Lucia di Lammermoor van Gaetano Donizetti. Dramma tragico in drie bedrijven. 1835. Libretto van Salvadore Cammarano, naar Sir Walter Scott’s roman The Bride of Lammermoor. Eerste opvoering in het Teatro S Carlo, Napels, op 26 september 1835.
Bezochte voorstelling: 4 februari 2022, Staatstheater Osnabrück..
Lucia: Sophia Theodorides
Lord Enrico Ashton: Rhys Jenkins
Edgardo di Ravenswood: Oreste Cosimo
Lord Arturo Bucklaw: James Edgar Knight
Raimondo Bidebent: Erik Rousi
Alisa: Olga Privalova
Normanno: Aljoscha Lennert
Opernchor und Extrachor des Theaters Osnabrück
Osnabrücker Symphonieorchester
Muzikale leiding: Andreas Hotz
Regie: Sam Brown
Muziek : 5*
Regie: 4*
You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google bar above this article.
Lucia Ashton wordt verliefd op de aartsvijand van haar familie. Edgardo en Lucia zweren elkaar eeuwige trouw. Complicatie: Lucia’s broer Enrico wil haar uithuwelijken aan de invloedrijke Lord Bucklaw, dus beschuldigt hij Edgardo van ontrouw aan zijn geliefde. Gedwongen om met een haar tegenstaande vent te trouwen en beroofd van the love of her life, doodt Lucia haar pas verworven echtgenoot in de huwelijksnacht en loopt daarbij ernstige mentale schade op.
Lucia di Lammermoor, gebaseerd op de destijds zeer populaire roman van Sir Walter Scott, is het parelige summum van belcanto. Lucia’s aria “Il dolce suono micolpì di sua voce!” is heaven sent. Op de buitenaardse klanken van de glasharmonica opent zich in Lucia de gevoelige ziel van een vernederde vrouw in de strijd tegen haar klaarblijkelijke lot.
Maar de opera Lucia de Lammermoor is meer, veel meer…
DE OPERA TOP-TIEN
Wij troffen onlangs een lijstje aan met de meest gespeelde opera’s ter wereld. Met op één Die Zauberflöte, gevolgd door Carmen, La Traviata, Le nozze di Figaro, La Bohème, Tosca, Rigoletto, Die Fledermaus, Don Giovanni en nog net in de Top Tien Il barbiere di Siviglia. Wij zullen onze lezers niet vervelen met onze eigen Top Tien, maar wel kunnen wij u verklappen dat er slechts één overeenkomst is met de mondiale lijst: Tosca. Dat mondiale lijstje heeft iets ontluisterends. Zauberflöte (wij kunnen ‘m zelf niet meer hóren) op één ? You must be kiddin’…
Kent u de uitdrukking “mijn favoriete opera” ? Als die term valt, volgt er onvermijdelijk door de intellectueel in het gezelschap de opmerking “het blijft natuurlijk subjectief”. Dat is waarschijnlijk de operakenner, die er nog aan toevoegt “wat de een mooi vindt, vindt de ander lelijk”. Instemmend knikken, en dan met z’n allen naar Maestro kijken, of naar een sitcom van Leni Riefenstahl. Na de tweede koffie komt er “iets sterkers” op tafel.
Nog een ontboezeming moet ons van het hart: van het mondiale lijstje zal men ons al heel lang niet meer aantreffen bij de ZauberCarmenGiovanniBarbier. Been there, done that, got the T-shirt, zoals jongelui dat tegenwoordig niet-ongeestig verwoorden. Carmen! Hoe vreselijk. Na de pauze is het allemaggies lastig om de open ogen te houden.
MACKERRAS ZEI HET AL
Uw favoriete opera, neemt u er meteen afstand van, zo raden wij u aan. Want onlangs is wetenschappelijk vastgesteld dat er maar één opera de allerbeste kan zijn. Vergeet Wagner, Mozart en Rossini. Want het meesterwerk der meesterwerken in operaland is… Donizetti’s kroonjuweel Lucia di Lammermoor. Aards geluk, zonnepracht, geesteslicht! Wij komen hierop nog terug. Dus noteert u even: “Lucia di Lammermoor. Mooiste opera aller tijden. Gelezen in Opera Gazet.”
Donizetti wist precies wat de sleutel tot een succesvolle opera was. Allereerst, een goed libretto (dames en heren van de regie, leest u even mee?), met een genoeglijke hoeveelheid prachtaria’s. Uit te voeren door Grote Stemmen. Begin met wat orkestspielerei en laat dan het koor erin glijden. De prima donna niet te vroeg brengen! Zo bouw je de spanning naar haar Grote Aria op. En dan geht es los. Oorwurmen gebaseerd op een verhaal narratief van liefde, jaloezie, geweld.
