Peter Grimes. John Findon is de jonge tenor die de zieke Issachah Savage verving in de titelrol. Findo stapte last minute in de rol, die hem als een handschoen past. Een zeldzaam type tenor, die tot in het pianissimo een diepe baritonale schatkelder laat horen.
Il Trittico. Er wordt uitstekend gezongen. Het kleine neefje Gherardino (Dimitri Bos/Jeremy Blanvillain) zit op de grond ongestoord te gamen terwijl boven zijn hoofd de pleuris uitbreekt. Opvallend goed is wederom Sam Carl als Betto di Signa. Bekoorlijke zang en spel worden geschonken door het liefdespaar Rinuccio (Joshua Guerrero) en het verwende prinsesje Lauretta (Inna Demenkova). De appendix heeft nòg een prank.
La Traviata. Adela Zaharia hield zich als ridicuul uitgedoste Violetta prima staande in deze vernederende regie.
De verschijning van Cizí kněžna (Vreemde prinses), vertolkt door Annette Dasch, is een grotere, harde versie van Rusalka. Wat betreft drugs kan zij er ook wat van: ze snuift en zuipt dat het een lieve lust is, tussen het copuleren door.
De akoestiek blijft een hoofdpijndossier. Het leek of een sectie van het orkest zich had afgesplitst en een eigen politieke partij was begonnen op het balkon.
Raskatov heeft gelijk: het boek Animal Farm van George Orwell leent zich uitstekend voor het creëren van spannend muziektheater.
De regie voelt als een met slecht draad aaneengeregen snoer van rariteiten. De bewegingen van de spelers lijken vaak doelloos, of erger nog: grappig bedoeld.
Daarvoor gaan wij naar de opera: Niet om over ideeën te discussiëren, maar om meegevoerd te worden in een ervaring die ons in het hart raakt.