De nieuwste compositie van Ellen Reid, The Shell Trial, is een verbluffend staaltje ergerlijk dilettantisme. De compositie mist elk gevoel van coherente structuur of muzikaliteit. Het is alsof Reid een sonische chaos wil creëren, waarin geen enkel verband met het libretto valt te bespeuren. The Shell Trial toont aan dat Reid toch weer een nieuwe diepte van artistieke ontluistering in Amsterdam heeft weten te bereiken. DNO did it again!
The Shell Trial
Over ergerlijke aannames, over Thaise opera en over slechte muziek
The Shell Trial. Een opera van Ellen Reid, Libretto Roxie Perkins. Gebaseerd op het toneelstuk De zaak Shell van Anoek Nuyens en Rebekka de Wit. Dirigent: Manoj Kamps
Regie: Gable Roelofsen en Romy Roelofsen
The Government Claire Barnett-Jones
The Consumer Anthony León
The Law / The Artist Lauren Michelle
The CEO Audun Iversen
The Activist Ella Taylor
The Climate refugee Carla Nahadi Babelegoto
The Historian Jasmin White
The Weatherman Erik Slik
The Elementary School Teacher Nikki Treurniet
The Pilot Alexander de Jong
The Fossil Fuel Laborer Allen Michael Jones
The Field Worker Yannis François
Elders: Nita Liem, Ingrid Coleridge, Claudia Tjon Soei Len, Twie Tjoa, Francisca Tan, Raymonde Roebana, Beppy Milder, Patrick Altenberg, Sophie de Lint, William Mettendaf,
Linda Grootfaam, Anna Azijnman, Anneroos Burger
Kinderkoor: Muziekschool Waterland, Noord-Hollands en The Shell Trial projectkoor
Orkest: Koninklijk Concertgebouworkest en Academie van het Koninklijk Concertgebouworkest
The Shell Trial
Een inspanning die steeds meer uit de mode begint te geraken, is de voorbereiding die het publiek zich placht te getroosten alvorens een opera te bezoeken. Deze gewoonte treft men nog wel aan bij het oude, verstofte publiek, The Newly Dead, maar nu de omvolking naar het heilige “nieuwe publiek” in volle gang is, hebben wij de indruk dat de last van een dergelijke voorbereiding voor de laatstgenoemde groepering net even een brug te ver is. Voorbereiden? Op een avondje uit? Saai toch? Opera dient als “ready to consume” te worden opgediend, en heeft een belangrijke functie in modegevoelig gedrag en in het altijd weer een nieuwe locatie vindende, eeuwenoude verschijnsel van “zien en gezien worden”.
Ergerlijke aannames
Die voorbereiding dus. Bij een bezoek aan DNO wordt het ons toch zo gemakkelijk gemaakt: we hebben de in vele opzichten onnavolgbare website van DNO waar heuse taaltovenaars ons van alles uitleggen, beter gezegd: voorschrijven wat we ervan moeten vinden. En dan is er nog het periodiek Odeon, dat ons deftige teksten voorschotelt die bepaald niet van de straat zijn. Niemand minder dan dramaturg Willem Bruls buigt zich in Odeon over The Shell Trial. En dan is het jammer dat Bruls bij zijn eerste drie zinnen meteen al uit de bocht vliegt. Citaat: “Iedereen kent het gevoel. Die plastic verpakking, die vliegreis naar Griekenland, die malse biefstukjes [sic!]. Dan dat stemmetje in het achterhoofd dat ‘nee’ zegt (…).” Wij stellen daar tegenover: Velen kennen dat gevoel niet, noch horen zij stemmen. De passage is een typisch voorbeeld van de in DNO-kringen heersende Weltanschauungs-vernauwing. “Iedereen kent het gevoel” ? Dacht het niet, meneer Bruls. U dwaalt, u drukt zich onzorgvuldig uit omdat u zich in een spagaat bevindt tussen wat u WIL zeggen (“Iedereen moet dit gevoel kennen”) en wat er als compromis uitkomt: Despotismus gemildert durch Schlamperei.
Laten wij ons tot de opera richten: wij stellen, maardaspusoonlijk, nadrukkelijk prijs op hemelse of ernstig meeslepende muziek en superieure zang, kortom een alom heersende genoeglijkheid, teweeggebracht door pure kwaliteit van componist, librettist (een fijn verhaal), orkest, dirigent en zangers. Met een schuin oog op de DNO-website wilden wij deze keer eens beginnen met de componiste Ellen Reid, een naar velen menen multigetalenteerd muzikaal genie, componiste, verdienstelijk singer-songwriter (zie filmpje, let niet op toonvastheid, dat is erg benepen) en wat al niet meer. O ja, ook “sound artist”.
