I Capuleti e i Montecchi. Het verhaal van Romeo en Julia, vooral bekend uit Shakespeare, heeft eerdere Italiaanse bronnen. De Guelf Tebaldo gaat trouwen met Giulietta, maar zweert wraak te nemen op de Ghibellijn Romeo, die de zoon van Capellio heeft vermoord. Romeo, vermomd als boodschapper, biedt zijn excuses aan voor de moord en stelt een huwelijk met Giulietta voor als verzoening. In haar kamer stelt Romeo voor om de benen te nemen, maar zij weigert en in de volgende scène worden de voorbereidingen voor haar bruiloft getroffen, onderbroken door de binnenstormende Montecchi-naarlingen. Dokter Lorenzo biedt Giulietta een drankje aan dat haar in een schijnbare dood brengt, terwijl Romeo en Tebaldo op het punt staan een robbertje te vechten. Bij het graf van Giulietta neemt Romeo vergif in, overlijdt, terwijl Giulietta weer tot leven komt. Als hij dood neervalt, sterft Giulietta toch ook maar (althans volgens Bellini en librettist Romani).
I Capuleti e i Montecchi.
Deze vechtscènes waren ondanks de “fight director” volkomen belachelijk.
I Capuleti e i Montecchi
Regieterreur opent aanval op Bellini
Muziek: 5 *****
Regie: 0
I Capuleti e i Montecchi Lyrische tragedie in twee bedrijven.
Muziek Vincenzo Bellini, Libretto Felice Romani, Muzikale leiding Antonino Fogliani, Romeo Vasilisa Berzhanskaya, Giulietta Yaritza Véliz, Capellio Jerzy Butryn, Tebaldo Julien Dran, Lorenzo Bogdan Talos, Koor van De Nationale Opera, Nederlands Philharmonisch, Instudering Koor Ad Broeksteeg, Regie Tatjana Gürbaca
I Capuleti e i Montecchi
“Zelfs een held heeft wel eens een misverstand in zijn denkraam, dat men hem in de schoenen kan schuiven,” zei Nederlands belangrijkste schrijver, Marten Toonder, in 1980. Wij kunnen u verzekeren dat ook lieden van eenvoudige afkomst niet van, soms ernstige, misverstanden gevrijwaard blijven. Op onze pre-mammoet Middelbare School werden wij nog niet onderworpen aan het vak mediawijsheid (die mediawijsheid deden wij met behulp van een transistorradio op bij Radio London en Radio Caroline) en aan het vak burgerschap – van het vak burgerschap staken wij de essentie op tijdens onze woensdagmiddagtripjes naar de Amsterdamse Wallen, waar toen nog het principe Eigen Volk Eerst heerste, een esthetisch bewijs dat de stelling “vroeger was alles beter” maar zelden opgaat.
Shakespeare
Wij deden het met het vak Engels, en nog zo wat achterhaalde disciplines als Frans, Nederland en Geschiedenis. Voor het eindexamen werd ons uit onverdachte bron geadviseerd niet onbekend te zijn met de Engelse schrijverd Shakespeare. Goede raad slaat men niet in de wind, maar om nou Shakespeare ter hand te nemen, leek ons een overbodige en slaapverwekkende last. Dus kozen wij een short cut: Romeo and Juliet uit de Classic Illustrated reeks. Een uitstekend naslagwerk, met als resultaat een ferme 6 op het eindexamen.

Watjes
Op grond van bovengenoemd literatuurstudie had bij ons het idee postgevat dat het in het 13e-eeuwse Italië heet aan toe ging tussen de Capuleti en de Montecchi. Een burgeroorlog met duizend doden, martelingen, brandstapels en wat dies meer zij. Misverstand! Bronnen uit het 13de-eeuws Verona melden wel geweld, maar noemen geen dodelijke slachtoffers, en al helemaal niet bij de families Capuleti en Montecchi. (Hier slaat de regie met haar moord en doodslag ook historisch de plank volledig mis; zie verder.) Slappe hap, het catenaccio zat er bij de Italianen al vroeg in. De Capuleti en Montecchi maakten deel uit van een bredere factiestrijd, namelijk tussen Guelfen en Ghibellijnen. De Guelfen waren pro-Paus, de Ghibellijnen pro Keizer. Of andersom. De mythische status van de rivaliteit heeft het idee van massaal bloedvergieten ten onrechte vergroot, terwijl de echte historische impact veel kleiner was. Dus niks romantische tragedie zoals bij de fantast Shakespeare of een voortdurend bloedvergieten zoals bij de regisseuse, maar een politiek-ideologische strijd in middeleeuws Italië. De rivaliteit draaide minder om persoonlijke vetes en meer om macht, invloed en stedelijke dominantie.
Zoals iedereen inmiddels wel weet (misverstand 2) heeft Bellini’s I Capuleti e i Montecchi maar heel weinig te maken met Shakespeare’s Romeo and Juliet. Het libretto baseert zich niet op Shakespeare, maar op Italiaanse bronnen uit de Renaissance. Daarom geen balkonscène, geen speelse jeugdvriendschappen, nauwelijks humor. De focus ligt op politieke rivaliteit en tragische liefde.
Wij zeggen u dit: beter te luisteren naar Bellini’s opera, met een veel strakkere, emotionelere kern: minder plot, meer muzikale intensiteit. Shakespeare mag dan rijkere psychologie en dramatische gelaagdheid hebben (in de Classics Illustrated niets van gemerkt), maar Bellini tapt uit een steviger vaatje met zijn pure, elegische sfeer. Ter zijde: het is ALTIJD beter om voor Bellini te kiezen als u in tweestrijd staat, met een mogelijke uitzondering wanneer Jennnifer Lawrence u voor een dinertje uitnodigt.

