Hans Grünhut, de beste zanger van Wenen

HANS GRÜNHUT – In mijn vitrinekast met portretten van operasterren staat ook een ingelijst reclamevlugschrift (zie hieronder) van vroeger, wij zouden het nu een “flyer” noemen, waarin Café-Restaurant “DE POOL”, Damrak 42-43, laat weten dat men vanaf heden in genoemde lokaliteit van levendige muziek kan genieten. “Levendig” is Amsterdams voor “levend”. De “Weense radiozanger” Hans Grünhut wordt aangekondigd: “dagelijks vanaf 7.30 uur (19:30h), zaterdags en zondags vanaf 3 uur”.

Hoogbejaarden mijmeren. “Over vroeger.” Dit sentiment is eens muzikaal beschreven door Peter Wiedemeijer in het lied “Weet je nog die tijd van vroeger.” Aan het taalkundig merkwaardige “Tijd van vroeger” valt in Oekeliaanse c.q. Wimschipperse zin nog wel enig genoegen te beleven, verder is dit waarschijnlijk het slechtste liedje dat ooit in Nederland geschreven werd. Op Mag ik dan bij jou na.

Mijmeren, uiteraard over geliefden van eens, maar toch ook: over de gebouwen en de sfeer waaraan zij onderdak boden. Wat dat laatste betreft beschikken bejaarde Parijzenaren over een doelmatige methode om hun herinneringen aan de gebouwen en lokaliteiten van weleer stevig te onderbouwen. Ze gaan er gewoon heen, naar die brasserie die al 120 jaar bestaat, naar La Butte aux Cailles die zij 55 jaar geleden met hun geliefde beklommen. Alles is er gewoon nog.

Naatje van de Dam

Voor de seniore Amsterdammer ligt dat moeilijker, want hier wordt alles gesloopt of afgebrand, of erger nog: gemoderniseerd. Marinus van der Lubbe deed in 1929 een voorstudie voor de Rijksdagbrand door het Paleis voor Volksvlijt in de fik te steken. Hotel Polen, niet te verwarren met café-restaurant De Pool, brandde in 1977 af. Recentelijk werd Naatje van de Dam (monument De Eendracht, ter herinnering aan de Tiendaagse Veldtocht) gesloopt om plaats te maken voor elektriek vervoer. Ook de legendarische Amsterdamse horeca, die mengeling van grandeur en toegankelijkheid, is grotendeels verdwenen. Voor grandeur kwam poenigheid, voor toegankelijkheid kwam Nutella.

Een van die legendarische uitspanningen was De Pool, Damrak 42-43. Het dateerde uit 1813 en werd gesloten in 1972.  Men kon er eten en drinken in een sfeer van gezelligheid-op-niveau. Ooit werd het door de Bond van Nederlandse Onderwijzers  aanbevolen als een goedkoop en degelijk adres voor schoolreizen. Een betere aanbeveling is niet mogelijk. En: er was levendige muziek!

De in hierboven afgebeelde flyer genoemde Hans Grünhut, de “Weense Radiozanger”, werd in 1902 geboren in Wenen, vandaar de “Vindobona Schrammeln”.  Begin jaren dertig zong hij in het jazzorkest van Charly Gaudriot. Hij scoorde enkele hits, zoals Ich setz’ mir eine rosenrote Brille auf (uit de film “Ein süßes Geheimnis”) en het lied Wie sag ich’s meinem Mann (uit de gelijknamige film).

Fledermaus en Boccaccio

In 1932 verhuisde Grünhut naar Amsterdam, waar hij in verschillende operettes  optrad. Operettes konden toen nog vrijelijk worden uitgevoerd. Hij werkte bij de Nederlandse Operastichting samen met o.a. Willy Caron, Marco Bakker, Cora Canne Meijer en Wilma Driessen. Zo vertolkte hij in 1968 de rol van Frosch in Die Fledermaus, naast o.a. Marco Bakker (Dr. Falke) en Chris Reumer (Dr. Blind) en  Wilma Driessen (Adele). Ook in Boccaccio (1970) van de Nederlandse Operastichting was hij present, naast o.a. Nico Boer, Willy Caron, Nelly Morpurgo, Mizzi van der Lanz, Elsa Lioni, Marco Bakker, John Bröcheler, Pieter van den Berg en Tom Haenen. Namen gehuld in een goudglanzende mantel van kwaliteit.