De rijke operatraditie van Thailand
Maar wéér werden wij afgeleid door die vermaledijde DNO website, waar wij lezen: “Ellen Reid kwam in aanraking met opera op een onverwachte plek: toen ze na haar bacheloropleiding tweeënhalf jaar in Thailand verbleef, ontdekte ze de rijke opera- en muziektheatertraditie die het land kent.”
Wij hebben de laatste 35 bij elkaar opgeteld zo’n 8-9 jaar in Bangkok gewoond en ons aldaar op allerlei niveaus beziggehouden met het promoten en verspreiden van Westerse klassieke muziek, dus deze passage trof ons. Wij kunnen u verzekeren: Thailand heeft geen “rijke operatraditie”. Wij vermoeden dat mevrouw Reid de cursus “met een glimlach onzin verkondigen en uit je nek lullen” met een tienplus heeft afgerond. Hoe zit het dan wel? Zeker, er zijn door de jaren heen wel wat pogingen gedaan om operavoorstellingen in Bangkok te promoten. Mag geen naam hebben. Speeltje voor de Thaise elite, verzorgd door rondreizende producties van buitenlandse operagezelschappen. Sinds een jaar of 20 worden er zo af en toe Westerse opera’s opgevoerd: een speeltje van de niet onbemiddelde Thais-Amerikaanse, in Engeland opgevoede Somtow Sucharitkul, componist van symfonieën en musicals, schrijver van science-fiction en horror-verhalen en, dirigent! Hij profileert zich ook als Mahler-kenner en -dirigent; wij woonden een Mahler-uitvoering van hem bij, welke herinnering ons nu aanspoort om het terstond weer over The Shell Trial te gaan hebben.
Toch nog even dit; zij die menen dat Thailand “een eigen operavorm” heeft, dwalen. Het zgn. “Likay” ( ลิเก ), een traditionele vorm van Thais volkstheater, is ontstaan op het platteland en wordt vaak opgevoerd als onderdeel van lokale festivals en ceremonies. Heeft niets met ons begrip “opera” te maken.
Manon Lescaut in Bangkok
Hoe zat het nou echt?
Even tussendoor over de Rechtszaak tegen Shell. De DNO-site meldt triomfantelijk: “In 2021 werd oliegigant Shell juridisch verantwoordelijk gesteld voor zijn aandeel in de klimaatverandering.” Een aperte leugen. Nergens wordt in de uitspraak vermeld dat Shell juridisch (!) verantwoordelijk gesteld wordt voor zijn aandeel in de klimaatverandering. Dat zou immers een milieudelict zijn, met wrschl. een strafproces tot gevolg, zoals dat Dupont (Chemour) is overkomen. Wat de Rechtbank in 2021 deed, is een bevel uitvaardigen; RDS (Shell) kreeg een resultaatverplichting opgelegd om de eigen uitstoot in 2030 (gerekend vanaf 2019 en niet vanaf 2010 zoals de eisers vroegen) te reduceren tot 45%. De Rechtbank stelde vast dat die resultaatverplichting op het moment van de uitspraak niet geschonden werd zoals eisers betoogden (RDS werkt al geruime tijd aan een aantal relevante plannen in dezen), maar dat de dreiging van schending in de toekomst wel aannemelijk was, gezien de argumenten die Shell aanvoerde. De Rechtbank beval RDS daarom dat het concernbeleid van de Shell-groep de CO2-uitstoot eind 2030 terug moet brengen tot netto 45% ten opzichte van het niveau van 2019, conform de (toen) algemeen geldige reductiepaden van 45% in 2030. Een bevel, een resultaatverplichtig opleggen is heel wat anders dan een “juridische verantwoordelijkheid vaststellen voor een aandeel in de klimaatverandering”.
Terug naar de core business, de opera. Voldoet The Shell Trial aan bovengenoemde criteria van hemelse muziek (nee), meeslepende zang (nee), een alom heersende genoeglijkheid of opwinding teweeggebracht door pure kwaliteit van componist (nee), librettist (een fijn verhaal: nee) ? Van componist Ellen Reid mag men geen hemelse of minstens aansprekende muziek verwachten: een hedendaagse componiste moet natuurlijk bekend staan om een innovatieve en experimentele muziekstijl, en zij wordt dan ook als zodanig geafficheerd. Grensverleggend, ook altijd een pluspunt, is haar muziek, die inhoud en samenhang ontbeert, echter niet. Haar uitbundig geprezen eerdere opera Prism bijvoorbeeld boeit muzikaal gezien van geen kant.