“Alles is onuitsprekelijk vermoeiend.”
Bellini schreef I Capuleti e i Montecchi in 1830 op initiatief van impresario Alessandro Lanari, die hem onder hoge tijdsdruk een nieuw werk liet leveren. Zo veel tijdsdruk dat Bellini zo ongeveer voor de helft zijn eerdere opera Zaira in Capuleti integreerde. Beter goed gepikt (fan su eigu) dan oneindig saai opnieuw gecomponeerd (Meyerbeer, een probaat slaapmiddel). Het humeur van Bellini werd er niet beter op, “Alles is onuitsprekelijk vermoeiend” citeerde hij meermaals Prediker 1:8. In een van zijn brieven aan vriend Francesco Florimo klaagt hij over haastwerk, over het hergebruik van materiaal (het hierboven genoemde Zaira) en over zijn ruzie met de tekortschietende tenor Rubini. Verder klaagde hij dat de Capuleti-finale “hem bijna gek maakte” (“mi sta facendo impazzire”).
Dit alles ter zijde schuivend is en blijf I Capuleti een streling voor het oor, net als alle andere opera’s van Bellini. Hij mag dan geen Donizetti zijn, maar het is ook geen Bizet. Het openingskoor maakt meteen al een dekselse indruk. En Romeo’s cavatine “Se Romeo t’uccise un figlio”, met de opvallend warme, bijna smekende toon, is een absoluut hoogtepunt. Het ultra-lyrische duet van Romeo en Giulietta “Ah! quante volte” zou men met recht het hart van de opera kunnen noemen. Uit de tweede acte verwijzen wij graag naar het grafduet en Romeo’s doodsscène. Simpel, zuiver, high impact.
De marteling die Carmen heet
En, Capuleti beperkt zich in de tijd i.e. de lengte van de tijd! Wie ooit een hele Carmen heeft moeten uitzitten (familie van de koorleden) weet hoe belangrijk het is om tijdig te ontsnappen naar een horecagelegenheid en een Zuidam Oude Genever naast een De Zatte Tripel te positioneren.

I Capuleti e i Montecchi deed De Nationale Opera aan, en uiteraard vreesden wij dat Bellini een plaatsje in de circulaire DNO-nachtmerrie was toebedeeld. Het feit dat regisseuse Tatjana Gürbaca, die zich nog niet zo lang geleden van een rampzalige La Traviata ontlastte, de touwtjes in handen had, stemde ons niet bij voorbaat vrolijk. Desalniettemin betraden wij de Stopera met opgewekt gemoed en een immer positieve grondhouding. Het Leugenpaleis aan de Amstel, de zgn. Stopera, wordt aan gemeentelijke zijde bestierd door een Sterke Vrouw die niet op haar taak berekend is, en aan de muzikale door een iets minder Sterke Vrouw die ook niet op haar taak berekend is. Aan gemeentelijke zijde worden onwelgevallige rapporten weggemoffeld, aan de muzikale zijde worden onwelgevallige recensenten weggecensureerd. Als de Russen komen, kunnen ze de Stopera-infrastructuur integraal overnemen.
“Onvoorwaardelijkheid van de romantiek bevragen”
DNO liet ons weten dat regisseuse Tatjana Gürbaca in haar enscenering van I Capuleti e i Montecchi -met een overigens monsterlijk lelijk en clichématig decor- zich een Romeo en Julia-verhaal ontvouwt “waarin de onvoorwaardelijkheid van de romantiek wordt bevraagd”. Wat zou dat betekenen, de onvoorwaardelijkheid van de romantiek bevragen? Niets, natuurlijk. Kletskoek van een openbare klapsigaar met Weltanschauungs- vernauwing.
De vraag is natuurlijk wel: hoe krijg je het uit je pen! Meer onzin-met-een-verlengsnoer vindt u in het interview met Gürbaca https://www.operaballet.nl/online-programmaboeken/i-capuleti-e-i-montecchi#tijdlijn Sterkte.
Uiteraard verkrachtte Tatjana Gürbaca, in al haar regies een typische one-trick pony, het libretto in elke lichaamsopening die zij maar bij componist Vincenzo Bellini en librettist Felice Romani kon vinden, zoals de huis-aan-huis-verkoper van stofzuigers een gokje waagt richting het brandende braambos van De Gelukkige Huisvrouw.
Etikettenzwendel. Maar handhaven, ho maar…
Even het Umfeld schetsen: de Gürbaca-opera speelt in de jaren vijftig van de vorige eeuw en de Capuleti en de Montecchi zijn criminele organisaties (dus: met zonnebrillen). En Julia blijft leven (want vrouw, waarschijnlijk). Wij hebben verder ons Latijn niet gestoken in deze nieuwe etikettenzwendel.

