Guercœur
U kunt elke recensie automatisch laten vertalen. Klik gewoon op de knop “Vertalen”
die u in de Google-balk boven dit artikel vindt.
Guercœur
In een operalandschap dat veelal gedomineerd wordt door de overbekende stukken is een opvoering van een zeldzaam werk een pure verademing. Magnards Guercœur deelt het lot van tal van werken in het Franse repertoire die bijna nooit uitgevoerd worden in de ‘grote’ operahuizen, maar die dankzij kleinere c.q. regionale theaters een tweede leven krijgen. Hulde aan de Opéra National du Rhin voor het wederom onder de aandacht brengen van een intrigerend werk van een onaardse schoonheid en een thematiek die naadloos past in onze getroebleerde tijden.
Magnard (1865-1914) is vooral bekend door zijn symfonieën en kamermuziek, maar zijn drie opera’s, Yolande, Guercœur en Bérénice, behoren zeker niet tot het gangbare repertoire en de redenen hiervoor zijn mij volledig duister. In 2001 heb ik in Marseille tijdens een concertante uitvoering van Bérénice voor het eerst kennisgemaakt met Magnard de operacomponist en sindsdien bleef ik gefascineerd door deze componist die onder geen label te plaatsen is. Vergeet het impressionisme van Debussy en Ravel, de decadente schoonheid van Massenet en het wagnerisme van Chausson. Magnard lijkt meer op een opmerkelijke cocktail van al deze invloeden. Hij was leerling van Vincent D’Indy en deelde zijn fascinatie voor Wagner na een bezoek aan Bayreuth, waar hij Tristan und Isolde bijwoonde. Toch bleef hij zijn eigen pad volgen.
Guercœur valt aldus moeilijk te plaatsen in de ontwikkeling van de Franse opera. Het werk werd gecomponeerd tussen 1897-1901 maar het werd nooit in Magnards versie compleet uitgevoerd, alleen de eerste en derde aktes klonken in Nancy tijdens een concertante uitvoering in 1908 onder leiding van Magnards vriend Guy Ropartz. Deze twee aktes werden in 1910 ook gedirigeerd door Gabriel Pierné, in het Parijse Théatre du Châtelet. Een wrede spelling van het lot verhinderde een complete uitvoering toen in 1914 Duitse soldaten het huis van Magnard in de Oise binnendrongen en de componist doodschoten om vervolgens zijn villa in brand te steken met daarin o.m. de complete partituur van de opera. Slechts de tweede acte is overgeleverd in de orkestpartituur van Magnard zelf, de overige twee aktes werden op aandringen van de weduwe van de componist door Ropartz in 1915 opnieuw georkestreerd aan de hand van het klavieruittreksel.
Guercoeur zou je een doorgecomponeerd stuk kunnen noemen, er zijn geen aria’s en de ensembles dienen louter een strak geconcipieerd dramatisch doel. De drie aktes zijn nogal lang en de handeling is vrij statisch met uitzondering van de tweede akte: daar ontstaat een ware revolutie. Hierin zou je de invloed van Wagner kunnen waarnemen, vooral van diens Parsifal.
De opera speelt zich af in een illusoire wereld tussen hemel en aarde. Guercoeur, bevrijder van zijn volk dat gebukt ging onder een duistere tirannie, bevindt zich na zijn dood in de hemel en verlangt weer naar het leven en zijn vrouw Giselle. Hij wordt omringd door Waarheid, Goedheid, Schoonheid en Leed (allemaal vrouwelijke stemmen) en een koor van gelukzalige zielen. “Waarheid” probeert hem van zijn voornemens af te brengen want de wereld der levenden is bedorven door oorlog, haat en dood. Guercœur geeft hier geen gehoor aan en in de tweede akte verschijnt hij als herborene in zijn stad. Hij gaat op zoek naar Giselle, die twee jaar na zijn dood de geliefde is geworden van Heurtal, bij leven Guercœurs beste vriend. Heurtal blijkt nu de aanvoerder te zijn geworden van een hysterische massa die hem tot dictator uitroept, de democratische waarden van Guercoeur zijn ver te zoeken. Het volk beticht Guercœur van hekserij en doodt hem opnieuw, “Waarheid, vergeet mijn trots” zijn zijn laatste woorden.
Teruggekeerd in de hemel begrijpt hij dat zijn droom om de mensheid vrede en respect voor elkaar te leren nutteloos is geweest, hoewel “Waarheid” een laatste woord van hoop voor de mensheid uitspreekt, terwijl het koor nogmaals “Espoir” zingt.
