Les Brigands
Jacques Offenbach. Opéra bouffe in drie aktes. 1869.Libretto van Henri Meilhac en Ludovic Halévy. Eerste opvoering Théâtre des Variétés, Paris, op 10 december 1869. Bijgewoonde voorstelling Oper Frankfurt, 16 februari 2024.
Muzikale leiding: Karsten Januschke
Regie: Katharina Thoma
Met Gerard Schneider, Yves Saelens, Jonathan Abernethy, Michael McCown, Elizabeth Reiter, Kelsey Lauritano, Kudaibergen Abildin, Peter Marsh, Chor der Oper Frankfurt, Frankfurter Opern- und Museumsorchester en vele, vele anderen.
Muziek: *****
Regie: *****
You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google bar above this article.
Fragoletto wordt gevangen genomen door Italiaanse struikrovers en wordt verliefd op de dochter van de Opper Struikrover. Om zichzelf te bewijzen gaat Fragoletto zich bemoeien met de sabotage van het huwelijk tussen de prinses van Granada en de prins van Mantua. De roverhoofdman laat het portret van zijn dochter doorgaan voor dat van de prinses en zorgt voor zijn eigen huwelijksdelegatie naar Mantua. Consternatie alom. Maar alles komt goed, de rovers worden ontmaskerd en uiteraard vergeven. Fragoletto trouwt met de dochter van de roverhoofdman.
U begrijpt, hemel en aarde zullen moeten worden bewogen om van een dergelijk bizar verhaal een amusante voorstelling te maken. In Frankfurt vond die hemelschudding en aardberoering weldegelijk plaats.
Offenbach was nooit onze favoriete componist. Nu zijn wij dankzij deze uitmuntende voorstelling een Newborn Offenbachian.
Les Brigands
De foto boven dit artikel wijkt af van de meer algemene afbeeldingen die wij gewoonlijk daar plaatsen. De foto van Elizabeth Reiter is een eerbetoon. Bij wijze van uitzondering maar zeer terecht. Daarover later meer.
In Frankfurt slaagde men er inderdaad in het werk amusant te maken, en meer dan dat. Les Brigands is misschien dan niet het populairste werk van Offenbach, maar de muziek is pittig, genoeglijk en in deze opera vaak supra-offenbachs fraai en imposant. Niet verder vertellen, maar in het gedeelte na de pauze kregen wij in de koorgedeelten associaties met Il Trovatore.
Toen het Franse Tweede Keizerrijk ten einde liep, oogstte Offenbach succes met deze operette, een satire op de toenmalige heerschappij, de decadente aspecten van die periode. Een incompetente overheid (ook tóén al), een lege schatkist en de incompetentie van de politie (carabinieri) die alleen maar komt om een verdronken kalf te ruimen en een put te dempen. De muziek is, naar wij dachten, een stuk interessanter dan het verhaaltje: luchtige en vrolijke muziek voor de rovers, schrijnende muziek voor de overheidsdienaren, ontroerende noten voor de geliefden Fiorella en Fragoletto.
En de aankomst van de delegatie uit Granada is een welkome gelegenheid om uit te pakken met een dekselse portie Alegría Española.
Bij de uitvoering in Frankfurt viel één ding meteen in positieve zin op: de regisseuse had zich qua “actualisering” niet alleen op bewonderenswaardige wijze ingehouden, maar zorgde ook voor een voorstelling waar de dynamiek vanaf spatte. Brava. De “verwijzingen naar het heden” ontbraken grotendeels, een verademing! Natuurlijk, helemaal zonder kan in het huidige tijdsgewricht natuurlijk niet. De jonge boer Fragoletto is niet zomaar een boer, maar een biologische boer. Over een brug voortrijdende auto’s, een EU-vlag waarop 1 ster ontbreekt (Brexit!)… Subtiel, zonder meer. Een variant van de “Einlage”, een geaccepteerd stuk operette-gereedschap waarin geheel buiten het libretto om de actualiteit op de hak wordt genomen. En dat gebeurde hier aanzienlijk verfijnder dan in La Damnation de Faust (akkoord, dat is geen operette), met als regisseur dégénéré Terry Gilliam, die La Damnation opleukte met een opengetrokken blik nazi’s en die ons in de slotacte trakteerde op een kijkje in de gaskamers van Auschwitz; Marguérite werd te ruste gelegd op een stapel lijken van vrouwen en kinderen.
Les Brigands
In de eerste akte zagen we het roversbos op een sprookjesachtige glooiing, met beweegbare bomen en bovengenoemde brug. We zien hoog in het toneelbeeld de koplampen van de passerende auto’s (een trouvaille!), en onder de brug is er een bospad: zonder bushalte dit keer, maar wel met een scheef wachthuisje (zie foto). Op dit bospad ligt de roversbende in een Weiber und Schnaps-sfeer op de loer naar verdwaalde kapitalisten. Om dezelfden te beroven, begrijpt u?
De aankleding van de hoofdrolspelers was fabelachtig. De criminele bosbewoners waren uiteraard met haveloze vodden behangen waar de steunpilaren van onze economie in Ruigoord nog een puntje aan kunnen zuigen. De manipulerende roversdochter daarentegen was van niet te weerspreken schattigheid: geen Jennifer Lawrence maar eerder een Volendamse Marie Lidwina Kwakman, aka Mirabelle. Luister HIER naar Maribelle; zij eindigde op het Songfestival 1984 als 13e, dankzij dezelfde internationale samenzwering die ons Indië, België en Nieuw-Guinea door de neus hebben geboord. (En laat ik niemand horen over “vals zingen”! ) Voor de goede orde: we hebben het hier over de rol van Fiorella, niet over de fantastische vertolkster van de rol: Elizabeth Reiter.
