Maria Stuarda
het feest der miscasting
Maria Stuarda is een tragedia lirica van Gaetano Donizetti, op een libretto van Giuseppe Bardari, gebaseerd op het toneelstuk “Maria Stuart” van Friedrich Schiller uit 1800. De 17-jarige librettist Giuseppe Bardari was een student zonder ervaring. Dus had Donizetti de mogelijkheid om nauw met hem samen te werken, of zelfs hele scènes zelf te schrijven.
Coproductie met Teatro San Carlo (Napels) en Palau de les Arts Reina Sofia (Valencia)
Libretto Giuseppe Bardari; Muzikale leiding Enrique Mazzola; Regie Jetske Mijnssen; Elisabetta Aigul Akhmetshina; Maria Stuarda Kristina Mkhitaryan; Anna Kennedy Sílvia Sequeira; Leicester Ismael Jordi; Giorgio Talbot Aleksei Kulagin; Lord Guglielmo Cecil Simon Mechlinski; Nederlands Kamerorkest; Koor van De Nationale Opera; Koordirigent Edward Ananian-Cooper
Bezochte voorstelling: Première, 6 mei 2023, Het Muziektheater
Muziek: 2
Regie: 2
VOORWOORD
Wij vinden de vechtende, scheldende, ja zelfs kibbelende vrouwen ordinair, en zeker niet opwindend. De strijd tussen vrouwen dient zich in een sportieve context af te spelen. Wij denken aan atletiek, volleybal, maar zeker ook aan de worstelsport. En dan liever niet (in theorie) een wedstrijd Jessye Norman † vs Joan Sutherland † (vanwege het blessuregevaar), maar bijv. wel een fris en sportief robbertje worstelen tussen Katherine Jenkins en Christine Lyons. Om de sport! Maar vechtende en scheldende koninginnen, dat brengt ons teer gestel aan het wankelen. Monarchen dienen hun martiale inspanningen te richten op het wreed onderdrukken van burgers, boeren en buitenlui. Woedende boeren met hooivorken (nu: fakkels) dient door De Koninklijke Garde op niet mis te verstane een lesje te worden geleerd.
Wij vrezen dat wij afdwalen, iets wat ons zelden overkomt. Het Muziektheater, 6 mei 2023: in de, ondanks de talrijke vrijgestelde premièregasten (wij vroegen Gordon om een handtekening, “voor de kleinkinderen”), op lange na niet uitverkochte zaal (de heilig verklaarde “jonge mensen” waren naar AZ-AJAX, en gelijk hadden ze), kregen wij Donizetti’s Maria Stuarda voorgeschoteld, in een regie van onze eigen Jetske Mijnssen. Geen slechte, onze Mijnssen, kent het “vak” in alle geledingen: Ze was rondleidster in Het Muziektheater (of elders), docent en assistent-regisseur, en alweer een tijd gezegend met een welverdiende regisseursbril!
PREMIÈRE
Op 3 mei 2023, de première van Maria Stuarda in Amsterdam, voelden wij na de eerste drie tonen van Aigul Akhmetshina (gelijk het oorverdovende volume van een Noord-Koreaans fabrieksalarm dat aangeeft dat het tijd is om niet te gaan lunchen) de noodzaak om een veilig heenkomen te zoeken. Er zal toch geen oorlog uitgebroken zijn? Maar, indachtig de gevleugelde woorden van mijn oude “capitaine” Hans De Gent, Ondervoorzitter van de Vriendenkring van Oud-Legionairs: “Rappelez-vous comment vous avez surmonté des difficultés similaires dans le passé.” (Denk eraan hoe je in het verleden soortgelijke moeilijkheden hebt overwonnen.)
Welaan, “soortgelijke moeilijkheden” genoeg, en wij vonden troost en kracht in De Gents woorden, dus wij bleven standvastig (zitten). Wij bleven, jawel, en zaten de pijnlijk mislukte Maria Stuarda van het begin (voor zover we daarna nog iets konden horen) tot het eind uit. Maar toch, Maria Stuarda in de regie van Jetske Mijnsen: ¡nunca, nunca más! Alvorens wij enige gedachten wijden aan de door Donizetti getoonzette affreuse monarchenruzie, eerst even twee misverstanden uit de weg ruimen.
ad 1) “Omdat het zo lekker bekt” wordt ons wereldwijd voortdurend de term “Tudor-trilogie” in de maag gesplitst. Echter, Donizetti had van zijn leven nog nooit van een Tudor-trilogie gehoord, de drie opera’s vormen dus echt geen Donizettiaans Il Trittico. De componist schreef over een periode van 10 jaar tijd drie opera’s voor drie verschillende sopranen, opera’s die toevalligerwijs enkele personages/verwijzingen gemeen hebben. Als u, als mens zonder baarmoeder, gedurende tien jaar tijd 3 nakomelingen verwekt, vat u uw gebroed dan ook samen met de term “Trilogie”?
