EINE NACHT IN VENEDIG
Operette van Johann Strauss. Libretto van Friedrich Zell und Richard Genée. Kongress & TheaterHaus Bad Ischl. Bezochte voorstelling: 16.07.2025.
Herzog Guido von Urbino: Matjaž Stopinšek Barbara Delaqua: Ena Topčibašić Anina: Tina Jaeger Caramello: Yichi Xu Pappacoda: Roman Martin Agricola: Miriam Portmann Senator Bartolomeo Delaqua: Erich Langwiesner Ciboletta: Marie-Luise Engel-Schottleitner Enrico Piselli: Nikola Basta
Muzikale leiding, dirigent: Marius Burkert, Christoph Huber Regie: Wolfgang Dosch Choreographie: Evamaria Mayer Toneelbeeld: Stefan Wiel Kostuums: Sven Bindseil Licht: Johann Hofbauer Koorleiding: Matthias Schoberwalter
Muziek: 4,5 *
Regie: 5 *
Professionele operette bestaat niet meer in Nederland, ik heb u daarover meermaals doorgezaagd, en zal dat niet weer doen. De treurige overblijfselen van het genre vindt men in Nederland óf bij bordkartonnen variété-grappen, voor het voetlicht gebracht bij die lekker gekke DNO, als masker voor de inktzwarte concocties die staan te pruttelen in de louche keuken van het Leugenpaleis aan de Amstel; of door een gezelschap dat zich De Nationale Operette durft te noemen, maar waarvan mij geen enkele uitvoering van een integrale operette bekend is. Het gaat dan om operetteconcerten, zoals Winter in Wien en Operetta on Broadway, van gerenommeerde (soms enigszins in de herfst van hun carrière verkerende) zangers. Alleraardigst, maar geen gezelschap à la Hoofdstad Operette, en de naam “De Nationale Operette” komt ons enigszins pretentieus voor.
Dan zijn er natuurlijk de operetteverenigingen van amateurs, die verdienen ons respect en sympathie, hoewel het meer familievoorstellingen zijn en een enigszins geoefend oor al snel naar de pauze doen verlangen, niet om het oor te smeren, maar wel de keel. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij slechts één zo’n voorstelling hebben bijgewoond, maar kunnen niet ontkennen dat wij naast de alcohol ook steun zochten bij de Statenvertaling: “Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt!” (Psalm 31:25).

Gelukkig hebben we Bad Ischl nog
Het was theaterdirecteur Maximilian Steiner van het Theater an der Wien die Johann Strauss II (1825-1899) de opdracht gaf tot het componeren van Eine Nacht in Venedig. Strauss nam de opdracht graag aan: hij wilde zijn succes in het operettegenre voortzetten na eerdere hits zoals Die Fledermaus. Hij hoopte bovendien internationaal door te breken, vooral in Duitsland en Italië. De keuze voor een setting in het exotische, romantische Venetië paste geheel bij de tijdgeest van escapisme, lichtvoetigheid en een vleugje decadentie.
De eerste uitvoering in 1883 in Berlijn behoort tot de niet-geringe verzameling “geflopte premières”. Daarmee bevindt Eine Nacht zich in het uitstekende gezelschap van Carmen (1875, te realistisch en schandalig), La Traviata (1853, een Miss Piggy als stervende courtisane), Madama Butterfly (1904, de eerste akte duurde veel te lang) en Tannhäuser (1861, Wagners koppigheid contra het Parijse snobisme). Wij hier te lande zijn ook goed bekend met geflopte (opera)vervolgvoorstellingen, met een paar uitzonderingen: De familievoorstelling Salome “van” Konwitschny was een blijvend succes, evenals de Fidelio van Andriy Zholdak, die inmiddels de wereld veroverd heeft.

Grootste operettefestival ter wereld
Het Berlijnse publiek stoorde zich in 1883 aan het libretto van Eine Nacht: de flauwe rijm, platte humor, onnavolgbare plot en dubbelzinnigheden werden niet echt op prijs gesteld. Ook Strauss zelf was eigenlijk niet te spreken over het libretto van F. Zell en Richard Genée. „So eine schöne Musik – und dann dieser Unsinn auf der Bühne!“ („Zulke mooie muziek – en dan zulke onzin op de Bühne!“), aldus uitte Strauss zijn frustratie over het libretto. Hoe dan ook, zo’n premièreflop was Strauss niet gewend en hij voelde zich toch behoorlijk gekrenkt. Dus: werk aan de winkel! Hij bewerkte zijn operette rigoureus voor de Weense première, waar Eine Nacht wél een succes werd.
Wij woonden de voorstelling bij in Bad Ischl tijdens het Lehár Festival, het grootste operettefestival ter wereld. Tot onze grote vreugde ging het Lehár Festival dit jaar niet “met zijn tijd mee”: men hoeft in deze editie van Eine Nacht niet bang te zijn te struikelen over de onzin-met-een-verlengsnoer waarvoor men steeds op zijn hoede moet zijn in het Leugenpaleis aan de Amsterdamse Amstel.
Eine Nacht in Venedig is een operette met die altijd weer superieur flauwe misverstanden, “gondelromantiek” van de buitencategorie en mediterrane flair, die een hoogtepunt bereiken tijdens het gemaskerd bal van baron en rokkenjager Guido von Urbino.

