Fidelio.
“Abscheulicher! Wo eilst du hin?”
5 juni a.s. gaat Fidelio in première aan de Amsterdamse Amstel. De regie is in handen van Andriy Zholdak. Wij zijn helaas nog niet bekend met deze regisseur: de wereld gaat in razend tempo voorbij en de als stormachtig ervaren ontwikkelingen bezorgen ons aandrang in de schedel. Ons denkraam is tochtig en veel weten is eruit gewaaid, terwijl de frisse wind aangeblazen door Mensen van Nu nauwelijks vat heeft op onze toch zeer gevoelige windvaan.
Toch beginnen wij onze communicaties met eenvoudige lieden, bij uitstek de doelgroep van Opera Gazet, zelden met het woord “Vroeger…”. De havermelk-elite beschuldigt ons bij herhaling van spijtgezeur, maar oprechte vrienden en geïnteresseerden weten beter. Wij verdiepen ons dus, ter voorbereiding, een weinig in deze regisseur Zholdak. Komt uit de Oekraïne, zo lezen wij. Een topregisseur dus. DNO vult aan dat zijn publiek in een surrealistische droomwereld vol symboliek stapt, “wat ook in zijn Fidelio het geval zal zijn”. ZIJN Fidelio! Hier welt, vanuit de kennis van het Fidelo-libretto en van de gedetailleerde regie-aanwijzingen van Beethoven zelf, een niet uit te wissen reusachtig vraagteken op in onze gedachtenwereld. Maar die knellende vraag zal pas na 5 juni definitief beantwoord kunnen worden. Verder wordt ons van hogerhand meegedeeld dat Zholdaks “theatertaal” (een woord uit het vermodderde jargon der linguïstische pezewevers) gebaseerd is op het werk van filmregisseurs als Andrej Tarkovsky en Ingmar Bergman. (Als u de links aanklikt ziet u dat Fidelio er al aan zit te komen.) Wat de inspiratie betreft tracht ik parallellen te vinden uit mijn eigen leefwereld, en dan kom ik al gauw op de voetbalsport uit. Want veel is mij te ingewikkeld. Heeft Piet Keizer, de grootste voetballer die Nederland ooit gekend heeft, zijn schaarbeweging gebaseerd op het werk van Nourejev? Wellicht. Tot zover alles appie kim. Maar dan komt er een rechtse directe die vol doel treft: “Op eigenzinnige wijze zoekt Zholdak naar de diepere lagen van het algemeen menselijke drama van Fidelio.”
Wij zetten ons hier blijmoedig overheen: de term “dimensie” is immers nog niet gevallen en dan valt het allemaal wel mee. Wij werpen een blik op de boven ons bureau hangende ingelijste spreuk van Ernst Happel, die ons steeds weer nieuwe kracht geeft in de strijd tegen het “Zing Vecht Huil Bid Lach Werk En Bedonder” van hen die meer geïnteresseerd zijn in niet-bestaande “lagen” dan in de muziek.
Zich voorbereiden betekent zich grondig voorbereiden Dus pakken wij het DNO-clubblad “Odeon” er nog even bij. Hier lezen wij: “De muziek gaat de woorden en de handeling overstijgen, waardoor zich een grotere, rijkere en diepere dimensie aandient”, en even verder “hij [regisseur Zholdak] heeft weinig interesse in het letterlijk uitbeelden van een verhaal* en probeert vanuit de muziek, de atmosfeer en de personages deze diepere laag aan te boren”, en “Fidelio is een zoektocht van de geliefden Leonore en Florestan naar elkaar in een universum dat verscheurd wordt door het kwaad.” Wij noteren dus, schijnbaar kalm: ”Diepere dimensie”, “Weinig interesse in het letterlijk uitbeelden van een verhaal”, “diepere laag” en de climax, “een zoektocht naar elkaar”. [* Voor onze jongere lezers: “het letterlijk uitbeelden van een verhaal” is het volgen van het libretto.]
Wij wisten natuurlijk wel dat de optimistische wijze waarop wij er zonder gescheurde kleren dachten af te komen, een vrome wens was. Met een rechtse “dimensie”-directe zijn wij naar het canvas gegaan, en dan worden wij niet op de been geholpen (DNO-thema dit jaar is immers “Het leven vieren”), zoals DNO-bezoekers die onlangs door Pallie-liefhebbers onder de voet werden gelopen maar wél weer op de been werden geholpen.