Eerder schreef Donizetti Anna Bolena (1830), een opera over de ondergang van Anna Boleyn. Maria Stuarda volgde in 1835 en verhaalt over de gevangenschap van Mary Stuart. En in Roberto Devereux (1837), de beste van de drie, staat de titelheld centraal: veroordeeld wegens verraad. Kopf ab!
ad 2) Zodra DNO begon te adverteren met de “Trilogie”, presenteerde zij Marina Rebeka als paradepaardje! Kent u die mop over Marina Rebeka die naar Nederland zou komen? Die kwam niet. DNO slingerde enkele frasen de publiciteit in, als “Marina Rebeka, die de titelrol in onze productie van Maria Stuarda zou zingen, heeft zich om persoonlijke redenen teruggetrokken.” Trouw schreef dat “stersopraan Marina Rebeka zich terugtrok uit het Tudor-project”. Kan je je uit iets terugtrekken waar je nooit deel van uitgemaakt hebt? Dan trekken wij ons hierbij terug uit Ajax I. Maar goed, er zijn weer 10 punten verdiend voor de DNO Nepnieuws Award. En voor de Publieksprijs Publieksbelediging. Want let op: de door Opera Gazet geïnterviewde Rebeka wist van niets, en later zag zij hierin aanleiding een brandnieuwsbrief naar fans te schrijven. Die luidde, in vertaling, als volgt: “Ik heb zoveel van uw brieven ontvangen dat u kaartjes heeft gekocht voor mijn voorstellingen waarin ik in werkelijkheid NIET zal optreden (inclusief Maria Stuarda in Amsterdam). De enige juiste lijst van mijn toekomstige optredens vindt u op mijn officiële website.”
DNO moffelde de kwestie weg, arrangeerde een stand-in, maar ook de stand-in werd weer vervangen. (Remember MacBeth?) Wat zal deze knulligheid gekost hebben? Stand-in #3 moest nota bene uit een productie in New York losgeweekt worden.
MARIA STUARDA
Bij het paleis van Westminster wordt een toernooi gehouden ter ere van de Franse ambassadeur, die met Elisabetta een huwelijk bekonkelt tussen haar en de Franse koning. Maar eigenlijk is ze verkikkerd op Leicester; “Leicester? Tijd niet gezien”, denkt Elisabetta.
Maria zit gevangen in Fotheringay Castle; Talbot doet voor Maria een goed woordje bij Elisabetta. En daar verschijnt dan toch Leicester ten tonele! Hij moet het ja-woord van Elisabetta aan de Franse koning overbrengen. Maar Leicester is ook vast van plan zijn geliefde Maria te bevrijden. Zijn amoureus geïnspireerde enthousiasme voor Maria irriteert Elisabetta.
“gluiperige, vieze stoephoer”
Bij Fotheringay Castle maken Maria en Anna een gezellige wandeling door het park. Met weemoed denkt Maria terug aan de gelukkige dagen van haar jeugd in Frankrijk. Elisabetta arriveert. Ze is er nog niet helemaal uit: Maria executeren gaat haar misschien toch wat ver. Toch loopt het helemaal uit de hand. Maria scheldt Elisabetta uit voor “vile, lascivious harlot”, d.w.z. “gluiperige, vieze stoephoer”, maar in beschaafde woke-taal (DNO immers) beter te verwoorden als “jij leugenachtige, zinnelijke sekswerkster!”. Toch maar executeren dan, denkt Elisabetta, maar zij is niet echt van het doorpakken: nu twijfelt ze wéér of ze Maria moet laten executeren. Hopeloos, die vrouwen. Ja, nee, ja, nee…..
Edoch, het lijkt er dan eindelijk toch van te komen. Cecil brengt het doodvonnis. Tijd voor de biecht: Maria bekent schuld aan de moord op haar man Darnley en nog enkele ongeregeldheden. Talbot geeft haar absolutie. Naast de executiekamer informeert Cecil naar Maria’s laatste wensen. Ze vergeeft Elisabetta en probeert de door verdriet verscheurde Leicester te troosten. Vastberaden gaat ze haar dood tegemoet.