Nadat de bejaarde Gioachino Rossini zijn muzikale carrière voor een culinaire had verruild, en Bellini het tijdige voor het eeuwige, was Donizetti “het enige heersende genie van de Italiaanse opera”, aldus dirigent Charles Mackerras.
Lucia ging in september 1835 in première in het Teatro San Carlo in Napels. In datzelfde jaar waren er nog 18 voorstellingen, maar daarna werd het enigszins kwakkelen. Slechts vier in 1836, zestien in 1837, twee in 1838, twee in 1847 en ook twee in 1848. Voor Parijs bewerkte Donizetti de partituur voor een Franse versie; u kunt HIER een idee krijgen van deze interessante Franse versie (Patrizia Ciofi). Wij beluisteren deze graag, de Franse taal genereert een abstraherende dimensie. Na de Tweede Wereldoorlog werd de opera nieuw leven ingeblazen, mede dankzij een aantal dekselse sopranen, onder wie Callas, Deutekom, Sutherland en wat ons betreft ook Dessay en Sumi-Jo.
Om nog één (laatste) keer terug te komen op “het lijstje meest gespeelde opera’s ter wereld”: Lucia staat op een schabouwelijke 21e plaats! Daar hoor je Amnesty International niet over. Wij zeggen u: Er Komen Tribunalen.
VERSLUIERD DENKRAAM
Het liep niet goed af met Donizetti, zoals dat een kunstenaar betaamt. Zie Mozart, Beethoven, Paganini, Schubert, Schumann, Smetana, Wolf; zij stierven allen meer of minder vroegtijdig aan syfilis of aan een ernstig versluierd denkraam. Of aan beide, zoals Donizetti, die op het eind van zijn leven zijn eigen muziek niet meer herkende.
Hij werd geboren in Bergamo en leerde het vak in de operahuizen van Noord-Italië en Napels. Met Anna Bolena (1830) brak Donizetti door, daarna kwamen de grote successen met Roberto Devereux, Maria Stuarda, L’Elisir d’amore (1832) en Lucrezia Borgia (1833).
In 1834 volgde dan het Meesterwerk der Meesterwerken, Lucia di Lammermoor. Wat zou het leven nog waard zijn als wij niet langer van het vocale vuurwerk van deze opera zouden kunnen genieten. In welke dystopisch, vreeswekkend aardrijk zouden wij leven als wij van de Waanzinscène uit de laatste akte verstoken zouden blijven? Tot welke ijselijke, beestachtige samenleving zou ons bestaan veroordeeld zijn als wij de pickup-arm niet licht euforisch in de groef van Het Sextet zouden kunnen doen neervlijen?
SUCCES IS WEINIG DOEN
Donizetti had een zeer goed oor voor wat het publiek wilde: een eenvoudig verhaal en de muziek ter viering van de zangers. Wij zijn een voorstander van eenvoudige verhalen: ons denkraam wordt tochtig en veel weten is er reeds uitgewaaid. Donizetti schreef aan Jacopo Ferretti, een librettist: “Succes bestaat uit weinig doen en dat weinige mooi maken, het bestaat niet uit eindeloos zingen en het publiek vervelen”. Hadden componisten als Wagner en Meyerbeer deze wijze raad maar ter harte genomen! In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister.
Donizetti had nogal wat te stellen met de censuur: het koningschap en de religie waren toentertijd onschendbaar, en Donizetti mocht juist deze instituties graag op heftige noten zetten. Dus ontvluchtte hij de censuur, en verruilde hij Napels voor Parijs, waar La fille du régiment en Don Pasquale het levenslicht zagen. In 1846 ging het overduidelijk en jammerlijk bergafwaarts met hem. De artsen constateerden verregaande geestelijke aftakeling, en hij werd in het gekkenhuis opgenomen. En in 1847 werd Donizetti onder medische begeleiding teruggebracht naar Bergamo, waar hij in april 1848 overleed aan cerebrospinale syfilis. Hij meldde zich aan de hemelpoort met de voltooide partituren van 70 opera’s.
SOPHIA THEODORIDES
Wij zijn ervan overtuigd dat er van de muzikale esthetiek van Lucia di Lammermoor een oerkracht uitgaat die onaantastbaar en onverslaanbaar is. Contrary to popular belief is niet alles van waarde weerloos. Plaats Lucia in een ruimteschip, speel de ouverture na de pauze, voorzie het toneelbeeld van koelkast, rolstoel en automobiel, Lucia krijg je niet klein.