Bekijk de video op YouTube: “Vier het leven!”
Buiten beeld worden wij mishandeld met vuige kopschoppen: “rijkere en diepere dimensie”, au! – een “diepere laag”, kan je wel ?!, en de genadeklap “een zoektocht naar elkaar”. Is het u wel eens opgevallen dat elke opera en elke regieopvatting (dat is zo’n beetje hetzelfde) tegenwoordig een “zoektocht” is? Carmen is een zoektocht naar de identiteit van De Vrouw Door De Eeuwen Heen, La Bohème is een zoektocht naar de islamitische wortels van Kerstmis en de verkleedpartijen in Don Giovanni zijn een zoektocht naar Het Non-binaire Levensgevoel in de 18e eeuw.
Beethoven (von/van Beethoven voor de liefhebbers), en zeker de muziek van Beethoven, lijkt op voorhand een quantité negligeable. Daarom willen wij u het een en ander verklappen over deze componist, namelijk: hij heeft alleraardigste muziek geschreven, en vooral in Fidelio vernieuwende muziek. Dat element “vernieuwend” moet de bezitters van genderneutrale zonnepanelen toch aanspreken. In Fidelio vinden we nieuwe, complexe harmonieën en verrassende modulaties, en ook de uitgebreide orkestratie speelt een belangrijke rol in het aangrijpende karakter van de opera (en van de zoektocht naar elkaar natuurlijk). De Fidelio-karakters hebben een eigen muzikaal idioom: Fidelio vastberadenheid en moed, de ellendeling Pizarro wreedheid en corruptie. De ensemblescènes zijn voortreffelijk geïntegreerd in de dramatische structuur van de opera. Een dekselse kwalificatie welt op: dramatische en muzikale cohesie! Wij laten het Gevangenenkoor uit emotionale overwegingen hier buiten beschouwing.
Hoewel Beethoven zich zeker van symboliek en idealistische thema’s bedient (thema’s van vrijheid en heldendom), en een zeker humanistisch en revolutionair sentiment hem niet vreemd was, waren zijn dagelijkse zorgen toch voornamelijk “Zal de opera wel aanslaan?”, “Is de opera wel goed genoeg?” en dergelijke prozaïsche aangelegenheden meer. En steeds maar weer bijschaven, herzien, veranderen, voortkomend uit de voornoemde zorgen.
In een brief aan librettist Joseph Sonnleit schrijft Beethoven over de uitgebreide veranderingen die hij aanbracht om de dramatische impact van de opera te vergroten. Er waren steeds maar weer verfijningen, uitmondend in een recordaantal versies. Over die revisies schreeef hij in 1806, een jaar na de premiere, aan Franz Wegeler, een jeugdvriend: “Fidelio was een werk van liefde en toewijding, maar ook een bron van enorme spanning en zorgen. Elke noot moest perfect zijn, elke aria een reflectie van de diepste menselijke emoties. De vele revisies die het werk heeft ondergaan, zijn een getuigenis van mijn streven naar perfectie.”
Interessant is ook zijn brief uit 1812 aan componist, muziekleraar en dirigent Carl Friedrich Zelter: “In Fidelio heb ik geprobeerd de grenzen van de traditionele opera te verleggen door een grotere nadruk te leggen op symfonische structuren en door het gebruik van uitgebreide orkestraties. Het was een gewaagd experiment, maar ik geloof dat het de opera naar een nieuw niveau van artistieke expressie heeft getild.”
Symfonische structuren! Uitgebreide orkestratie! Dat is andere koek dan een “zoektocht naar elkaar.”
De toneelmeester
Tot slot van deze lichttoetsige voorbeschouwing nog een brief aan de toneelmeester (men noemde het beestje indertijd nog bij zijn naam) Carl Meisl, uit 1814: “De enscenering van Fidelio vereist een delicate balans tussen dramatische expressie en muzikale precisie. Ik ben dankbaar voor uw toewijding aan het perfectioneren van deze balans, zodat de boodschap van de opera volledig tot zijn recht komt.”
Wij zijn er bijna zeker van dat het bij regisseur Andriy Zholdak met die balans wel goed zit. Zijn op het werk van filmregisseurs geïnspireerde “theatertaal” en zijn surrealistische droomwereld zullen bij het publiek zonder enige twijfel tot grote dankbaarheid leiden.
Voor de eerste noten weerklinken verkrampt de spanning reeds mijn borst.
Oh jee, oh wee, de gesel des tijds…