TURANDOT. Dramma lirico in tre atti e cinque quadri. Libretto di Giuseppe Adami e Renato Simoni. Musica di Giacomo Puccini. L’ultimo duetto e il finale dell’opera sono stati completati da Franco Alfano. Creatie Milano, Teatro alla Scala, 25.4.1926.
De onveranderlijk als “ijskoude prinses” omschreven Turandot weigert te trouwen tenzij de echtgenoot in spe drie raadsels kan oplossen. Prins Calaf accepteert de uitdaging en weet de raadsels met speels gemak op te lossen, maar Turandot wil nog steeds niet trouwen: de onbetrouwbare overheid avant la lettre. Calaf geeft haar lik op stuk: als ze zijn naam kan raden vóór zonsopgang, zal hij sterven. Zo, die zit.
Muzikale leiding: OURI BRONCHTI; Regie: CHRISTOPHE COPPENS; La Principessa Turandot EWA VESIN; L’Imperatore Altoum NING LIANG; Timur MICHELE PERTUSI; Il Principe Ignoto (Calaf) STEFANO LA COLLA; Liù VENERA GIMADIEVA; Ping / Un Mandarino LEON KOŠAVIĆ; Pang / Il Principe di Persia ALEXANDER MAREV; Pong VALENTIN THILL; Symfonieorkest, koor en kooracademie van de Munt; Kinder- en jeugdkoren van de Munt o.l.v. Benoît Giaux.
Regie: 2,5*
Muziek: 5*
You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google bar above this article.
Turandot en de Tulpenmanie
De Tulpenmanie, 1634-1637, was een van de vermakelijkste periodes van de vroege 17e eeuwse Nederlanden. De prijzen voor bepaalde tulpenbollen stegen in een sneller tempo dan de huizenprijzen onder de kabinetten Rutte. Tulpen werden een symbool van luxe en status, vooral bij Mensen van Toen. Mensen kochten abonnementen contracten voor de levering van tulpenbollen, waarbij de prijzen exponentieel stegen.
Tijdens de piek van de tulpenmanie konden sommige tulpenbollen evenveel kosten als een gemiddeld huis in Amsterdam. Tóén dan… Het was de irrationaliteit c.q. de waanzin van de markt. In pamfletten en satirische periodieken werd de speculatieve handel in tulpenbollen echter weldegelijk bespot. Een voor Keukenhofbezoekers bekend voorbeeld is het pamflet “Tulpen Gazet” (aanvankelijk “Flora’s Mallewagen” genoemd) uit 1637, dat de tulpenhandel belachelijk maakte en waarschuwde voor de desastreuze dwaasheid van de onderneming. De markt voor tulpenbollen werd niet aangedreven door de werkelijke vraag, maar door een collectieve bewustzijnsvernauwing, geïnstigeerd door onoordeelkundige maar invloedrijke “influencers”, zoals we ze nu zouden noemen: de intellectuele asfaltjeugd die na verlost te zijn van hun in-kerkering bij de Liefdezusters van het Kostbaar Bloed geen raad wisten met hun vrijheid, en met een oververhitte Lebensbejahung de zwakke broeders in de maatschappij met stuitende en dwangmatige uitbundigheid onder psychologische dwang meelokte naar de Sekte van het Schabouwelijke Gedachtenleven.
Collectieve psychose
Aan deze collectieve florale psychose kwam in februari 1637 een eind. Aan de vlaag van Regietheater-waanzin, die als verschijnsel tamelijk parallel loopt met de Tulpenmanie, is in onze dagen nog geen eind gekomen, hoewel sommigen het Narrenschip langzaam aan de einder zien verdwijnen; het schip mag zich dan langzaam verwijderen, de diabolisch-giftige, zwavelige en onwelriekende dampen blijven nog wel even hangen. Het publiek begint meer en meer waarde te hechten aan de goede, oude opera-esthetiek. Ook begint menigeen zich steeds vaker achter de oren te krabben wanneer men zich realiseert dat er ook nog zoiets is als de artistieke integriteit van een werk. Wanneer men voor 200 euro een kaartje koopt voor Beethovens Fidelio, dan is het niet gewaagd om aan te nemen dat men de opera Fidelio van Beethoven wil bijwonen en niet een freakshow, met uw belastinggeld op poten gezet door een stel Balsturige Bovenbazen aan de Amstel. Men krijgt wel eens genoeg van dat eeuwige en altijd simplistische “bewustzijn creëren” en “veranderingen stimuleren”, anders gezegd: het Hoofdstedelijke Directoraat van Wokig Welzijn dient eens grondig met stoom en kokend water gereinigd te worden.