Het is met deze overtuiging dat wij wel naar Duitsland, met name Osnabrück, durfden gaan om een Lucia di Lammermoor bij te wonen. Het Muzikale Hart is nu eenmaal een Eenzame Jager…
Kent u Sophia Theodorides? Wij zeggen u: een coloratuursopraan waar Donizettianen hun vingers bij aflikken. Wij hoorden haar in 2018, als Olympia, bij de Weense Volksoper, toen het daar nog veilig was. Weinig konden wij toen vermoeden dat zij in 2022 te Osnabrück zou debuteren als een weergaloze Lucia. Sophia Theodorides speelde trompet voor zij aan haar zangstudio begon: een pre voor élke coloratuursopraan (zegt uw recensent die in een vorig leven voor 25 gulden van 9h tot 12h in een derderangs orkestje zijn lippen stuk blies op de meest bedenkelijke feestjes, waar een ceremoniemeester zich niet zelden van de frase “voetjes van de vloer” bediende).
Welk een droom-Lucia, deze SOPHIA THEODORIDES ! Nu eens subtiel en intiem, bijvoorbeeld wanneer zij haast aarzelend -maar o zo prachtig gezongen- verhaalt over de spookachtige beelden die haar kwellen. Dan weer temperamentvol, in haar prikkelende liefdesscène met Edgardo en niet voor de poes als ze bonje heeft met haar vermodderde broer Enrico. En dan natuurlijk de kers én de slagroom op de taart: De Waanzinscène. In haar puntgaaf geïntoneerde coloraturen hanteert Theodorides niet de stiletto, maar een precisiepenseel waarmee zij een lugubere waanzin schildert waar de therapeutische schilderworkshop “Van Gogh, Een Mens Als Jij En Ik” te IJmuiden nog een puntje aan kan zuigen.
Theodorides zong de Waanzinaria met, naar wij constateerden: meedogenloze perfectie! Voeg daarbij het intense genot van de glasharmonica en in onze schedel welden, zoals wij reeds aanstipten, de dichtregels (1998) van Adolf Samson de Levita op: “All’ aards geluk! All’ zonnepracht! All’ geesteslicht!”
FONKELENDE DIAMANTEN
Natuurlijk, de heren deden ook een duit in het zakje: Enrico, Edgardo, Raimondo en Arturo, en de comprimaria Alisa en de comprimario Normanno. Rhys Jenkins (Enrico) beschikt over een energieke bariton, just what the doctor ordered. Helaas liep (zong) hij soms niet helemaal synchroon met het orkest.
Met zijn fris-fraaie tenor is Oreste Cosimo een prima Edgardo, terwijl Erik Rousi een eerder baritonale dan bassige Raimondo is. Even wennen. Erik Rousi (Raimondo) praktiseerde vóór de pauze een Rudolph Steiner intonatie, maar herstelde zich na de pauze voortreffelijk. James Edgar Knight is een nieuwe aanwinst van het ensemble in Osnabrück, een Arturo met tenoraal gezag. Ook de bijrollen waren goed verzorgd, en het koor leverde, ondanks gering in getal, een wezenlijke vol-klankige bijdrage aan de algehele topkwaliteit, evenals het Symfonieorkest van Osnabrück onder leiding van Andreas Hotz die deze Lucia als een rijgdraad met louter fonkelende diamanten aan den volke toonde.
Regisseur Sam Brown bracht met overwegend zwart een aangename somberte op het toneel. Het was in feite een fijne regie, “modern” in de juiste zin van het woord, in een min of meer tijdloze stijl, en onder gebruikmaking van de toneeltechnieken die momenteel ter beschikking staan. Er waren geen idiote ingrepen in het libretto, en dat is al heel wat. Helaas moest hij zich toch van een van de grote clichés van het Regietheater bedienen: de ondiepe waterpoel waar de gehele cast doorheen moest waden. Al duizend keer gezien. Storende klets-kletsgeluiden in het pierenbadje, maar, wat waar is is waar, ook zeer sensuele beelden (zie afbeelding rechts boven). Met name van Lucia. Geen straf. Maar minder geschikt voor sopranen type Caballé, die nu ten (belasting)paradijze is opgenomen. Maar toch: akkoord, het regent vaak in Schotland, maar Lucia in een drijfnatte nachtjapon die tegen haar niet onaantrekkelijke lichaam kleeft, doet ons toch sterk denken aan een John-de-Mol-achtige wet T-shirt contest. De vertoning bezorgde ons enige niet noodzakelijk als storend ervaren aandrang in de schedel. Echter, Donizetti en deze Lucia zijn tegen veel bestand!
Op deze excellente Lucia is bij uitstek de uitspraak van dichter Willem Kloos (1859 – 1938) van toepassing: “Schoonheid is het leven in zijn fijnste essence.” Wij waren van deze pracht van een voorstelling enigszins beduusd.
Olivier Keegel
Wat heerlijk dat er toch nog wat te genieten valt, is het niet van de opera dan toch van de wijze van recenseren. Gelukkig dit keer ook van de voorstelling.