LUISA MILLER
LUISA MILLER, melodramma tragico in drie bedrijven van Giuseppe Verdi. Libretto van Salvatore Cammarano. Bijgewoonde voorstelling: 8 maart 2023, Staatenhaus, Keulen.
Muzikale leiding: Roberto Rizzi Brignoli; Regie Christof Loy, Georg Zlabinger; Koorleiding: Rustam Samedov; Il Conte di Walter: Dario Russo; Rodulfo: Rodrigo Porras Garulo; Federica: Adriana Bastidas-Gamboa; Wurm: Krzysztof Bączyk; Miller: Ólafur Sigurdarson; Luisa: Mané Galoyan; Laura: Maria Koroleva; Chor Der Oper Köln; Gürzenich-Orchester Köln.
You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google button above this article.
Muziek: 4****
Regie: 2**
Reacties zijn welkom, bij voorkeur onder dit artikel en niet op Facebook, waarvan de meeste recensenten geen lid zijn.
Opera’s en voetbalclubs hebben een gemeenschappelijke eigenschap: het zijn er veel. En er zijn bij de operaliefhebber en de voetbalfan favorieten. Zelf vertonen wij de neiging onze sympathie te laten uitgaan naar de hoofdstedelijke Godenzonen (seizoenskaart sinds 1965), de Superjoden (foei!), Ajax. Het clublied “Een juichtoon da’vre langs de velden, Voor ons dierbaar Rood en Wit! De ploeg der dapp’re Meersche helden! Onze vreugd en trots bezit!” is een kernwaarde in het Nederlandse voetbal en de Nederlandse beschaving.
Zo ook heeft d’Oprechthe Operaliefhebber niet zelden een favoriete opera. Echter, het denkraam van menig operaganger is via gewillig openende deuren toegankelijk voor vele componisten en veel van hun werken. Jazeker, “In het huis mijns Vaders zijn vele woningen.” (Johannes 14:2). Dan weer is Salome uw favoriet, dan weer Le Nozze di Figaro. Dan dweept u weer met Donizetti, dan weer met Haendel. U wordt heen en weer geslingerd door de aanvechtingen van uw gemoed, u twijfelt aan uw loyaliteit jegens deze of gene componist. En ligt daar wakker van.
Hoeft niet meer. Wij bieden u graag een oplossing voor uw onstoffelijke nood: bezoek Verdi’s Luisa Miller. Dat is namelijk de fraaist geklofte opera ooit gecomponeerd. U zult geagiteerd tegenwerpen “maar dat is toch subjectief”? Wij kunnen u geruststellen: nee, het is een keihard feit. Wetenschappelijk bewezen (wij vallen u met de details niet verder lastig), een objectieve waarheid, net als de goddelijkheid van France Gall.
Luisa Miller lijkt een beetje op de nakomers La traviata en Rigoletto. Maar Luisa Miller overtreft onzes inziens de twee laatste in tekst en orkestratie. Eigenlijk wilde Verdi de roman L’assedio di Firenze (Het beleg van Florence) van Francesco Domenico Guerazzi als uitgangspunt nemen, maar de censuur in Napels stak daar een stokje voor.
Verdi probeerde het daarna met Kabale und Liebe van Friedrich von Schiller, waarin Luisa Miller de hoofdpersoon is. Dat lukte. Dat lukte nogal wel zo tamelijk bijzonder goed. Het is geen vrolijk werkje, deze geschiedenis van een tragische jeugdliefde die wordt vermorzeld onder de hardvochtige eisen van de familie. Zie de zaak van Emilie Bremer versus Beatrix. Bremer delfde het onderspit en werd afgevoerd naar een Haagse achterstandswijk, waar zij trouwde met een kabeltrekker.
LUISA MILLER
Meneer Miller geeft een feestje voor zijn dochter Luisa; ook een zekere Carlo (de naam alleen al roept een associatie op met vermoedelijk twijfelachtige antecedenten). Naast Carlo is ook Wurm (veel betrouwbaarder naam, maar blijkt toch een boosaardig heerschap) verkikkerd op Luisa.
Carlo is in feite Rodolfo, een beruchte loverboy. De vader van Rodolfo, Graaf Walter, adviseert zijn zoon achter de recent verweduwde Federica aan te gaan en noemt Luisa in het openbaar een “ordinaire hoer”. (Een niet-ordinaire hoer is bijvoorbeeld Violetta.) Vader en dochter protesteren hevig, maar dat komt ze duur te staan: ze worden gearresteerd.
Walter en Wurm slagen er door vuige machinaties in Federica en Rodolfo tot elkaar te brengen, maar Rodolfo moet er niets van hebben: hij daagt Wurm uit voor een duel.
HEMELEN
Luisa is ontroostbaar en overweegt ernstig een einde aan haar leven te maken, maar haar vader is tegen. Rodolfo komt weer in beeld en stelt Luisa voor samen rustig een drankje te drinken (“doe hier effe wat”). Drankje vergiftigd zijn. Het laatste uurtje van het rampspoedige koppel heeft geslagen, ze dromen ervan samen in de hemel te worden herenigd. Dan valt het toch nog mee.
