Muziek: 3***
Regie: 3***
SALOME
Sie können jede Rezension automatisch übersetzen lassen. Klicken Sie einfach auf die Schaltfläche „Übersetzen“ in der Google- Bar über diesem Artikel.
Salome. Verward persoon ?
De term ‘verward persoon’ werd, zo menen velen ten onrechte, een decennium of wat geleden door de Tweede Kamer geïntroduceerd. De term ‘gestoord’ was niet meer salonfähig en de situatie waarin een getikteling die met een bijl zijn buurvrouw te lijf gaat, werd in het vervolg beschreven als “overlast door een verward persoon” in plaats van “poging tot doodslag door levensgevaarlijke gek.” Een vroege overwinning voor de schedelmetende hypocrisie.
De formulering “overlast door een verward persoon” werd echter niet geïntroduceerd door de Tweede Kamer, maar door -wij zeggen het in alle bescheidenheid- Opera Gazet! Pierre Audi had een hoetelwerker met een neurodivergent denkleven uit Duitsland geïmporteerd, een zekere Peter Konwitschny, om in Het Muziektheater een Salome in elkaar te knutselen die ontaardde in een tafereel van kannibaliserende gekskappen, heroïne spuitende zwakzinnigen, en naaiende en pijpende necrofielen. Een avondje uit voor het hele gezin! Zoals Van Oekel zei: “Verdomd interessant, maar gaat u verder”.
DNO kreeg het aardig voor de kiezen na het ten tonele voeren van deze onwelriekende vuilnisbelt, maar dat duurde niet lang. Via diverse ingrepen werd het publiek alweer snel in het gareel gebracht: de staande ovatie en het stuitende enthousiasme der ondeskundig- en onnozelheid waren al heel snel weer helemaal terug van weggeweest. Deskundig en operaminnend publiek eruit, en het “jonge publiek” mag weer opzitten en pootjes geven. Zo besteedt mevrouw Functie Elders nu eenmaal graag de haar toegeschoven miljoenensubsidie.

Elk jaar voelen wij weer de hoogstnoodzakelijkheid de opera Salome van Richard Strauss te bezoeken: als Konwitschny-therapie, in feite onderhoudstherapie die door de verzekering zonder slag of stoot vergoed wordt. De heilzame tocht leidde ons dit jaar naar Hannover. Staatsoper Hannover noemt Salome een “musikalischen Psychokrimi”, wat ons meteen al het ergste deed vrezen. Salome is geen Krimi. Maar indien men persisteert, wees dan consequent en voer een Derrick op (Narroboth, hol schon mal den Wagen), zoals De Nederlandse Reisopera enkele jaren geleden deed met Tosca. Hoewel dat meer een Bromsnor was, maar dat ter zijde. De Staatsoper laat ons ook nog weten dat in Salome “patriarchale structuren centraal worden gesteld”. Daar kunnen wij dan ook volmondig mee instemmen; ook de Slag bij Nieuwpoort (Maurits van Oranje) en de voetbalkraker Nederland-Brazilië (Michels) in 1974 werden geteisterd door patriarchale structuren. Er is echter ook veel voor te zeggen dat Salome afgeleid is uit een verhaal uit dat Ene Grote Gelovige Verhalenboek, verluchtigd met wat seks, necrofilie en incest, keurig afgehecht met een suïcidaal zoompje. Er zijn gruwelijker gruwelheden op deze aardbol. U moet eens (terug)kijken naar de tv-serie “Oplichters Aangepakt”, vooral deel 1 (“Maestro”) en deel 2 (“Aria”). In beide horrorafleveringen kun je zien hoe de zakkenvullende, hypocriete geldwisselaars annex “juryleden” hun Schnabbeltje binnenharken.
Revenons à nos moutons.
Of je worst lust!
Strauss dus. Salome in Hannover. De eerste succesvolle opera van Richard Strauss, de première vond plaats in 1905 te Dresden. De opera veroverde de operawereld stormenderhand, niet alleen vanwege de indrukwekkende partituur, maar ook omdat het een Bijbels verhaal presenteerde met moord, zelfmoord en necrofilie, gebaseerd op het schandaal-verwekkende (1892) toneelstuk van Oscar Wilde die er bepaald geen doekjes om wond. Salome heeft een oogje op Johannes de Doper, of misschien beter: een enigszins verwrongen-geillustige blik. Zijn haar, zijn lichaam, zijn lippen, het zijn voor Salome allemaal lustobjecten. Ze heeft nog één heel speciale wens: ze zou Jochanaans afgehakte hoofd nog zo graag eens op een schotel opgediend krijgen. Plateservice!
De Pa van Salome (ook niet helemaal zuiver op de graat) pruttelt toch nog wat tegen. Maar It is a wise father that knows his own child, zei Shakespeare, dus u voelt ‘m al aankomen. Salome krijgt haar Tête de Baptiste avec sa sauce judaïque. Salome is een goed kwartiertje bezig met het hoofd: een kwartiertje kussen, vertroetelen en…. zingen! En u weet: Een tevreden zelfkoker is geen onruststoker.
Hoewel…