Verheugend is dat er steeds meer meningsverschillen -of beter nog: tot handtastelijkheden leidende ruzies- ontstaan tussen regisseurs, zangers en dirigenten. Wokie-wokie en gekkie-gekkie leveren spanningen op waarbij menig dirigent zich realiseert “hell is empty but the devil is here”.
Enkele tijd geleden werd ons de vraag voor de voeten geworpen: “Maar de toneelstukken van Shakespeare dan, die worden toch ook geactualiseerd?” “Goede vraag”, was ons antwoord, ons standaardantwoord op vragen van wijsneuzen die geen andere leerstof tot zich hebben genomen dan de LOI-alertheidscursus “En Ik Dan ? “, maar op de vraag naar wie de Coentunnel is vernoemd, het antwoord schuldig moeten blijven. Wij hebben geen verstand van toneel, de laatste voorstelling die wij bijwoonden was Op hoop van zegen met Esther de Boer-van Rijk als Kniertje. Ondanks onze onwetendheid ter zake kunnen wij wel met overtuiging deze stelling poneren: De vergelijking tussen toneel en opera gaat niet op. Want opera, dat is muziek. En die is leidend, en in het huidige tijdsgewricht helaas ook vaak lijdend.
Vandaag gaat het over de muziek van Puccini: wij woonden een voorstelling van Turandot bij in Brussel. En juist Turandot is een pregnant voorbeeld van de paralogische quatsch die schuilgaat onder woorden en termen als “actualisering” of “verplaatsing in de tijd”, of erger nog, een “voortschrijdend inzicht dat een volledig wit team […], problematisch is”.
Wij zullen u niet lastigvallen met overbekende Turandot-data; we weten nu zo langzamerhand wel dat Turandot postuum werd voltooid door Franco Alfano (en daarna door jan en alleman die een notenbalk kan beïnkten) en dat de opera zich in een exotische setting afspeelt in het oude China. Die exotische setting, die exotische sfeer, is belangrijk, want Puccini stak veel werk in de naadloze aansluiting tussen libretto en partituur. Hij bestudeerde en gebruikte Chinese melodieën en muzikale motieven, inclusief de Chinese pentatoniek [gaat u maar eens los op uw Rippen met D-E-G-A-B] om die authentieke sfeer te creëren, en dus volledig aan te sluiten bij het libretto van Adami en Renato Simoni.
Koor
Turandot biedt een verheugende hoeveelheid koor; daarmee, en met de orkestratie, worden de dramatiek en de grootsheid van het verhaal danig versterkt, hetgeen uiteindelijk het doel van menige opera is. Het openingskoor en de massale scènes in de opera zijn bepaald indrukwekkend te noemen.
Fijne aria’s bevat Turandot ook: het ergerlijk misbruikte “Nessun Dorma” laten we voorlopig maar even buiten beschouwing. Maar “In questa reggia” (Turandot), “Tu che di gel sei cinta” (Liù), “Signore ascolta!” (Liù) en het hartsmeltende “Non piangere Liù” (Een o zo Puccini-typische prachtaria van Calaf) komen zonder meer in aanmerking voor een hoge notering op de aria-hitlijst.
Wij kunnen zwijmelen over deze aria’s, maar de plicht roept. Uit het nevenstaande dringt zich een solide, onontkoombare conclusie op, en wij vereenvoudigen deze conclusie gemakshalve tot “Bij Chinese Muziek Horen Chinese Plaatjes”. Wij gebruiken met nadruk het woord “plaatjes”, opdat de graven worden geopend en de vele lichamen der vermodderden, die ontslapen waren, worden opgewekt, roepende “Opera is meer dan mooie plaatjes!” Wie geïnteresseerd is, wende zich tot Mattheus 27:52.
Navigare necesse est, vivere non est necesse
Regisseur Christophe Coppens navigeerde naar het Hongkong van het interbellum, waar een schatrijke familie zich verliest in geld, macht en geweld. Hong Kong! Wij counten onze blessings, want Hong Kong, dat is tenminste China, hoewel de eerste woorden van de opera “Inwoners van Peking!” ons in geografische verwarring achterlieten. Die Puccini heeft ook altijd wat! Het lugubere, horror-achtige karakter van deze opera kwam in deze setting niet goed tot zijn recht. Het ziet er op het toneel op zichzelf allemaal prachtig uit, maar het lijkt meer op een cocktailparty van de happy few dan op een sinistere Umwelt waarin letterlijk koppen moeten rollen. De regisseur tovert ook nog een DNO-ingreep uit de hoge hoed: de Keizer van China wordt… (raden maar!) … Keizerin ! Ocherme da menneke! Gezwicht voor de woke-dictatuur. Ter geruststelling van Mensen van Nu: ja, er was naakt en er was een gewaagde neonlettertekst “Entitled Cunt”, die in operaverband bij ons wel (enkele) associaties oproept, maar zeker en vast niet de gewenste. Ook werd de “ouverture” (u weet wel, BOEM-BOEM-BOEM) ontsierd door volstrekt onzinnige pezeweverij. Waar zijn Hein van Eekert en de in tongen sprekende recensent van de Theaterkrant (wij bedoelen niet Thea Derks) als je ze nodig hebt. Maar juist voor Turandot geldt: dodelijk, een vermodderd schouwspel vóór de magistrale, shockerende unisono openingsmaten met bij de derde noot meteen al een dekselse overmatige kwart. Hoe genoeglijk wilt u het hebben !
