Dreigroschenoper

Dreigroschenoper bij Opera Zuid:

Bertolt Brecht light

 

Die Dreigroschenoper is een toneelstuk met muziek in een proloog en acht scènes naar The Beggar’s Opera van John Gay, in elkaar gedraaid door Bertolt Brecht (tekst) en Kurt Weill (muziek) in samenwerking met Elisabeth Hauptmann.

 


Muzikale leiding Enrico Delamboye; Macheath Maarten Heijmans;  Polly Peachum Maartje Rammeloo; Jonathan Jeremiah Peachum Huub Claessens; Celia Peachum  Lien Haegeman; Tiger Brown  Marcel van Dieren 21; Lucy Brown Nikki Treurniet; Die Spelunken-Jenny Lucie van Ree; Ein Moritatensänger Kikki Géron; Hakenfingerjakob Jacques de Faber; Filch PIm van Drunen; Münzmatthias Tim Stoter; Koor Theaterkoor Opera Zuid; Orkest    Philzuid; Regie Servé Hermans

Bijgewoonde voorstelling: Première, Opera Zuid,  Maastricht 15-11-2025
Muziek : 5*****
Regie : 3**
You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google bar above this article.

Die Dreigroschenoper (1928) van Weill en Brecht was bedoeld als aanklacht tegen het kapitalisme en de schijnmoraal van de burgerlijke samenleving. De heren wilden het theater bevrijden van romantische “illusies” en het publiek confronteren met de hypocrisie van hun eigen wereld. Brecht leverde de bijtende satire, Weill de muzikale parodie: jazz en cabaret vermengd met ironie. Hun doel was niet ontroeren, maar laten denken — het zogenaamde “Verfremdungseffekt”. Dus kunst als maatschappijkritiek in populaire vorm. De opera moest provoceren (de antieke term voor het hedendaags “schuren”) en bovenal: het publiek dwingen zijn eigen medeplichtigheid te erkennen.

 

Achterhaald

Zo beschouwd is Die Dreigroschenoper de meest achterhaalde opera (of cabaretvoorstelling) die nog vrij regelmatig wordt uitgevoerd. Want aanklachten tegen het kapitalisme vindt men alleen nog in schemerige achterafkeldertjes (“Gott! welch Dunkel hier!”) waar shabby geklede  communistische  pezewevers van het eerste uur met evident tekortschietende denkkracht elkaar uit Das Kapital voorlezen. Hebben we niet allemaal minimaal een van de voedselbank geleasede Toyota Aygo X voor de deur staan ? En de schijnmoraal van de burgerlijke samenleving wordt zwaar overschaduwd door de schijnmoraal van politiek/bestuur à la Femke Halsema and the like. Het Verfremdungseffekt komt niet meer als theatrale maatschappijkritiek in populaire vorm, maar treedt eerder op buiten het theater, namelijk als we weer naar huis gaan, laverend door op prooi beluste fat bikes en mondiaal georiënteerde “jongeren” die jou als vrouw voor kankerhoer uitschelden omdat je op een zwoele zomeravond iets luchtigs hebt aangetrokken.

Nee, als door derden veroorzaakte “ellende” het criterium is, dan zijn alle opera’s sinds 1600 “nog steeds actueel”.

Dreigroschenoper. Kindly credit Joost Milde .
Dreigroschenoper. Foto Joost Milde.

Ook “het publiek dwingen zijn eigen medeplichtigheid te erkennen” is een anachronisme, want “het publiek” is helemaal niet bij machte om ergens medeplichtig aan te zijn, tenzij men tot de sekte der Brusselse Basserolen behoort of werkzaam is als kantoorklerk op een van de Brusselse filialen te Den Haag.

 

“Nog steeds actueel” en op 1 mei is april alweer voorbij

Daarom zit Opera Zuid er ook helemaal naast als zij op haar website ons weer eens het operacliché der operaclichés, death on arrival, onder de neus wrijft: “Bijna honderd jaar later is het werk nog altijd even scherp en actueel.” Dat is het namelijk niet. En ook regisseur Servé Hermans, nieuw in de operawereld dus enig conformisme zij hem vergeven, gaat als nieuwkomer natuurlijk niet tegen de stroom in en zingt het verplichte deuntje braaf mee: “Ik vind het interessant dat het zo’n maatschappelijk en actueel stuk is.” Het papegaaiencircuit heeft hij in ieder geval al onder de knie. “Spiegel dat eens aan het tijdsgewricht waarin wij leven”, citeert hij uit het handboek “Oom Jan leert zijn neefje regisseren”, hoofdstuk Brainfarts.