Binnen twee jaar na de première in Dresden werd de opera in 50 andere operahuizen opgevoerd, maar ook in tientallen theaters verboden. Ook Mahler kwam met Salome niet door de Weense censuur en na de uitvoering in de MET (1907) werd Salome daar tientallen jaren niet meer uitgevoerd, omdat “het verhaal weerzinwekkend is voor Angelsaksische geesten.” Maar over de Angelsaksische geest graag een volgende keer. Uiteraard met Arabische vertaling, zodat de tekst ook achter op de fat bike gelezen kan worden.
Strauss
De partituur van Salome heeft een angstaanjagende moeilijkheidsgraad. Als de muziek niet uitzonderlijk goed gespeeld wordt, zakt de hele familie Salome, Herodes en Herodias met in hun kielzog Johannes de Doper volledig weg in de modder der middelmatigheid en komt het in principe gruwelijke conflict als akkefietje terecht bij de Rijdende Rechter. De narigheid in het kort: op aandringen van haar moeder bewerkstelligt Salome de dood van Johannes de Doper. Als Salome voor pa een aardig dansje doet, krijgt zij als beloning het hoofd van Johannes de Doper: een alleszins origineel speeltje. Wij vertellen u natuurlijk niets nieuws want hoe vaak heeft u al na de sobere avondmaaltijd uw vader horen voorlezen uit Mattheüs 14:6 en Marcus 6:22!
De muziek van Strauss’ Salome moet alles hebben dat het leven zo aangenaam onaangenaam maakt: een exotisch en plezierig ontaard klankidioom, een verheugende perversiteit die de levenszin doet opknagen.
Helaas kwamen wij in Hannover niet geheel aan onze trekken, althans niet in de opera. Het was niet goed en het was niet slecht; in dit geval een dodelijke kwalificatie. Het orkest speelde te hard (Strauss immers!) en de enigszins bombastische interpretatie deed de verstaanbaarheid van de zangers geen goed. Vooral Jacquelyn Wagner (Salome) was soms volledig onverstaanbaar, maar dat lag niet alleen aan het orkest, maar ook aan de casting. Jacquelyn Wagner is (net als Malin Byström, laat u niets wijs maken) niet de dramatische sopraan die een ontspoorde Salome geloofwaardig over het voetlicht kan brengen. Haar stemgeluid is veel te netjes en deftig, en als zij 300 keer met groeiende intensiteit het hoofd van Jochanaan eist, willen wij ingehouden waanzin horen en niet een kind dat om een Sony Playstation zeurt.
De overige solisten maakten evenmin veel indruk op ons. Waar de een te zacht zong (klonk), daar schoot Marco Lee als Narraboth het ene bulderende kanon na het andere af. Ondanks dat de uitvoering als geheel niet veel indruk op ons maakte, dient eerlijkheidshalve Robert Künzli als Herodes genoemd en geroemd te worden. Het begrip “uitblinker” dringt zich op. Met zijn heldere tenor en fraaie dictie serveerde Künzli de toehoorder een dekselse dosis opknagende levenszin. Monika Walerowicz deed het als Herodias bekwaam, maar zij is geen Regina Resnik.

Salome. De essentialia.
Er was ook een soort regie, van Ingo Kerkhof, die het graag minimalistisch wilde houden: weinig of geen rekwisieten, slaapverwekkende kostuums, een leeg podium. Less is more (except when it is beer) moet Kerkhof gedacht hebben, een niet bijster originele gedachte. Een gekleurd gordijn dat de ingang van het paleis van koning Herodes moest voorstellen, bracht nog enige kleur in de voorstelling.
En dan de lakmoesproef. #1 Was er een hormoonstimulerende Sluierdans met priapistische potentie? Helaas niet; het was een zooitje op het toneel, waar een hele menigte stond te hossen: supporters van FC Den Bosch tijdens carnaval. Dat hadden ze in het Teatro Carlo Felice toch beter begrepen. Lakmoesproef #2: was het afgehakte hoofd van Jochanaan als zodanig duidelijk herkenbaar en voldoende bloederig? Het hoofd werd in cadeaupapier opgediend, maar nadat Salome haar cadeautje had uitgepakt, menen wij: een ruime 8 voor het hoofd. Qua bloederigheid (lees dat libretto toch eens!) schoot deze essentiële scène echter ernstig tekort.
Het was een goede Salome, maar geen meesterlijke Salome. En meesterlijk móét in dit geval.
Olivier Keegel

Een gezellig avondje uit om gezamelijk te genieten van een bloederig afgerukt mensenhoofd op muziek.
Je moet er maar opkomen.
Heeft mijnheer Strauss dat zelf bedacht?
Ik vrees dat we hier de bijbelse geschiedschrijving de schuld moeten geven…
ja ik vond het leuk te lezen, maar jammer van de trip naar Hannover.
Genoten van het lezen, dat dan weer wel…
Heerlijk om te lezen, niet mijn opera. Operahuis op vier uur (trein)van Amsterdam, en prima hotel op 100 meter tegenover het centraalstation.