Solisten, ensemble: topkwaliteit
Het solistenensemble van de Oper Frankfurt vormt een fris en uitstekend zingend team, dat heel goed aanvoelt dat humoristische overdaad schaadt. Er moet allereerst goed gezongen worden, een principe waar laatst nog een tentoonstelling aan werd gewijd in het Amsterdamse Muziektheater, met de titel “Fossielen van Toen”.
Gerard Schneider vertolkt zijn rol als Falsacappa met verve en een veelkleurig, en voor zover de rol dat toelaat nobel touché: goedmoedig met een inwendig smeulend vuur van hartstocht.
Kelsey Lauritano, een prima mezzo die in deze productie misschien iets meer kracht in haar stem had kunnen leggen, zingt en speelt de ons wat al te sympathieke Fragoletto, een beetje de softie van het gezelschap: zo iemand die zegt “Zelf sta ik daar best wel dubbel in, of zo“, maar goed, hij (zij) is dan ook gemetamorfoseerd tot biologische boer. Aan de andere kant pleit voor hem dat hij bereid is om zijn eerdere onschuldige bestaan in te ruilen voor dat van crimineel, zulks “vanwege de liefde”, de vaste, tot onpasselijkheid leidende uitdrukking van expats die naar Nederland zijn gekomen om van belastingvoordelen te profiteren. Maar voorwaar, ik doe mevrouw Lauritano te kort, zij heeft een pracht van een mezzo, en wij horen haar het liefst in het Lied, luister HIER.
The Elizabeth Reiter Show
Wij geraken aan de absolute ster van de avond, Elizabeth Reiter in de rol van Fiorella, de manipulerende dochter van roverhoofdman Falsacappa. Zij leverde een waarlijk perfecte prestatie op het gebied van zang, dans en podiumprésence waarbij zij iedereen wegspeelde, dat laatste zonder enige negatieve connotatie. Wat een fijne, mooie, heldere toon, die zelfs na extravagante dansinspanningen op hetzelfde hoge niveau bleef. Maar evenzeer: een geweldige actrice, een komisch talent en een danseres met meer swing in haar lijf dan de hele Phylli Sound bij elkaar. Waarmee wij maar willen zeggen: wij waren diep onder de indruk, en dat wil wat zeggen aangezien wij voor het laatst op 15 mei 2011 diep onder de indruk waren.
Elizabeth Reiter swingt meer dan de Philly Sound.
Peter Bronder, een doorgewinterde tenor en een ware alleskunner, speelt op uiterst komische wijze de Scrooge-achtige schatbewaarder, die ondubbelzinnig en zonder enige verfijning (wij drukken ons voorzichtig uit) duidelijk maakt dat hardwerkende burgers in het land niet alleen in het bos beroofd worden. Een maatschappijkritische notie van de regisseur die eigenlijk wat verloren ging in de prachtige, uitzinnige grappen en grollen. Ook het vrijwel steeds aanwezige koor (o.l.v. Tilman Michael) speelde een zeer belangrijke rol, het kreeg niet alleen alle kostuum- en locatiewisselingen briljant voor elkaar, maar speelde een voortreffelijke en beslissende rol in deze voorstelling. Zo was ook de choreografie (niet onze expertise) recht in de roos. En geloof het of niet: ook hierin was Elizabeth Reiter de prima inter pares.
Dirigent nam frustraties weg
Natuurlijk gaat onze lof ook zeer nadrukkelijk uit naar het Frankfurt Opera and Museum Orchestra, dat gedirigeerd werd door Karsten Januschke. Januschke begon zijn carrière in Frankfurt als solo-repetitor, ging later succesvol verder als kapelmeester en keert steeds weer als gast terug naar zijn oude vertrouwde thuis. Voor Les Brigands bracht hij met het kleine orkest in de bak de rijke kleuren van deze muziek uitstekend naar voren. “De dans op het toneel” staat wat Offenbach betreft voor hem centraal. Maar Januschke onderkent ook de andere kant van de opéra-bouffe: “Naast de eerder genoemde lichtheid is er ook de scherpe satire”. aldus Januschke.
Alleen al de ouverture was om te smullen. Pittig, elegant, een meeslepende mars. Fraai staccato. U, lezer, is ongetwijfeld bekend met de problematiek rond het staccato: het is of het teveel aan staccato der overmoedigen of het te te weinig aan staccato van dirigenten die een dubbele reisverzekering afsluiten. Bij Januschke was het staccato in de allerbeste handen, en dat gold ook voor dat andere pijnpunt: het gepuncteerde ritme. U is ongetwijfeld ook bekend met de problematiek van het gepuncteerde ritme. Velen, tot in de hoogste muzikale kringen spelen niet 3/8 + 1/8, maar 2/8 + 1/8 rust + 1/8. Schabouwelijk! Wij kunnen ons daar mateloos over opwinden. Menige boze brief werd geschreven (“Geachte heer Haitink, in het laatste door u gedirigeerde concert viel mij op…. etc.”), geen enkele brief werd ooit beantwoord.
Les Brigands in Frankfurt was méér dan vermakelijk. Het was een voorstelling van een verbijsterende perfectie. Mocht u reeds van fossiele leeftijd zijn, dan kent u de slogan “Uit, goed voor u!” nog wel. Geactualiseerd: “Uit naar Oper Frankfurt, beter voor u!”
Er zijn nog voorstellingen op 28 februari, 1 maart, 10 maart, 16 maart, 18 maart en 22 maart.
>