Graaf Walter en Wurm komen binnen. Met zijn laatste krachten vervloekt Rodolfo de perfide Wurm, en zakt dan in elkaar. Hij sterft naast zijn levenloze geliefde, Luisa.
AMSTERDAMSE TOESTANDEN
De voltooiing van de renovatie van het operagebouw in Keulen was voorzien in 2015, maar het zal wat later worden, 2023-2024. Dat wordt dus 2024-2025. Voorlopig moeten we het doen met het naargeestige Staatenhaus, waar wij dan ook deze Luisa Miller bijwoonden.
Om er maar even meteen doorheen te bijten: wij kregen te doen met regisseur Christof Loy. Met Loy kan het vriezen en dooien. Vandaag vroor het op Elfsteden-niveau. Hij maakte van Luisa Miller een kameropera. Uiteraard een kale, witte kamer. Een super koel (niet cool) toneelbeeld, bij uitstek niet geschikt voor de hevig emotionele en ontroerende opera Luisa Miller. Het drama mag zich dan wel afspelen “in de hoofden van de personages”, zoals Loy altijd zegt, maar “Quando le sere al placido” in een wit steriel magazijn van Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart, dat werkt gewoon niet. Er ontstond onrust onder het publiek toen bleek dat de tafel in de pauze van rechts naar links was verplaatst (ontregelend!), en er was een erker bijgetimmerd, maar toch: is dit nu de dynamiek die de opera zo hard nodig heeft? Nudge nudge wink wink…
De uitstekende dirigent Roberto Rizzi Brignoli leidde het orkest vanuit een open zijkant, links, net voor het podium.; daar stond ook het koor, achter (!) de dirigent (Barbara Hannigan maakt school!), dat zo af en toe een gastoptreden op het podium mocht verzorgen. De dirigent onderhield contact met de solisten via een moderne, elektriek aangedreven Super 8 camera; het leidde tot enkele ongelijke inzetten tussen orkest en solisten. De hele, toch wat vreemde situatie kwam de toehoorder en Verdi toch al niet ten goede.
De forte-passages die Verdi in zijn Luisa-Millerpartituur heeft staan, en terecht ook als forte-passages werden gespeeld, vloekten nogal bij het “intieme” toneelbeeld. Overigens was zowel het orkest als het koor van eminente puikheid. De klarinettist in de ouverture (“Sinfonia”) en “Quando le sere al placido” verdient een apart compliment. Het hele orkest speelde trouwens met Italiaanse pittigheid. In onze jonge jaren hadden wij het woord “italianità” laten vallen.
A KINGDOM FOR A VERDI BARITONE
De lage mannenstemmen waren niet slecht, maar ook niet het sterkste onderdeel van de cast. De stem van Dario Russo (Walter) is fraai expressief in het lagere en middenbereik maar ietsjes beperkt aan de top. Zijn Walter was van een wat vreemde jeugdigheid. De andere lage mannenstemmen, de Miller van bariton Ólafur Sigurdarson en de bas van Krzysztof Bączyk, voldeden naar behoren, hoewel Sigurdarson wel erg royaal was met zijn vibrato. Bączyk belichaamde Wurm met een weelderige basstem, terwijl Sigurdarson ons iets minder overtuigde met zijn onheldere passaggi; zijn vaderlijk acteren was trouwens voortreffelijk. Rodrigo Garulo (Rodolfo) pakte heerlijk uit met zijn aanminnige, betoverende tenorstem die buitensporige genoeglijkheid bij de toehoorders teweegbracht. Welk een topper! Zijn “Quando le sere al placido” was van wereldklasse hoewel deze emotionele aria zoals gezegd enorm vloekte met het kale toneelbeeld, hetgeen als een compliment voor Garulo beschouwd mag worden.
Sopraan Mané Galoyan weerspiegelde de kwetsbaarheid van Luisa briljant, haar pianissimi waren hartveroverend, terwijl de Federica van mezzosopraan Adriana Bastidas-Gamboa een fraaie vurigheid aan de dag legde. Sopraan Laura Maria Koroleva maakte een goede indruk in de rol van Laura. Haar sprookjesachtige “Ti desta, Luisa, regina de’ cori” na/met het koor in het begin van de opera zou menigeen op het verkeerde been kunnen zetten: de illusie van een vrolijk muzikaal avondje uit. Maar ook het beroemde/beruchte “a capella” kwartet met Luisa, Wurm, Walter en Federica in akte II pakte wonderschoon uit. En de gehele, verzengende derde akte zorgde bij het Duitse publiek, en niet alleen bij hen, voor menige geprangde gorgel.
Conclusie: even afgezien van de regie, maar wat een hemelse muziek bevat dit ontroerende meesterwerk.
Olivier Keegel
Heerlijk om te lezen, ook als fan van Volendam. En geniet elke keer van Olivier, waarom, zijn pen te volgen, ook als je het niet eens bent met hem.