Parelvissers in Berlijn

PARELVISSERS

OPÉRA IN DRIE BEDRIJVEN (1863) VAN GEORGES BIZET

Tekst van Michel Carré en Eugène Cormon

MUZIKALE LEIDING Victorien Vanoosten; REGISSEUR Wim Wenders; LEÏLA Olga Peretyatko; NADIR Dmitry Korchak; ZURGA Gyula Orendt; NOURABAD Paul Gay; STAATSOPERNCHOR; STAATSKAPELLE BERLIN

Muziek: ****
Regie: ***

Georges Bizet vertelt het verhaal van een (geloof het of niet) liefdesdriehoek die zich ontvouwt op een ver paradijselijk eiland. De onvermijdelijke complicatie is deze keer: hechte vriendschap. Zurga en Nadir zijn oude vrienden, maar eerder waren er wat spanningen, veroorzaakt door hun beider liefde voor Leïla, een Brahma-priesteres. De twee mannen kwamen overeen hun liefde voor de beeldschone priesteres af te zweren. Werkt natuurlijk niet.  Wanneer Nadir en Leïla elkaars pad kruisen, worden zij getroffen door een hevige uitbarsting der hormonen. En Leïla’s Gelofte van Kuisheid dan? Daar worden voortaan de opgeviste parels in verpakt.

Wie “Parelvissers” zegt, zegt “duet”. Talloos veel miljoenen hebben dit duet gezongen of bewerkt. De beste uitvoeringen vinden plaats in willekeurig welk Amsterdams café, met cabaletta  “Saberiosia” .

Met bovenstaande video dienden wij op schaamteloze wijze ons welbegrepen eigenbelang. Immers, als u dit filmpje bekeken heeft (het vanzelfsprekende oordeel spreken wij hier niet uit, uit respect voor de heer Bakker; maar toch, let eens op de kwaliteit van het playbacken, ook de synthesizer kunnen wij niet onvermeld laten) kan wat volgt, door ons op schrift gesteld, alleen maar meevallen.

Bizet componeerde Carmen, maar verzuimde enige zelfreflectie in stelling te brengen. Het derde en vierde bedrijf, vooral het derde, zijn slaapverwekkend. Een verdienste van Carmen is wel dat de realistische benadering een van de voorlopers is van het verismo aan het einde van de 19e eeuw. Een enkele bejaarde in het Rosa Spier Huis weet nog wel wat verismo is, er zijn zelfs 100+-jarigen die nog een geënsceneerde l’Amico Fritz van Mascagni hebben bijgewoond.

Georges Bizet (1838-1875) werd al voor zijn 10e jaar toegelaten tot het Parijse Conservatorium. Pienter ventje. Wellicht was hij zo verrukt over zijn eigen noten, dat hij later van geen ophouden wist bij het componeren van zijn Carmen.

Zijn operette-eenakter Le Docteur miracle  was een vrolijk werkje geheel in het operette-idioom van die tijd. Zijn Symfonie in C Majeur (1855), geschreven op 17-jarige leeftijd,  is een mix van de Weense klassieke stijl met Franse melodie. Deze  symfonie heeft een moeilijk te definiëren hoge amusementswaarde: dat eerste deel is bepaaldelijk meeslepend. Hoe een 17-jarige deze compositie aan zijn denkraam heeft weten te ontlokken, blijft, net als bij al die andere wonderkinderen, raadselachtig.  Toen wij zelf 17 jaar oud waren, speelden wij met treintjes en trientjes; toch ging ons primaire aandacht uit naar het fascinerende “Zo leer je vogels kennen” Artistieke ambities en andere zondige gedachten waren ons vreemd. Pas op 26-jarige leeftijd gewerd mij de vleselijke bekentenis, aan de hand (letterlijk) van een 43-jarige uit perkament opgetrokken dame, die mij na de daad om een geldelijke vergoeding vroeg omdat haar Pekineesje een operatie moest ondergaan na een aanvaring met haar poesje.

Bizet werd geplaagd door een artistiek geweten, hij schaamde zich voor het charmante in zijn muziek, in plaats van het grootse. Hij legde een tanende interesse voor het drama aan de dag. Zowel het libretto van De Parelvissers (Les Pêcheurs de perles; 1863) als dat van La Jolie Fille de Perth (1867; De eerlijke maagd van Perth) vormde eigenlijk een beletsel om de muzikale en dramatische krachten van Bizet tot volle bloei te laten komen. Een overheersend element van De Parelvissers is natuurlijk de exotische Oosterse setting, en dan kun je natuurlijk niet met een fanfare aan komen zetten.

Wie “Parelvissers” zegt, zegt “duet”. Talloos veel miljoenen hebben dit duet gezongen of bewerkt. De beste uitvoeringen vinden plaats in willekeurig welk Amsterdams café, met cabaletta  “Saberiosia”.

Wanneer wij, simpele lieden van eenvoudige komaf, naar de opera gaan, gaan wij niet voor grutspitsige pezewevers die ons “aan het denken” willen zetten, nee, wij komen voor de zangers, voor de aria’s: die glorieuze momenten waarop al’ Zonnepracht op ons neerdaalt. Maar toch, laten wij de duetten niet uitvlakken: tussen twee geliefden, tussen held en heldin, of tussen een potentaat en een tot-slaaf-gemaakte slaaf, of andere ondergeschikte. Maar soms ook: een duet tussen gelijken!