Uiteraard zijn er anno 2025 ook gruwelijke misstanden. Een van de schrijnendste is het ontbijtbuffet, dat onder de horecafferige hypocriete belofte van “ruime keus” niets anders is dan besparing op personeel, dus besparing op kosten, en waarvan het gevolg is dat je, katerig verlangend naar een spiegelei met ontbijtspek, in een rij (!) moet gaan staan te midden van met slippers en korte broek uitgedoste obeze Rotterdammers die hoog op de Ozempic-ranglijst staan. (“Mot ik hier nog de tering lang op m’n bakkie pleur wachte, of wa?”)

Dreigroschenoper. Foto Joost Milde or Bjorn Frins.
Misstanden, maar andere misstanden

Stofzuigers met beperkte garantie

Die Dreigroschenoper speelt in het Londen van het begin van de 19e eeuw. En of dat nu een symbool is van het kapitalistische Duitsland van de jaren twintig of niet, de opera speelt niet in onze tijd. We kunnen met alle macht proberen parallellen onze eigen bedelaars, criminelen, en corrupte zakenlui te herkennen, maar wij hebben onze eigen huis-aan-huis verkopers van stofzuigers met beperkte garantie, onze eigen inclusiebelevingszonderzoekers, onze eigen liegende politici (“dan ga ik de oppositie in”) onze eigen bovenbazen die met eurobonds een nieuwe bodemloze put hebben gegraven voor uw belastinggeld en onze eigen hypocriete verkopers van onzin met een verlengsnoer. En onze eigen Simon Reinink

Betekent dit alles dat Die Dreigroschenoper als artistiek product zo langzamerhand wel de vuilnisbak in kan? Zeker niet. Maar laten wij de zaken niet geforceerd omkeren: verlang niet via tolerance for foolishness van de opera dat zij zich 100 jaar na dato “nog steeds actueel” betoont, maar bewandel de omgekeerde weg. Annuleer uw inschrijving bij de cursus ‘met een glimlach onzin verkondigen en uit je nek lullen’ en verdiep u eens in de historische omstandigheden ten tijde van de conceptie van deze opera. Alles zal op zijn plaats vallen. U zult meer begrijpen, u zult intenser beleven, u zult meer genieten.

Synopsis

De gladjakkerige crimineel Macheath (“Mackie Messer”) trouwt stiekem met Polly, de dochter van bedelaarskoning Peachum. Woedend probeert Peachum Mackie te laten arresteren door zijn corrupte vriend, politiechef Tiger Brown. Terwijl Mackie vlucht, neemt Polly (zien wij een “sterke vrouw”?)  de criminele touwtjes in handen. Uiteindelijk wordt Mackie toch gevangen, maar vlak voor zijn ophanging verschijnt een boodschapper van de koningin die hem gratie verleent en tot edelman verheft. Brecht en Weill waren namelijk vurige aanhangers van de monarchie. Het is maar dat u het weet.

Dreigroschenoper. Foto Joost Milde.
Dreigroschenoper. Foto Joost Milde.

De muziek

De hybride en amusante muziekstijl van Die Dreigroschenoper (is het eigenlijk wel een opera of een gedateerde cabaretvoorstelling?) is absoluut niet gesneuveld op de heuvel van de goede smaak. De muziek van Kurt Weill is tegelijk volks, modern en ironisch. Akkoord, het is geen Lucia di Lammermoor, maar wel een boeiende fanfare van dekselse variëteit die het ene oor in gaat, en het andere…  Nee, dat zou onaardig -en onterecht- zijn. Jazz, marsmuziek, cabaret, het veelvuldig gebruik van  accordeon en banjo en andere clubhuisinstrumenten, brengen een alleraardigst contrast tussen quasi-vrolijke melodieën (in feite waren de catchy deuntjes bedoeld als aanklacht tegen de hypocrisie van de burgerlijke moraal; vergelijk ons eigen, wrange De Dievenwagen)  en de schampere teksten van Bertolt Brecht. De laatste kreeg het nog aardig aan de stok met Weill, die hij “melodische burgerlijkheid” verweet, terwijl Weill daar dan weer tegenoverstelde dat Brecht te dogmatisch en te politiek was. Weill kreeg dan ook al snel genoeg van Brechts gezeik, en vertrok naar de USA waar hij met filmmuziek zijn bankrekening spekte en aldus de American Dream omarmde. Wij moeten ineens aan de Shell- en ING-commissariaten van socialist in hart en nieren Wim Kok denken, maar deze gedachte is natuurlijk geheel buiten de orde. U moet weten, ons denkraam is tochtig en veel weten is eruit gewaaid en de deemstering van ons gemoed heeft zich reeds geruime tijd geleden ingezet.