Zijn naturalisatie tot Nederlander bracht hem grote vreugde. Grünhut werd nationaal bekend door zijn radioprogramma’s met The Ramblers en zijn eigen VARA-programma “Vindobona Schrammeln”. Men noemde hem de “Ambassadeur van het Weense Lied”. In 1975 nam Grünhut definitief afscheid van het Nederlandse publiek met het radioprogramma “Abschied von Wien”.

Grünhut had zich in de Egidiusstraat te Amsterdam gevestigd, en zou nooit meer naar Wenen terugkeren. „Ik verloor er meer dan tien familieleden”, verklaarde hij in 1956. „Ik kan er moeilijk nog terugkomen.” Zijn wieg stond in de voorstad Erdberg, die als tamelijk onveilig bekend stond en waarvan de Weners zeiden: „Als je je hondje uitlaat, moet je hem een mitrailleur aan zijn staart binden.” Hans Grünhut werd aanvankelijk boekhouder en bekostigde zo zijn studie op het conservatorium. In 1931 werd hij uitgeroepen als de beste zanger van Wenen (bron: Korrel Zout). Meteen na zijn verhuizing trad hij in 1932 op in De Kroon aan het Amsterdamse Rembrandtplein waar hij zich, wegens gebrek aan een microfoon, van een megafoon bediende. In de oorlog kreeg hij een zangverbod van de Duitsers, en na de oorlog trad hij op in Chez Gaston op het Thorbeckeplein.

Inmiddels had hij aan de Slotermeerlaan een platenzaak geopend, die hij in een opwelling van creativiteit “Hans Grünhut” noemde. Elke week hing hij een bord met  de Amerikaanse Top-50 op. Daarop omcirkelde hij, aldus een buurtbewoner, de platen die hij in huis had; dat waren er meestal niet meer dan een stuk of drie. Naar de andere zevenenveertig bleef het gissen. Ook had hij een grote luidsprekerbox buiten staan. De ongelukkige peuter die het ding per ongeluk omvergooide, kreeg met een schuimbekkende Grünhut te maken; hij dreigde de ouders met gigantische schadeclaims. Een andere buurtbewoner herinnerde zich dat hij zich tot platenzaak Grünhut wendde om de single It’s all over now van The Rolling Stones te bemachtigen. Grünhut moest hem teleurstellen: “Platte noch nicht im Laden! Kommt nächste Woche!“. Als troost kreeg de Stones-fan een ansichtkaart van Francoise Hardy en besefte waarschijnlijk niet hoeveel beter hij daarmee af was.


We schrijven het jaar 1978, één jaar voor Grünhuts dood. Als je het telefoonnummer van iemand wilde weten, draaide je 008, “nummerinformatie” (Het nummer is 72 72 72, meneer. Dankuwel, dankuwel, dankuwel.) Ajax verloor met 0-8 van Bayern München en de journalist Evert Werkman schreef in Het Parool een dagelijkse rubriek “Amsterdam Logboek”

Evert Werkman noteerde in het Amsterdam Logboek: “Gisteren belde Hans Grünhut op en vroeg: ‘Hebben jullie 008 al gebeld?’ Wij: ‘Nee, hoezo?’ Grünhut: ‘Dat is het nieuwe nummer van Ajax.’ “

Niet de sterkste witz ooit, maar ach, voor een voormalige Duitser…. (pardon: Oostenrijker)

Olivier Keegel
4.5 2 votes
Article Rating
Olivier Keegel

Editor-in-Chief

Chief Editor. Does not need much more than Verdi, Bellini and Donizetti. Wishes to resuscitate Tito Schipa and Fritz Wunderlich. Certified unmasker of directors' humbug.

No Older Articles
No Newer Articles
Subscribe
Notify of
guest

5 Comments
Newest
Oldest Most Voted
Inline Feedbacks
View all comments
René Polanus
René Polanus
3 years ago

Hans Grünhut was destijds voor mij “Oom Hans”. Ik ken zijn geschiedenis. “De beste zanger van Wenen” komt mij wat overdreven voor; als hij al op de eerste plaats stond, zal hij die tenminste met een aantal anderen gedeeld moeten hebben.

Last edited 3 years ago by René Polanus