HET duet uit De Parelvissers (wij adviseren de uitvoering door Jussi Björling en Robert Merrill) gaat over twee vrienden die elkaar na lang weer ontmoeten. Zij bezingen hun vriendschap. Lang geleden waren de twee in Ceylon verliefd geworden op dezelfde vrouw, de reeds bovengenoemde Brahma-priesteres. Teneur: wij laten ons biljartavondje  niet versjteren door moppie.

Zurga en Nadir bezingen in dat duet “Au fond du temple saint” hun gezamenlijke geschiedenis en hun vastberadenheid: bloedbroeders! De wonderschone samensmelting van bariton en tenor zou menigeen, wijzend op de spasmodermische horripilatie op de onderarm, verleiden tot de exclamatie “kippufel”. (Op Nederlandse universiteiten bekend als “goosebumps“.)

Het duet komt nog een keer terug aan het einde van de opera, maar nu unisono gezongen door Leila en Nadir, als Zurga hen vaarwel zegt. De tekst is dan anders; nu kijken de twee geliefden vooruit naar hun gezamenlijke levensreis: geen verdriet meer, alleen nog maar geluk.

Zurg, you poor sucker!

De voorstelling in Berlijn (première 4 januari, met boegeroep als epiloog) werd niet met eenstemmig enthousiasme ontvangen. Niet door het publiek en evenmin door de dagbladen. Het is de eerste operaproductie van Wim Wenders bij de Berlijnse Staatsopera, maar automatisch respect voor Grote Namen…. Das war einmal.

Het decor was  nogal saai, of laten we zeggen “kaal”: zand en stof, en de onvermijdelijke “tijdloze” lompen waarin o.a. het koor was gehuld. Alleen de weelderige avondjurk van Leïla getuigde van de elegantie die in overeenstemming was met de draagster van het gewaad.  Verder speelde de windmachine een verrassende hoofdrol en was de belichting nogal nadrukkelijk aanwezig; alsof er nieuwe lampen getest werden. Videoclips? Check! Maar geen krankzinnige dingen a la Bieito en al die andere vermodderde vlakdenkers. Dus wij waren -een kinderhand is gauw gevuld- allang blij.

Fijn dat de zangers uitstekend waren. De onwaarschijnlijk mooie (liever een ravissante schoonheid ten tonele gevoerd dan een “Weergaloos klimparcours voor de hele familie”) Olga Peretyatko (Leila), die ook een heel fijne, beheerste  Casta Diva  in huis heeft,  beschikt over een volle, warme sopraan waar zij het publiek vol overtuiging deelachtig van maakte. De Russische tenor Dmitry Korchak (Nadir) had geen probleem met de hoge noten, noch met volume, maar miste toch wat de aansluiting met het exotische karakter van de opera. Gyula Orendt (Zurga) was veel beter op zijn plaats in deze opera: kleurrijk en schitterende legati, plus een sterke podiumpresence. Paul Gay zong de rol van Nourabad vol karakter en leverde tevens een puike acteerprestatie. Het meer dan 80 leden tellende koor was prima-de-luxe en wist de diverse stemmingen, van hoop en bewondering naar boosheid en gramschap tot uiting te brengen. Dirigent Victorien Vanoosten zorgde met de Staatskapelle voor een sierlijke en smaakvolle begeleiding.

Parelvissers
Olga Peretyatko

Ja, de aria! Eerlijk gezegd moet bij uitstek De Parelvissers het hebben van enkele hoogtepunten. Natuurlijk Het Duet, en ook de aria van Nadir  “Je crois entendre encore” is de moeite waard. Nou, vooruit, wij zijn ook de beroerdste niet: ook Leïla’s aria “Comme autrefois dans la nuit” (2e akte) wekte gevoelens van genoeglijkheid op, evenals haar “O Dieu Brahma!”. We noemen dan toch ook nog even “L’orage s’est calmé” (Zurga, 3e akte), maar verder kunnen wij onze welwillendheid niet opstuwen. Buiten de genoemde aria’s boeit de muziek in Bizets Parelvissers maar matig. Het ontuchtige Berlijn lokte nadrukkelijk!

Zoals Albert Schweizer (of iemand anders) zei: “The secret of contentment is not to have everything, but to enjoy what you have.” En wij keerden weldegelijk in opperste tevredenheid (braaf) hotelwaarts.

Olivier Keegel

5 6 votes
Article Rating
Olivier Keegel

Editor-in-Chief

Chief Editor. Does not need much more than Verdi, Bellini and Donizetti. Wishes to resuscitate Tito Schipa and Fritz Wunderlich. Certified unmasker of directors' humbug.

No Older Articles
No Newer Articles
Subscribe
Notify of
guest

3 Comments
Newest
Oldest Most Voted
Inline Feedbacks
View all comments
Ad Middendorp
Ad Middendorp
9 months ago

Wat een geweldige recensie weer. Wat gewicht van je schouders gevallen?
En wat een leuke Youtube filmpjes. Tante Na Hoedendoos met O Sabriosia was een nationale hit. Zij was een zuster van Alie Roelvink die met Willy Alberti en Johnny Jordaan zong. Ja precies, de moeder van Dries. In vele Jordaankroegen schalden toen de verbasterde aria’s, die door Jan en Alleman spontaan ten beste werden gegeven.
Das war einmal, om in Berlijnse termen te blijven.

Willem
Willem
10 months ago

Al lezend, is voor regie 2 sterren voldoende. Uiteraard ik wil een deskundige niet voor het hoofd stoten. Altijd heerlijk om te lezen.
Groetjes van een operaliefhebber.

STEYAERT Dirk
STEYAERT Dirk
9 months ago
Reply to  Willem

De Parelvissers van Opera Ballet Vlaanderen was van een heel ander kaliber!