De uitvoering

Wat ons op de Bühne gepresenteerd werd, was nogal hybride van aard. Aanhakend op onze inleiding: er was uiteraard niets te zien wat in de verste verte aan Engeland refereerde. Die Brecht ook met zijn gekke ideetjes! Wel zagen we een golfwagentje, een golfstick, en als Russische KGB-agenten verklede “bobby’s”. De voorstelling had veel weg van een reeks tableaus vivants die alleen verbinding hadden met de verhaallijn, maar niet met de visuele representatie en consistentie. Vaak leek het gebodene meer op een combinatie van de André van Duin Revue en vaudeville, waardoor de onontkoombaar meer serieuze en ernstige gedeelten nogal bizar disharmonieerden. Van de roodgloeiend hete naalden die Brecht ooit in het vadsige denkleven van de burgerman wilde drijven was bij Opera Zuid niet meer over dan in Riviera-stijl pastelkleurige eendendonsjes waarmee het publiek speels onder de neus werd gekieteld.

Hatsjie! En dat zal ze leren!

Magnifieke cast

Het goede nieuws komt van de magnifieke cast die ervoor zorgt dat je je geen moment verveelt. Het dunkt mij recht en billijk dit compliment te herhalen, opdat onze lezers wel beseffen dat wij geenszins enig somber pad willen betreden, maar veeleer trachten het licht van optimisme en welwillendheid te doen schijnen. Optimisme en Welwillendheid, immers hét motto van Opera Gazet.

En datzelfde compliment geldt voor het aanstekelijk puntig spelende Philzuid onder leiding van Enrico Delamboye. Een klein (ritmisch) foutje zij de muzikale begeleiding van harte vergeven.… We hebben immers allemaal een moeder gehad!

Dreigroschenoper.
Dreigroschenoper. Foto Joost Milde.

Verwacht niet dat u “met de hypocrisie van uw eigen wereld wordt geconfronteerd”, zoals Brechts bedoeling was. Overigens, niemand zit te wachten om te worden geconfronteerd met de hypocrisie van zijn eigen wereld. Onze behoefte gaat eerder uit naar de onvermijdelijk Engels sprekende serveersters, die nu eens WEL het verschil tussen een Oude en een Jonge Genever weten.

Als men alle vanuit de diepste diepten opgebouwde bezwaren gewoon negeert (sterk aan te raden), dan heeft men dankzij deze Dreigroschenoper van Opera Zuid een uiterst vermakelijke avond, die omvliegt. Omvliegen, dat zouden meer opera’s moeten doen.

Maarten Heijmans

Tot slot: hoewel wij niet van plan waren de castleden individueel te noemen, omdat ze zonder uitzondering van hoog niveau waren,  moeten wij toch een uitzondering maken, namelijk voor  Maarten Heijmans (Macheath). Hij was de enige zonder klassiek geschoolde stem, dus precies zoals Brecht het bedoeld had, maar zijn présence en acteerprestaties waren van uitzonderlijk niveau. Hij werd om onduidelijke redenen als een ingrijpend veredelde André van Duin neergezet in plaats van een vuige crimineel, maar wat maakt het uit. Heijmans was absoluut briljant (en komisch), puttend uit een rijk gevulde acteerbagage. Man, man, man, wat was je goed!

 

Dreigroschenoper. Foto Joost Milde or Bjorn Frins.
Dreigroschenoper. Foto Joost Mild.
Uit de oude doos: toen Mackie Messer nog een slechterik was.
Olivier Keegel

Editor-in-Chief

Chief Editor. Does not need much more than Verdi, Bellini and Donizetti. Wishes to resuscitate Tito Schipa and Fritz Wunderlich. Certified unmasker of directors' humbug.

No Older Articles
No Newer Articles