Elena Rebeka Kristina Mkhitaryan (Maria #3) heeft absoluut een solide stem, we kennen haar nog uit 2017, uit de DNO-productie Eliogabalo. In Maria Stuarda stond ze er een beetje bij als een kat in een vreemd pakhuis, vooral omdat de hele productie nogal steriel en wezenloos bleef. En ook Mkhitaryan zong menigmaal: TE HARD! Geen belcantozangeres. Mevrouw zou haar heil beter kunnen zoeken bij Musetta, Tatjana, Violetta, Adina, Gilda… Wat zij dan ook regelmatig en zeer verdienstelijk doet.
Aigul Akhmetshina wordt wereldwijd geacht een delicaat timbre te hebben, maar daar hebben we niet veel van gemerkt. Toen het woord “delicaat” met het label “Akhmetshina” aanklopte bij de deur van ons denkraam, werd het hoffelijk geweigerd, wegens het ontbreken van een volumeknop. Waarmee wij niet bedoelen dat we het geluid harder wilden zetten. “Carmen!” “Musetta!” riepen wij haar nog na.
De hele voorstelling kwam over alsof het een niet lekker lopende repetitie was: bloedeloos (pun intended), als het ware. En met de verkeerde zangers. De gehele uitvoering was meestentijds van een lelijk, oorverdovend volume. Alles wat verfijnd Belcanto tot verfijnd Belcanto maakt, ontbrak. Ten slotte: goed technisch werk van de vocale handlangers, te beginnen met Ismael Jordi, die in principe wél een uitstekende belcantozanger is, met een schitterend timbre en met zijn perfecte techniek momenten van grote schoonheid kan bereiken. In deze productie kwam het er niet helemaal uit, het leek voor Jordi just another day at the office. Zijn merkwaardige lichaamscoördinatie wekte The night of the living dead-associaties (regiedingetje?)
Kortom: deze opera was slecht gecast of onvoldoende voorbereid, waarschijnlijk beide: repetitie in de buitenlucht (“laat je horen!”), op het bedrijfsterrein “50 jaar akoestiek in Nederland” van DNO.
Zelden hebben wij zo’n treurige vertoning gezien. Men stond er maar, men deed maar wat. Er werd natuurlijk wel ruimte gemaakt voor een “ouverture-avec-pantomime”, een ernstig misverstand, maar al jaren een must. Dat dan weer wel. Het circus werd ook nog verrijkt met een volkomen onplaatsbaar en ongelofelijk knullig ballet (niveau “Daar komt Swiebertje”). Wij kunnen ons maar moeilijk voorstellen dat de toch wat wrange omstandigheden voor de hovelingen aanleiding waren om zo nu en dansje in te zetten.
De personenregie was abominabel, men stond dan wel voor, achter en naast elkaar, maar daar hield het wel zo’n beetje mee op. En waarom werd het toneel (een van de grootste van Europa met in de zaal de most shitty akoestiek) gereduceerd tot een roeptoeter (Een Fuik! Wij vermoeden: Symboliek!) die van het voortoneel taps naar achteren toeliep? Er ontstond zo een reusachtige roeptoeter die ons aan onze zwemleraar in het Zuiderbad deed denken in 1962, ook qua geluid. Het NedPho o.l.v. dirigent Enrique Mazzola deed ook duit in het zakje: het was in de bak ffff of ppp, en wat er tussen zit, dat doen we later nog wel eens een keertje.
Even nog een persoonlijk feit, als u mij toestaat: Maria werd toch onthoofd? Maar geen bloederig hoofd te zien! Is niet meer “van deze tijd?” Een fijn bloederig afgehakt hoofd, daar kwamen wij eigenlijk voor, zeker nu wij dit verzetje ook bij Salome meer en meer moeten missen. En dan, ten slotte, nog dit: Donizetti/Banardi verzonnen een ontmoeting tussen de twee koninginnen die in werkelijkheid nooit had plaatsgevonden. Regisseuse Mijnssen dacht: dat kan ik ook! En zij verzon nóg een nooit gebeurde ontmoeting tussen de twee Van Koninklijken Bloede, de tweede “never happened” dus. Geniaal! Dan ben je als regisseur een hele grote.