Jubileum
On a more positive note: er is heden heugelijk nieuws! Met deze recensie is het “precies voor de honderdste keer” (u herkent de kernachtige formulering?) dat wij schrijven: “Gelukkig was er muzikaal heel wat meer te genieten”.
Gelukkig was er muzikaal heel wat meer te genieten
Voor de verandering eens beginnen met dirigent en orkest. Prima de luxe! Het orkest was in topvorm, en dat gold evenzeer voor de fantastische solisten. Knap dat de zang overeind bleef in de toch zwaar georkestreerde partituur, wat niet alleen voor de zangers in kwestie, maar ook voor dirigent en orkest een compliment is. En laten we vooral niet vergeten het operakoor van de Munt een tien met een griffel uit te reiken.
Stefano La Colla, dat is een tenor van stavast! Wij maken hier volgaarne en zonder dralen het grootste compliment dat men een tenor kan maken. Met La Colla kwamen wij ongeschonden ‘Nessun dorma’ door. Bravo!
Liù is traditioneel de trouwe volgeling en dienares van Turandot. Maar het muzikale hart is een eenzame jager, en dezelfde geraakt in een staat van ernstige cognitieve dissonantie als hij de goddelijke en onwaarschijnlijk ver dragende stem van de Russische sopraan Venera Gimadieva ontwaart en zich daarbij toch een trouwe dienares moet voorstellen. Emotioneel worden wij niet meer, op onze gevorderde leeftijd (wij schijnen daarmee tegen een algemeen geaccepteerd natuurverschijnsel in te gaan), maar voor mevrouw Venera Gimadieva, een hemelse Liù, zouden wij met volle overtuiging in het strijdperk treden tegen een ieder die haar of haar automobiel met verwerpelijke gedachten bejegent. Een duel gaan wij niet uit de weg. Het verdedigen van de eer van een dame is immers een morele verplichting! Wapenkeuze: Beretta 92FS. Secondanten: Gidi Markuszower en Ellen ten Damme.
Onze adoratie voor het bovenaardse stemgeluid van deze Liù mag zeker niet ten koste gaan van Ewa Vesin, die de rol van Turandot vertolkt. Een stem van jewelste, die geen moeite heeft om de soms wat extreem gevulde partituur van Puccini het hoofd te bieden.
Hoewel het mij lichtelijk verwondert dat een grootindustrieel uit de jaren twintig een tekst uit zijn strot krijgt als “E benedetto sia il dolor, per questa gioia che ci dona, un Dio pietoso” (“Moge mijn verdriet zelf gezegend zijn voor deze vreugde die ons gegeven is door een medelijdende God”), overheersten tijdens deze avond de uitmuntende kwaliteiten van solisten, koor, orkest en dirigent. Goed zo.
Het wordt tijd dat je de Libris Literatuurprijs krijgt. Heerlijk om te lezen.
Een gulle lach klinkt door De Jordaan…
Gelukkig toch nog een gulle lach, dit jaar niet voor Ajax!
Truus, zeker heerlijk om te lezen, al heb je een andere visie. Duidelijk vooral de inleiding en ook waardering met de sterren.
En ik vrees het ergste voor de komende Rigoletto in Amsterdam
Is dat niet een reprise van de pijnlijk mislukte versie uit 2019 ?
Zou kunnen, heb het toen niet gezien. Komt ui Venetië
Wel met Lisette Oropesa, nog op mijn lijst, op naar Dresden, helaas ziek!
Nee uit april 2017 speelt in sanatorium
Rizzi! Oropesa! Salsi! Pirgu! Regie helaas onvergetelijk.
leuk om te lezen. ja Turandot is natuurlijk een echte chinese opera. maar ja. zoveel regisseurs willen iets anders ervan maken.
Gloedvol geschreven met een bittertje of wat. En terecht onderbouwd waarom deze benadering de eenheid van muziek en libretto vernietigt.