Verliefd op, ook begeerd door # 3765
Johann Strauss heeft met Eine Nacht in Venedig een muzikaal meesterwerk gecreëerd dat ons met oorwurmen als “Frutti die Mare”, “Alles maskiert” en “Komm in die Gondel” meevoert naar bella Italia, bruisende bals en romantische nachten. Als je voor “bruisende bals” tenminste gevoelig bent. (Wij zoeken een dergelijk affect tevergeefs in ons denkraam.) De ouverture zet atypisch in met een mars, totdat de Walsenkoning Johann S. II het (al gauw) niet meer kan verdragen, en teruggrijpt naar zijn vertrouwde ¾ maat.
De operette speelt zich af tijdens het genoemde gemaskerd bal in Venetië. Hertog Guido van Urbino is verliefd op de zangeres Annina, die ook begeerd wordt door senator Delacqua. De senator is op zijn beurt getrouwd met Barbara, die een oogje heeft op de hertog. Midden in het tumult duikt ook Caramello op, een barbier die een verhouding heeft met de vrouw van de senator. Het verhaal neemt zijn loop met verkeerde identiteiten, jaloezie en alles wat bij operette gebruikelijk is. Het gaat bij operette natuurlijk niet om de inhoud van het verhaal, maar primair om de muziek, meer specifiek: de melodieën.
Uiteindelijk (hé!) vinden alle koppels elkaar
Superieure regie
Het jaarlijkse Lehár festival staat bekend om zijn hoogkwalitatieve producties, en op die regel werd met deze Eine Nacht in Venedig geen uitzondering gemaakt. Muziek en regie waren van de buitencategorie. De fantastische, inventieve en wervelende regie van Wolfgang Dosc was de beste operetteregie die wij de laatste 50 jaar mochten beleven. Dirigent Marius Burkert leidde het Franz Lehár Orkest uiterst verfijnd, zonder te verzanden in een onontkoombaar publiekelijk meeklappen en (ik schets u een worst-case scenario) INHAKEN. Het meeklappen bleef beperkt tot de finale, zoals dat hoort, een moment waarop wij onze telefooncamera tevoorschijn halen om ons aan de gezelligheid te onttrekken. Wij hebben tijdens 55 jaar muzikale voorstellingen nog nooit “meegeklapt”, en dat willen wij graag zo houden.
De muziek in deze Eine Nacht blijft steeds sierlijk, levendig en elegant. Het koor sluit daar met een warme, volle klank naadloos op aan: orkest en koor konden het uitstekend met elkaar vinden. Het toneelbeeld, ook dát zijn we van Bad Ischl gewenst, was, in weerwil van het matige libretto, wederom prima-de-luxe en vormde een droompaar met de genoemde en geroemde regie.

Bij de zangers verdient Tina Jäger (Anina ) bijzondere lof. De sopraan betovert als een wervelwind van charme: haar sprankelende présence, kristalheldere stem en een onweerstaanbare mix van humor en gezag maken haar onweerstaanbaar. Matjaž Stopinšek (ook een geduchte Erik in Der fliegende Holländer) schittert als de hertog — een tenor met charisma én een stem die als fluweel onder de huid kruipt. Geweldige zanger. Hij maakt van de doorgewinterde rokkenjager een fascinerende figuur. Marie-Luise Engel-Schottleitner toont, met name in het duizelingwekkend Schwipslied een aantal duizelingwekkende vocale stunts, Miriam Portmann verovert het publiek als de pittige, geestige weduwe Agricola. Yichi Xu vervulde de rol van Caramello uitstekend en zeer professioneel. Allen voor de prachtaria “Komm in der gondel” schoot hij tekort. Deze aria overstijgt het begrip “mooi” en dat deed Yichi Xu’s stem niet. Maar we kunnen nu eenmaal niet allemaal Fritz Wunderlich zijn.
Iets minder enthousiast waren wij over (de vocale prestaties) van Erich Langwiesner als senator Delaqua. Langwiesner is bekend als dirigent en muziekpedagoog, niet zozeer als zanger, en dat was te horen. Hij acteerde overigens uitstekend. En komisch.
Wij waren zeer onder de indruk van deze voorstelling en wij spoelden tijdens de nazit onze Currywurst, met een pittige tomaten-currysaus en friet, zonder enige schaamte weg met een Franziskaner Hefeweizen.
Geen Wienerschnitzel of schnitzel, weet je het verschil?
Een Schnitzel kan van alles zijn, een Wienerschnitzel is van het kalf. Zeker, geconsumeerd, maar ik had de illusie dat de lezers misschien meer interesse in de operette hadden. Mijn fout.