Lichtpuntjes? Ja, toch wel. De sterfscène van Maria, een van de sopraan-highlights in Donizetti’s gehele repertoire, was uitmuntend. En een Groot Lichtpunt; het Koor van DNO, het was gelukkig weer op het oude, vertrouwde en voortreffelijke Chinese niveau.
Een magere troost: de première in 1841 was ook een fiasco.
Olivier Keegel
Voelt u de fijne nuance ?
Naar de laatste voorstelling geweest. Mee eens dat de dames geen gevoel hebben voor Belcanto. Hun stijl van zingen klonk meer als Verismo. (Maar ik vind Rebeka ook niet echt bevredigend Belcanto klinken eerlijk gezegd. Geen trillers, weinig legato, weinig portamento, geen fioritura) Maar wel geweldige stemmen en artiesten, zeker de mezzosopraan. In ander repertoire zou ik ze graag nog een keer willen zien.
totaal nit mee eens, wat een slechte beschrijving en beoordeling.
De dames waren schitterend de tenor nog nooit zo mooi horen zingen ben geen fan van deze man maar nu prachtig. Koor was subliem jammer geen applaus na Vedremo zo mooi gedaan. Als het zo slecht was waarom dan zo een geweldig applaus lang geleden zo een uitbundig publiek. Waarom schrijft u toch altijd zo negatief?/// GA ALLEMAAL NAAR DEZE VOORSTELLING .
Geachte heer Horsmeier, het spijt me dat ik u teleurgesteld heb. “Slechte beschrijving en beoordeling” zegt mij niet zoveel, als u uw mening niet onderbouwt. De dames zijn beiden, ik druk mij voorzichtig uit, geen belcanto-specialisten. Koor was inderdaad subliem, zoal ik ook in mijn recensie vermeldde. Een uitbundig publiek is alleen in Trouw een argument, maar zeker geen argument voor de kwaliteit van de voorstelling. (En al helemaal niet bij DNO.) Dat ik altijd “zo negatief” schrijf, is een hardnekkig misverstand. Kijkt u bij voorbeeld een naar mijn recensie over Königskinder: https://operagazet.com/konigskinder/?lang=nl GA ALLEMAAL NAAR DEZE VOORSTELLING (maar neem… Read more »
Gezien de ervaring met Bolena had ik gezworen om Stuarda aan mij te laten voorbijgaan vooral omdat het gehalte van de zangers op zijn minst dubieus is en de dirigent er een ‘macello’ van Donizetti maakt zoals de Italianen zeggen.
“De heilig verklaarde ‘jonge mensen’ waren naar Ajax-AZ en gelijk hadden ze”: dat is maar de vraag. Mijn schoonzoon, operaliefhebber in wording en Ajacied (wel, nobody is perfect, zullen we maar zeggen) was naar het voetballen getogen en sprak van “een verschrikkelijke wedstrijd, grotendeels erg saai en niet om aan te zien” en had spijt van zijn keuze. Nou, laten we het er maar op houden dat de Hoofdstad zowel op het terrein van opera als voetbal de laatste tijd niet verwend wordt! Zelf heb ik er ondertussen verstandig aan gedaan naar de Opera Encore van de Nozze di Figaro… Read more »
Persoonlijk verdraag ik geen Mozart-opera’s meer, maar dat neemt niet weg dat u groot gelijk heeft. McVicar, vrijwel altijd voortreffelijk. Ten slotte: Ajax heeft toch de 0 gehouden ?!
Jammer om te horen, zelf ben ik ook gecharmeerd van de oude stemmen en zeker van Beverly Sills.
Andere technieken waarschijnlijk.
Een van de kenmerken van belcanto is een lichte manier van zingen. Daar zullen we het maar bij laten… 🙂
Sills was geweldig, voor mij superieur aan Sutherland, in ieder geval een Bühne beest met ongeëvenaarde techniek en verstand van deze muziek.
Ik vond Elisabetta wel een hele indrukwekkende stem hebben maar ik heb te weinig verstand van dit repertoire om te weten of het zo hoort. Wat de regie betreft: mee eens, wat een gedoe met die dansjes, sloeg nergens op. Wel weer genoten van de stijl van deze recensie vooral de “stoephoer” veroorzaakte een lachkramp.
helemaal met je eens. precies zoals de generale er werd keihard door de twee dames gezongen en de tenor kon in deel 1 het nog wel bolwerken, daarna werd het beroerder. ik hoef niet naar zo iets. waar ook de tenor met regelmaat hofdames moet vermoorden? die dan weer opstaan en opnieuw vermoord worden…