met een o zo fraai, evenwichtig, opjubelend stemgeluid en een verbazingwekkende techniek.
Gelukkig begrijpen de meeste kermisgangers nog net dat een bezoek aan een operavoorstelling iets anders is dan aan de Toppers of de Efteling. De Italiaanse krant La Stampa kon in een, overigens lovende, recensie van Tosca het niet nalaten om met afschuw te sneren naar ‘Duitsers in korte broeken en op sandalen met witte sokken aan’. Dat de sandalen-schuifelaars niet hetzelfde decorum hanteren als de Italianen, die wél zeer goed gekleed gaan, is nog tot daar aan toe. Zeer vervelend wordt het als de kortebroekers hele gesprekken voeren tijdens de uitvoering. Uw scribent voelde plaatsvervangende schaamte toen er stelselmatig op de verkeerde momenten werd geklapt. Voor straf zouden ze van de zij de Romeinse Engelenburcht – waar het verhaal van Tosca is gesitueerd – gesodemieterd moeten worden, schoot even door het hoofd van uw penvoerder.
Der Bettelstudent. Met de geweldige 2024 uitvoering van dit absolute wereldsucces in de operettegeschiedenis bevestigt het Lehár Festival wederom zijn voortreffelijke reputatie.
Kortom, het werd een concert zonder grote momenten van pathos, een programma zonder verrassingen, al met al vlak en voor de hand liggend. Jammer, een gemiste kans. Puccini verdient beter.
Turandot. Hoewel wij geen weet hebben van een grootindustrieel uit de jaren twintig die een tekst als “E benedetto sia il dolor, per questa gioia che ci dona, un Dio pietoso” (“Moge mijn verdriet zelf gezegend zijn voor deze vreugde die ons gegeven is door een medelijdende God”), overheersten tijdens deze avond de uitmuntende kwaliteiten van solisten, koor, orkest en dirigent.
DNO “Giftige ideologie inzake kunst”. “Haar eerste grote solo beslissing was om een al geboekte nieuwe opvoering van Verdi’s Otello te cancelen vanwege ‘het voortschrijdend inzicht dat een volledig wit team, óók de vertolker van Otello, problematisch is. Dit voelde niet meer goed met de huidige veranderingen in onze maatschappij… Otello in een hedendaagse vorm kan alleen maar in een team van kleur.’ (…) Een witte tenor kan dus volgens haar niet de rol spelen van een generaal uit Noord-Afrika die jaloers wordt op zijn vrouw.”
Fidelio debacle: “lastig om te volgen”. “Van het uitbeelden van het Fidelio-verhaal was dan ook in geen enkel opzicht sprake: wij belandden in een gifkleurig armageddon, een kwaadaardig visueel kankergezwel, een zwaveldampend rutspitsig hoetelwerk dat erop uit was Beethoven postuum te kruisigen.”