Lezerspost. “Weer een opera verpest. Waar haalt zo’n S de ongehoorde brutaliteit vandaan, denk je dan bij jezelf. Je moet als mediocre provinciale theaterregisseur maar durven, zo respectloos en schaamteloos je eigen idiosyncrasieën, frustraties en Weltschmerz te etaleren en te infiltreren in een historisch te beschermen kunstvorm als opera.
Tag: Koor van de Nationale Opera
Tip aan de regie: stop met duiden (duiden = doden). Het kaapt de verbeelding en geeft ook blijk van minachting voor het publiek, dat zelf niet in staat zou zijn na te denken.
Tip 2: Soms is het raadzaam om naar de muziek te luisteren met je oren en niet met je eigen genie. Het klinkt hard, maar de drukte overstemt de muziek, die zoveel grandioos kleurrijk materiaal biedt. We missen eenheid van expressie door alle onrust en ideeën. Zo gaat veel talent op in rook, inclusief uw eigen talent.
Peter Grimes. John Findon is de jonge tenor die de zieke Issachah Savage verving in de titelrol. Findo stapte last minute in de rol, die hem als een handschoen past. Een zeldzaam type tenor, die tot in het pianissimo een diepe baritonale schatkelder laat horen.
Katie Mitchell. Vocaal zakte de cast, op een enkele uitzondering na, onder een zelden vertoonde ondergrens. Vooral het gekrijs van Aušrinė Stundytė (Baraks Weib) en Michaela Schuster (Die Amme) was onverdraaglijk. Orkest, dirigent en koor waren en gelukkig ook nog: voortreffelijk. Regie: een artistiek misgewas dat het niveau van Fidelio nog wist te passeren qua zotteklappige rimram. En frauduleus: etikettenzwendel! Geen enkele relatie met Strauss’ Die Frau ohne Schatten. Het piblike werd weer eens opgelicht, en kreeg niet waar het voor betaald hadm aar een ruime hoeveelheid idioterie, waanzin, nonsens, gekkenwerk, lulkoek, larie, quatsch en zotternij.
Idomeneo, Re di Creta.Groot respect hadden wij voor de voortreffelijke bijdragen van Anna El-Khashem (Anna) en Jacquelyn Wagner (Elettra). Verbazingwekkend hoe snel zij zich hadden hersteld van de ernstige trauma’s die zij opliepen door publiekelijk te moeten meewerken aan de schabouwelijke openbare terechtstelling van Ludwig von Beethoven, met diabolisch leedvermaak op poten gezet door het vermodderde artistieke misgewas Andriy Zholdak.
Peter Grimes. John Findon is de jonge tenor die de zieke Issachah Savage verving in de titelrol. Findo stapte last minute in de rol, die hem als een handschoen past. Een zeldzaam type tenor, die tot in het pianissimo een diepe baritonale schatkelder laat horen.
Rigoletto bij DNO. A suitable case for treatment. De regie moge dan ernstig vermodderd zijn, met Erasmus zeggen wij “Etiam inter vepres rosae nascuntur.” (“Ook onder doornstruiken groeien rozen.”). En die roos was Aigul Khismatullina, de coloratuursopraan die Gilda zingt, met een o zo fraai, evenwichtig, opjubelend stemgeluid en een verbazingwekkende techniek.
Il Trittico. Er wordt uitstekend gezongen. Het kleine neefje Gherardino (Dimitri Bos/Jeremy Blanvillain) zit op de grond ongestoord te gamen terwijl boven zijn hoofd de pleuris uitbreekt. Opvallend goed is wederom Sam Carl als Betto di Signa. Bekoorlijke zang en spel worden geschonken door het liefdespaar Rinuccio (Joshua Guerrero) en het verwende prinsesje Lauretta (Inna Demenkova). De appendix heeft nòg een prank.
La Traviata. Adela Zaharia hield zich als ridicuul uitgedoste Violetta prima staande in deze vernederende regie.
De akoestiek blijft een hoofdpijndossier. Het leek of een sectie van het orkest zich had afgesplitst en een eigen politieke partij was begonnen op het balkon.
Raskatov heeft gelijk: het boek Animal Farm van George Orwell leent zich uitstekend voor het creëren van spannend muziektheater.