Keti Koti
Op woensdag 1 juli 1863 werd de slavernij in Suriname en Nederlands West-Indië wettelijk afgeschaft. Zeker reden voor een feestje, en 1 juli is dan ook een officiële Surinaamse feestdag – in Curaçao doet men er niet aan, daar is Dia di Korsou een nationale feestdag waarop de onafhankelijkheid wordt gevierd (Op 10 oktober 2010 werd Curaçao een onafhankelijk land binnen het koninkrijk van Nederland.)
Massa-immigratie
In de jaren zeventig emigreerde een derde deel (!) van de Surinaamse bevolking naar Nederland (dit vaderlandse centrum van geïnstitutionaliseerde discriminatie moest toch iets aantrekkelijks gehad hebben) en werd de behoefte gevoeld 1 juli ook onder de Surinamers in Nederland te vieren. Zo ontstond in 1975 het jaarlijkse Kwaku Festival. Sinds begin jaren 2000 heet de Surinaamse feestdag Keti Koti, en verwerd het aanvankelijk zeer en uitsluitend vrolijke Kwaku tot het meer intropectieve en door basserolen toegeëigende Keti Koti, een gevolg van de inmiddels allesomvattende, nationaal en internationaal geïncarcereerde Schuld van de Blanke Man. Hooggeplaatste overheidsfunctionarissen boden hun excuses aan voor praktijken waar zij part noch deel aan hadden, en in Surinaamse kringen kwam het tot opgestookte hysterische aanvallen van uitzinnig verdriet om wat “de voorouders” was aangedaan. De voorouders hielden zich tijdens het Kwaku Festival nog nadrukkelijk op de achtergrond, maar in Keti Koti-verband creëerde zij een horde van slachtoffers die voordien opgeruimd door het leven gingen en geen zangvogelwedstrijd oversloegen. En ook voor die nieuw-gecreëerde slachtoffers geldt: er is geen ex-slaaf nog in leven. Wel zijn er schrijnende verhalen te horen van Surinamers die een opa hadden die een buurman had die een opa had die nog slaaf geweest was: een verdriet dat zich onder de huid van de gehele Nederlandse bevolking nestelde.
DNO
De taak van een operahuis of een operagezelschap is om opera’s uit te voeren. Zoals van een bakker verwacht mag worden dat hij brood verkoopt, en de slager worst. Zo langzamerhand is De Nationale Opera verworden tot een combinatie van muzieklaboratorium, Penitentiair Psychiatrisch Centrum (Der Freischütz), Reichsministerium für Volksaufklärung (ontaarde pers kaltgestellt) en nu ook Politiek Actiecentrum voor en door Deugdzamen. Maar wat heeft onze nationale opera eigenlijk te maken met de politieke gebeurtenissen in 1863? Waarom moet subsidieslurper (ons geld) DNO een Ketikoti-voorstelling organiseren, met dj’s, hiphopdansers een “kawina-band” en een “tambu-groep”?
Eurocentrische blik
In een interview in Trouw lijken twee tijdens de Ketikoti-voorstelling optredende zangeressen niet bepaald de meest enthousiaste laat staan ideale Keti Koti-ambassadeurs. De Curaçaose Susan Malaika Bailey moest eerst even met haar vriendinnen bellen: “Hoe zat het ook alweer met Keti Koti ?” (Zoals hierboven beschreven doet men er in Curaçao niet aan.) Zangeres Nienke Nasserian: “Mijn wortels liggen gedeeltelijk in Tanzania, en ook daar wordt Keti Koti niet gevierd.” En dan een van haar meest in het oog springende, niet bijster slimme uitspraken: “In de traditionele klassieke opera hebben we vaak een eurocentrische blik.” Verdi, Gounod, Wagner e tutti quanti waren inderdaad Europeanen; dat hun “blik” samenhangt met hun geboortegrond en de plaatselijke, toen heersende cultuur mag ons niet verbazen. Voorgaande zin is een nette verwoording voor wat de Amerikanen zo treffend utter bullshit noemen.
De Voorouders. Een knellend, urgent, escalerend (er komen steeds meer Voorouders) probleem.
Als DNO zich weer aan Keti Koti-achtige manifestaties te buiten gaat (onze verwachtingen dat men zich een keer voor 100% op opera zou richten, bezorgen ons aandrang in de schedel: Das gibt’s nur einmal, das kommt nie wieder )
Das gibt’s nur einmal das kommt nie wieder…
dan heb ik nog een paar suggesties: 1) Veteranendag, 2) Het Kinderwetje van Houten uit 1874 dat verbood om kinderen tot 12 jaar in fabrieken te laten werken, 3) De proclamatie in 1950 van de Republiek der Zuid-Molukken: het streven naar onafhankelijkheid van de Molukkers, die zo schandelijk door de Nederlandse regering zijn behandeld, net als de “Indische weduwen” en KNIL-militairen.
Als DNO-schoenmaker zich bij zijn leest zou willen houden, laat er dan opera’s over deze historische gebeurtenissen gemaakt worden, en, DNO, houd u verre van het organiseren van politieke manifestaties, wat allereerst uw taak en opdracht niet is en ten tweede waar muziek (dj’s) ten gehore wordt gebracht en beelden worden geserveerd (hiphopdansers) die normaliter niet in het operadomein thuis.
Zo is het toevallig ook nog e’s een keer!
Grandioos!👍