Masterclass ! Je voert je gekozen aria uit voor een vals glimlachende Diva. Als je de hele aria in één keer mag uitzingen, weet je zeker dat je voor elke noot afgekraakt zal worden. Vervolgens gaat het een half uur óf over ademhaling (“die adem moet ergens blijven”, “die adem is je vriend én vijand”, etc. etc.) óf over het karakter van de aria, waar jij niets van begrepen hebt (“Un bel di vedremo lijkt een romantische dagdroom, maar is in wezen een aanklacht tegen het Westerse kolonialisme; ik wil dat terughoren.”)
Rigoletto bij DNO. A suitable case for treatment. De regie moge dan ernstig vermodderd zijn, met Erasmus zeggen wij “Etiam inter vepres rosae nascuntur.” (“Ook onder doornstruiken groeien rozen.”). En die roos was Aigul Khismatullina, de coloratuursopraan die Gilda zingt, met een o zo fraai, evenwichtig, opjubelend stemgeluid en een verbazingwekkende techniek.
Der Bettelstudent. Met de geweldige 2024 uitvoering van dit absolute wereldsucces in de operettegeschiedenis bevestigt het Lehár Festival wederom zijn voortreffelijke reputatie.
Turandot. Hoewel wij geen weet hebben van een grootindustrieel uit de jaren twintig die een tekst als “E benedetto sia il dolor, per questa gioia che ci dona, un Dio pietoso” (“Moge mijn verdriet zelf gezegend zijn voor deze vreugde die ons gegeven is door een medelijdende God”), overheersten tijdens deze avond de uitmuntende kwaliteiten van solisten, koor, orkest en dirigent.
Fidelio debacle: “lastig om te volgen”. “Van het uitbeelden van het Fidelio-verhaal was dan ook in geen enkel opzicht sprake: wij belandden in een gifkleurig armageddon, een kwaadaardig visueel kankergezwel, een zwaveldampend rutspitsig hoetelwerk dat erop uit was Beethoven postuum te kruisigen.”
Fidelio ofwel Life with an Idiot. In de pauze was het dringen geblazen bij de garderobe. Er was -hoe naïef kun je zijn- slechts één vestiairejuffrouw in stelling gebracht, dus dat werd vechten om de jassen c.q. een goed heenkomen. Na de voorstelling was er een gul boegeroep voor de Oekraïense potsenmaker. Zo doet DNO dat, meehuilen over de btw-verhoging naar 21 %, maar wel een fortuin uitgeven aan een weerzinwekkende, potsierlijke vertoning georganiseerd door een halve gare die met een Oekraïense vlag om de nek het boegeroep in ontvangst nam.
Fidelio. Verder wordt ons van hogerhand meegedeeld dat Zholdaks “theatertaal” (een woord uit het vermodderde jargon der linguïstische pezewevers) gebaseerd is op het werk van filmregisseurs als Andrej Tarkovsky en Ingmar Bergman. Ik tracht parallellen te vinden uit mijn eigen leefwereld, en dan kom ik al gauw op de voetbalsport uit. Veel is mij te ingewikkeld. Heeft Piet Keizer, de grootste voetballer die Nederland ooit gekend heeft, zijn schaarbeweging gebaseerd op het werk van Nourejev? Wellicht. Tot zover alles appie kim. Maar dan komt er een rechtse directe die vol doel treft: “Op eigenzinnige wijze zoekt Zholdak naar de diepere lagen van het algemeen menselijke drama van Fidelio.”
Zangers, publiek. Speelbal der commercie. Laulan: “Wanneer zullen we onze hakken eens in het zand te zetten wanneer een theater zich niet in dienst stelt van zijn publiek, maar dat publiek gijzelt met de fantasieën van een regisseur die de zangers degradeert tot sloebers en de opera in kwestie besmeurt ter meerdere glorie bam…. De regisseur!”
Patrie ! Het verhaal speelt zich af in het 16e-eeuwse Brussel; de opstand der Nederlanden tegen Spanje staat centraal, opgeleukt met enig verraad en overspel.
Roberto Devereux. Elisabetta wordt in de DNO-productie gezongen door Barno Ismatullaeva’s, die haar rol met bewonderenswaardig zelfvertrouwen aanpakte: ze beweegt met gemak tussen registers, heeft een onberispelijke ademtechniek, een fraaie dictie en minzame, afgeronde hoge noten.