Schabouwelijke brainfarts
Toch nog even het cliché der cliché op regie-gebied noemen: De hoofdpersonages lopen rond met hun eigen mini-me’s, hun eigen jongere versies, alsof het Black Friday in de kloonfabriek is. Al 1000 keer gezien. Je krijgt Julia in drie smaken, van “net van de basisschool” tot “help, ik ben zwanger” – die zwangerschap moet ergens tussen de 13e en de 20e eeuw opgelopen zijn. De jongste Julia deelt het gif uit alsof het een gratis proefmonster is. Ondertussen fladderen de kleine Julia’s als hyperactieve tuinelfjes rond met vlindervleugels op hun rug. De tenenkrommende choreografie, het spel met de belichting en alle andere hoetelwerkige brainfarts, ze deden een stevig beroep op de tolerance for foolishness, waar overigens geen gebrek aan is bij het Leugenpaleis aan de Amstel, getuige Gürbaca’s vrijwel identieke regie van haar La Traviata. Kortom, regie: walgelijk en bastardised by egomania.
Bellini zit in de weg
Waar Gürbaca niet onderuit kwam, was Bellini’s muziek. Solisten, koor en orkest waren zonder uitzondering van het allerhoogste niveau. Dat maakte veel goed.
Yaritza Véliz was voor ons een openbaring in de rol van Julia. Schitterend, mooi en prachtig. Deze Chileense sopraan beschikt namelijk over alle vocale troeven en technische bagage die nodig zijn voor belcanto: zuiverheid van klankkleur, uitmuntende ademcontrole en gevoel voor melodielijnen, helderheid en precisie in de vocalises, een comfortabel bereik en vooral een flexibiliteit die haar in staat stelt emoties over te brengen door alleen maar te variëren in klankkleur, dynamiek of stemgebruik, met zwevende, etherische hoge tonen die de grootste zangers waardig zijn.
Vasilisa Berzhanskaya was in de rol van Romeo eveneens een revelatie. De jonge Russische, die in 2017 uit de operastudio van het Bolsjoj voortkwam, bezit een stem die soepel laveert tussen mezzo en alt, met zowel laag als hoog indrukwekkende zekerheid. Haar coloraturen zijn voorbeeldig, haar Italiaanse dictie en frasering bijna foutloos. De ademsteun en fijnzinnige dynamiek — vooral in de ontroerende, fluisterzachte slotscène — daar waren wij even stil van. Bovendien is ze onzes inziens de beste acteur van de hele cast: elke scène waarin ze verschijnt krijgt vanzelf waarachtigheid, spanning en emotie.

De kleine rollen van Bogdan Talos als Lorenzo, Jerzy Butryn als Capellio Capulet en Julien Dran als Tebaldo sloten kwalitatief prima aan bij de protagonisten. Het NedPho was weer eens in topvorm -we zijn inmiddels niet anders ge- en verwend. De muzikale leiding was in handen van Antonino Fogliani, een grootheid op belcanto-gebied die vanuit de orkestbak de prachtigste melodieën tevoorschijn toverde. NedPho onder Fogliani, “Geniet van ’t Goede”.
Mixed feelings
Een première waarvan de regie, bastardised by egomania, in dezelfde mate beroerd was als de muziek briljant. Bezoekers met een neurodivergent denkleven hadden het zwaar, muziekliefhebbers kwamen danig aan hun trekken.
Olivier Keegel












