You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google bar above this article.
Rigoletto van Giuseppe Verdi. Melodramma in drie bedrijven. 1851. Libretto van Francesco Maria Piave, naar Victor Hugo’s toneelstuk Le Roi s’amuse. Eerste opvoering in het Teatro La Fenice, Venetië, op 11 maart 1851.
Bezochte voorstelling: 3 maart, Opéra Royal de Wallonie, Liège. Opera Gazet recensent: Hugo Delava.
Muzikale leiding : Daniel OREN; Regie : John TURTURRO ; Rigoletto : Enkhbat AMARTUVSHIN; Gilda : Enkeleda KAMANI ; Il Duca di Mantova : Ivan AYON RIVAS ; Sparafucile : Ruben AMORETTI; Maddalena : Sarah LAULAN ; Il Conte di Monterone : Patrick BOLLEIRE; Marullo : Ivan THIRION ; Giovanna : Caroline DE MAHIEU ; La Contessa di Ceprano : Margaux DE VALENSART ; Matteo Borsa : Alexander MAREV; Orchestre et Chœurs : Opéra Royal de Wallonie Liège ; Avec la participation de l’IMEP (Orchestre) et du Conservatoire Royal de Liège (Chœurs) ; En collaboration avec la Chapelle Musicale Reine Elisabeth.
Muziek: 4,5*
Regie: 3,5*
Reacties zijn welkom, bij voorkeur onder dit artikel en niet op Facebook, waarvan de meeste recensenten geen lid zijn.
Mensen die ons kennen zullen ongetwijfeld verbaasd zijn op Opera Gazet een recensie van onze hand te lezen van een voorstelling van Rigoletto en inderdaad, dit is het soort repertoirewerken waar je ons niet snel tegen het lijf zal lopen. We houden er immers van verrast te worden door onbekende werken van al dan niet vergeten componisten en het gros van Verdi’s opera’s voldoen niet aan deze definitie. Maar we hadden deze keer een goede reden om een uitzondering te maken en ons toch naar Luik te begeven: de veelbelovende rolbezetting.
Nochtans was het net op dit punt dat er in aanloop naar de première nogal wat animo ontbrak. Nadat eerst de Spaanse bariton Carlos Alvarez had afgezegd (aansluitend op eerdere annuleringen en dus niet geheel onverwacht), werd ook de Italiaanse tenor Francesco Demuro weggehaald door Covent Garden om daar in te vallen in… Rigoletto. Wanneer kort voor de première ook nog de Gilda van dienst Maria Mudriak afzegde, kregen we een gans andere premièrebezetting.
Niet getreurd: de mensen die we graag aan het werk wilden horen, verschoven zo van de tweede naar de eerste cast waar ze naar onze bescheiden mening al van aanvang thuis hoorden. Het ontbreekt ons aan woorden om de indruk te beschrijven die de Mongoolse bariton Amartuvshin Enkhbat op ons maakte. Vorig jaar aangekondigd in een productie van Nabucco die helaas wegviel door corona, maakte hij in Luik zijn huisdebuut. Een echte kernachtige Verdi-bariton met een fluwelen timbre, prachtig en krachtig wanneer zijn rol dit vereist maar even goed ingetogen wanneer nodig. Hoogtepunt van de voorstelling was ongetwijfeld zijn aria “Cortigiani, vil razza dannata” in het tweede bedrijf waarin hij eerst hoogmoedig en vervolgens smekend om zijn dochter vraagt.
De Peruviaanse tenor Ivan Ayon Rivas won in 2021 op de Operalia wedstrijd naast de eerste prijs ook de publieks- en zarzuelaprijs en we wilden dus graag kennis maken met dit jonge talent. Ook hier waren we niet teleurgesteld. Rivas bracht de partij van de hertog van Mantua met verve maar ook met de nodige nuances. De vanzelfsprekendheid waarmee hij zang en toneelspel combineert is opmerkelijk. Voeg hierbij de nodige vocale reserves en een stralende hoogte en je bekomt een ideale vertolker voor de rol. Niettemin waren we een beetje verrast door de eerder koele reactie van het Luikse publiek na afloop van de voorstelling.
Nadat Maria Mudriak (zelf ooit derde prijs op Operalia) afzegde, werd met de Albanese Enkeleda Kamani een waardige vervangster gevonden. Zonder het niveau van haar partners te halen – daarvoor klonk haar hoogte af en toe wat schril en zaten er net te veel schoonheidsfoutjes in “Caro nome” – zette ze een geloofwaardige Gilda neer waarbij haar prestatie over de ganse voorstelling genomen eigenlijk crescendo ging. Naast een aanzienlijk aantal bijrollen hoorden we de Spaanse bas Ruben Amoretti als een wat licht uitvallende Sparafucile en Sarah Laulan als een verleidelijke Maddalena.
We mogen zeker het aandeel van dirigent Daniël Oren in het succes van deze productie niet onderschatten. Na een wat bombastisch gespeeld voorspel bleek hij een ideaal en genuanceerd begeleider van de zangers die zo meer dan gewoonlijk nuancen in hun zang konden aanbrengen. Complimenten ook voor het homogene koor van de ORW, nog steeds zingend met mondmasker.
Iets minder enthousiast zijn we over de regie van John Turturro. Zeker, het toneelbeeld was traditioneel en dat feit op zich verdient al respect in deze tijden van Regietheater, maar een aantal elementen in de personenregie konden zeker overtuigender. Zo liep Rigoletto zelf in het eerste deel wat onbeholpen rond, hetgeen niet past bij de hofnar wiens tong iedereen angst inboezemt. Erger was de manier waarop het slot van de opera, met vooral de moord op en de dood van Gilda, geënsceneerd werden. Een kwartet waarbij mensen die elkaar niet kunnen zien zo goed als naast elkaar staan wijst eerder op een gebrek aan fantasie. Gilda op een fictieve deur laten kloppen of Rigoletto een lege zak laten openen terwijl de stervende Gilda rustig het toneel op komt en in de armen van Rigoletto gaat liggen zal wel verklaard kunnen worden, maar zorgde ervoor dat de obligate traan die spontaan opborrelt bij het einde van dit meesterwerk jammerlijk afwezig bleef.
We kunnen deze productie, ondanks enkele reserves bij de regie, echter van harte aanbevelen aan alle muziekliefhebbers. En er is meer goed nieuws: wie pas na het weekend gaat kan zoals van oudsher van opera genieten zonder mondmasker. Alleen al om na twee jaar die sensatie opnieuw mee te kunnen maken zouden we nog een keer naar Luik willen gaan.
Prima artikel en ook mooi te vernemen dat er weer een echte verdi-bariton is opgestaan. Met deze stemsoort is de operawereld op dit moment helaas niet al te rijk bezaaid.