De uitvoering in Straatsburg kan zonder meer magistraal worden genoemd: onder de kundige en bezielde leiding van Ingo Metzmacher gaven alle uitvoerenden het allerbeste van wat ze in huis hebben, voorop Stéphane Degout, Frankrijks meest saillante bariton die niet alleen over een begenadigde stem beschikt, gelijk in alle registers, maar tevens als een overrompelende acteur de gehele productie beheerst. De regie van Christoph Loy gaf hem alle kansen om als centraal interpreet de handeling naar zijn hand te zetten, nu eens getormenteerd om dan weer als een soort Prometheus naar de menselijke wereld af te dalen waar hij zijn desperate ontgoocheling zonder hysterie weergeeft; eigenlijk zijn tweede sterfscène, die lang in het geheugen gegrift blijft. Giselle en Heurtal, respectievelijk sopraan Antoinette Dennefeld en tenor Julien Henric, gaven overtuigend reliëf aan de geliefden om vervolgens hun ware persoonlijkheden te ontmaskeren. Beide zangers gaven een meeslepende interpretatie van hun complexe rollen zonder in overdreven acteren te vervallen en met hun frisse, jeugdige stemmen brachten zij hun personages overtuigend tot leven.
Van de overige rollen vielen vooral sopraan Catherine Hunold (“Waarheid”) en alt Adriana Bignani Lesca (“Leed”) op. Hunold, die rollen als Brünnhilde (Walküre) en Turandot op haar repertoire heeft, beheerste naast Degout de handeling volledig, niet enkel door haar imposante gestalte, maar tevens door haar meesterlijke verteltrant van de echte dramatische sopraan zonder abrupte uithalen. Van de alt Lesca zou ik graag meer willen horen, een warme, diepe stem die tot het sopraanregister gaat zonder hiaten. Het spreekt bijna vanzelf dat alle zangers hun moedertaal onberispelijk beheersen, een waar genot heden ten dage.
Christof Loy
Als laatste een woord over de regie van Christof Loy: het was zijn initiatief om dit werk wederom op de Bühne te brengen na de laatste uitvoering in Osnabrück een paar jaar geleden. Loy luisterde naar de enige complete opname met José van Dam o.l.v. Michel Plasson en vatte meteen grote interesse voor het werk op. Loy situeert de opera in een vrijwel kaal toneel met als enige rekwisieten houten stoelen waar de solisten en het koor soms op zitten; soms ook wandelen zij rond in een soort hypnose, belicht in blauwige tinten. Het decor is eveneens sober met als enig lichtpunt de tweede akte waarin ons een glimp vergund was van de bloeiende wereld in het voorjaar zoals deze in de herinnering van Guercoeur leeft. In deze akte vindt de opstand van het volk plaats en de terechtstelling van Guercœur is een gruwelijk spektakel waarin de hysterische massa zich gedraagt als tijdens de actuele protestdemonstraties van allerlei twijfelachtig allooi. De derde acte is wederom van een ontwapenende eenvoud, de stoelen zijn terug en het kale toneel suggereert de ontgoocheling en uiteindelijke berusting van het hoofdpersonage.
Radio France en Arte Concert
De radio-opname zal op 25 mei a.s. door Radio France worden uitgezonden. Arte Concert zal de live opname ook vanaf 25 mei uitzenden en de opera van Frankfurt heeft een nieuwe productie van Guercœur aangekondigd.
Wat een prachtige recensie over een mij totaal onbekende componist en opera. Hier is het wachten op. Het gevestigde repertoire kennen we nu wel. Met alle respect overigens. Geweldig dat ook de Opera van Frankfurt een nieuwe productie gaat uitbrengen. Ik ken Frankfurt heel goed, omdat mijn Eritrese zoon daar al jaren woont en werkt. Het is een genot om te bivakkeren op het terras van de Alte Oper. Ik ben nog nooit binnen geweest, dit gaat de eerste keer worden. Reken maar.
Ik ben blij met het enthousiasme van Mauricio Fernàndez.Net als hij ben ik steeds aangetrokken geweest tot minder bekende werken, soms van zeer beroemde componisten. Albéric Magnard is voor de doorsnee operaliefhebber een grote onbekende. Ik moet zo’n veertig jaar geweest zijn – nu 81 – toen ik op een of andere wijze geattendeerd werd op het bestaan van deze componist en zijn meesterwerk Gueurcoeur . ( waarschijnlijk door de heer Thierry Grisar houder van een succesvolle platenzaak in het verlengde van het Brussel Centraal Station, op weg naar het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten ; nu helaas gesloten en… Read more »
Dank voor uw mooie en deskundige reactie.