De Franse opera

Het domein van de Franse opera

Een welkome uitbreiding van het Franse repertoire

Dit artikel is zeker geen uitputtend verslag, en gaat bewust voorbij aan hedendaagse opera en de barok (Lully, Campra, Rameau…). We beperken ons tot de Franse opera’s van de 19e en begin 20e eeuw. We signaleren tendensen en pleiten voor aandacht voor een weinig bekend deel van de geschiedenis van de Franse opera.

You can have any review automatically translated. Click the Google Translate button (“Vertalen”), which can be found at the top right of the page. In the Contact Page, the button is in the right column. Select your language at the upper left.

Wanneer we de meest uitgevoerde Franse opera’s ter wereld op een rijtje zetten, vinden we al jaren, niet verrassend, dat Carmen op kop staat, Faust en Les Contes d’Hoffmann zijn runners-up, en Massenet (Manon en Werther) en Pelléas voeren het achtervolgende peloton aan. De grote operahuizen, waaronder óók de Opera van Parijs, bieden in hun programmering maar weinig Frans repertoire, en dan ook nog vaak hetzelfde. De verwachtingen van het publiek, de terughoudendheid van programmeurs en mecenassen, en het gebrek aan artistieke nieuwsgierigheid verklaren de gemaakte keuzes: de productie van een opera is duur en de terughoudendheid voor de aanzienlijke investeringen is begrijpelijk.
Maar nieuwe voorstellingsvormen, concertante uitvoeringen, inventieve regisseurs, gespecialiseerde festivals zoals het festival van Occitanie van Radio-France Montpellier en het systeem van coproducties vormen een mogelijkheid om meer originele, vergeten werken onder de aandacht te brengen. En zo komen weinig bekende of verwaarloosde opera’s gelukkig weer in de schijnwerpers te staan. Alleen al in de twee laatste jaren hebben wij in Toulouse Pénélope van Fauré, Ariane et Barbe-Bleue van Dukas en La Princesse jaune van Saint-Saëns bezocht. En als corona geen roet in het eten had gegooid, was ook La Carmélite van Reynaldo Hahn geprogrammeerd. In andere Franse theaters vindt deze hernieuwde belangstelling navolging.

We hebben onlangs V’lan dans l’oeil gezien van Hervé, La Dame blanche van Boïeldieu, L’Étoile van Chabrier, Fortunio van Messager, La Reine de Saba van Gounod, Sigurd van Reyer, Richard Cœur de Lion van Grétry… Muziekliefhebbers konden zich verlustigen aan geënsceneerde of concertante versies van Hamlet van Thomas, Le Roi Arthus van Chausson, Le Postillon de Lonjumeau van Adolphe Adam, La Muette de Portici van Auber, Cendrillon, Don Quichotte, Thaïs van Massenet. Ook Massenets Cléopâtre en zijn Bacchus zullen deze zomer te Montpellier uit hun graf verrijzen. De Biennale van Massenet in Saint Étienne is een eerbetoon aan de vergeten opera’s van de componist van Manon en zijn leerlingen, onder wie Reynaldo Hahn; en het Centre français de Promotion lyrique kondigt een lange serie voorstellingen aan van Offenbachs Voyage dans la lune.

Michel Plasson (1933) herontdekte destijds, met het Orchestre national du Capitole de Toulouse, het kloppend hart van de 19e-eeuwse Franse opera: hij zette opera’s van Berlioz, Bizet, Gounod, Massenet, Delibes, Offenbach op het repertoire met een keur aan vooraanstaande zangers. Maar hij deed meer, hij ontrukte ook opera’s als Roussels Padmâvati of Magnards Guercoeur aan de vergetelheid.

Michael Spyres. “Mes amis, écoutez l’histoire” (Le Postillon de Lonjumeau)

Aan de ingezette herontdekking is sindsdien op briljante wijze meegewerkt door dirigenten als Marc Minkovski met onder meer Les Huguenots van Meyerbeer, La Dame blanche van Boïeldieu en Domino noir van Auber (Auber componeerde bijna 50 opera’s!).
Er zijn tal van operaproducenten die in Frankrijk, en soms daarbuiten, bezig zijn het speelveld voor de Franse opera ingrijpend uit te breiden. De nieuwe directeur van de Opéra de Paris heeft te kennen gegeven dat hij zich volgaarne bij deze trend aansluit,  een toe te juichen trend!

Er is één instelling die deze herwaardering zelfs tot het speerpunt van haar beleid maakt. Het Palazzetto Bru Zane – Centre de musique romantique française is geheel gewijd aan de herontdekking van het muzikale Franse erfgoed. U kunt in de vrijelijk  toegankelijke site naar believen rondsnuffelen; de databank is zeer uitgebreid en gevarieerd en vrij van auteursrechten. Een reeks recente opnames getuigt van het immense werk dat is verricht. Van Massenet, Le Mage, Thérèse; van Saint-Saëns, Les Barbares, Proserpine, Le Timbre d’argent; van Gounod Le Tribut de Zamora; van Lemoyne La Phèdre en van Halévy La Reine de Chypre (Halévy componeerde niet alleen La Juive, verre van dat). Verder La Jacquerie van Lalo en zelfs Herculanum van Godard. Het zijn slechts enkele voorbeelden van een gigantisch lijst Franse opera’s. Alle lof dus voor Palazzetto Bru Zane, maar ook voor ieder van ons die nieuwsgierig genoeg is om van onbekend werk kennis te nemen. Laten we niet te snel zijn met ons oordeel dat bepaalde werken wel in de vergetelheid kunnen blijven. Er zijn elke dag nieuwe kostbaarheden op operagebied te ontdekken.

Jean Jordy
We like to get in touch with our readers. Please add a comment under this article and/or rate the article with 1 to 5 stars. Scroll down.

5 1 vote
Article Rating
Jean Jordy

REVIEWER

Jean Jordy, professeur de Lettres Classiques, amateur d'opéra et de chant lyrique depuis l'enfance. Critique musical sur plusieurs sites français, il aime Mozart, Debussy, Rameau, Verdi, Britten, Debussy, et tout le spectacle vivant.

No Older Articles
No Newer Articles
Subscribe
Notify of
guest

1 Comment
Newest
Oldest Most Voted
Inline Feedbacks
View all comments