De muziek van Reid heeft een duidelijk gebrek aan gedefinieerde structuur en richting. De zogenaamde experimentaliteit ervan wordt problematisch als de algehele muzikale integriteit overschaduwd wordt. Reids composities zijn voor alles nogal onsamenhangend; er worden allerlei geluiden en ideeën door elkaar gehusseld, en waar het allemaal toe zou moeten leiden blijft in nevelen gehuld. Met enige inspanning kunnen we vleugjes Poulenc en Stravinsky ontdekken (waarschijnlijk verbeelden wij dat ons in onze zoektocht naar iets substantieels), omspeeld met door Reid zelf gefabriceerde sonoriteiten. Met enige goede wil, zo kenmerkend voor het redactiebeleid van Opera Gazet, kunnen wij spreken van “een breed spectrum aan muzikale stijlen”. Een allegaartje dus. Er is een gebrek aan muzikale samenhang die dodelijk is voor de emotionele impact van haar muziek en de luisteraar in verwarring, en uiteindelijk in complete onverschilligheid achterlaat. Het is een bij voorbaat verloren worsteling om het sonische palet te begrijpen.
Gekunsteld en amateuristisch
Hoewel wij geen principieel bezwaar hebben tegen elektronische elementen of onconventionele instrumentatie zijn ze in het geval van Reid niet meer dan een afleidende gimmick, gebruikt als compensatie voor het gebrek aan melodische of harmonische ontwikkeling. Haar muziek resoneert niet op een ander niveau dan het akoestische, waardoor de luisteraar ongeïnteresseerd achterblijft.
De inhoud van The Shell Trial (het klimaat, de schuldige) kan best tot een interessante opera leiden. Elk onderwerp kan in principe een boeiende opera opleveren, hoewel concrete en expliciete politieke kwesties de artistieke factor nogal eens in de weg zitten. En dat is dan ook het geval bij Reids The Shell Trial. Het libretto doet gekunsteld, amateuristisch en voorspelbaar aan en mist de nodige diepgang om de complexiteit van de klimaatkwestie over het voetlicht te brengen. Het is niveau Werkteater jaren 70, waardoor er van enige emotionele impact nauwelijks sprake is. De muziek slaagt er niet in om het zwakke, simplistische libretto naar een hoger plan te tillen, want de partituur van Reid toont geen enkele relatie tot het dramatische verloop (if any) van de opera; het had net zo goed kunnen gaan over het tumult dat in Tynaarlo ontstond toen de OZB-belasting met 11 euro per jaar verhoogd dreigde te worden.
Het begrip “vernieuwing” heeft zeker een legale plaats in de operawereld (ik denk aan een behoorlijke vestiaire in de Brusselse Munt), maar mag nooit de overhand krijgen op inhoud en samenhang.
Pulitzer Prize for Music
De conclusie moet zijn dat het de muziek van Ellen Reid, inz. haar opera The Shell Trial, aan samenhang, substantie en emotionele impact ontbreekt. De luisteraar is de dupe, tenzij deze het luisteren naar een opera van secundair belang acht, en de aan de orde gestelde kwestie, het klimaat, hem/haar/het een onverdraaglijke aandrang in de schedel bezorgt. Dan zijn coherente muzikale taal en een solide, duidelijk verhaal (Il Trovatore bijvoorbeeld) natuurlijk minor details.
Wij kunnen nu wel onze bezwaren tegen Reid hebben, maar, zult u zeggen, ze heeft met de opera Prism toch maar mooi de Pulitzer Prize for Music in de wacht gesleept. “For Music” moeten we, naar wij dachten, met een korreltje zout nemen. In het juryrapport wordt, geheel in de geest des tijds, niet zozeer de muziek maar het thema van het Prism-verhaal bewierookt, namelijk als “psychologische vertelling over de posttraumatische stress die slachtoffers van seksueel geweld ervaren”. Nu werd ook met The Shell Trial weer een greep uit de actualiteit gedaan, namelijk Het Klimaat, en voordat er nog één noot geklonken heeft staan Mensen van Nu al bij voorbaat te juichen. (En bij nabaat: vele “bravi” na The Shell Trial.) – Mevrouw Reid speelt op zeker.
Bang
Of eigenlijk moet ik zeggen: librettist Roxy Perkins speelt op zeker. En overspeelt tevens haar hand: een overdosis onuitstaanbaar gelijk, een (s)linkse donderpreek, effectief vermomd, waarbij vergeleken de beroemde hel en verdoemenis predikende dominee uit Klarenbeek een schuchtere akela is. Misschien overbodig, maar wij willen toch wel vermelden dat ook het koloniale verleden en passant nog even meegenomen werd. Zoals Sjaak Swart het formuleerde na zijn doelpunt tegen Benfica: “Ik moest toch toevallig die kant op.”
Het is niet onze gewoonte, wij stelden het verschijnsel meermaals aan de kaak, maar wij zullen hier de zangers, die niets te verwijten valt en allen van zeer goed niveau waren, hier verder niet bespreken. Juist uit respect voor die zangers, die terecht waren gekomen in een rutspitsig hoetelwerk, dat qua vorm en inhoud meer weg had van een door de Jonge Socialisten georganiseerde uitvoering tijdens het Open Podium bij dorpshuis De Zwaan in Uitgeest. Er werd ook nog een blik kinderen opengetrokken, met de functie “zigeunerjongetje met traan”, want de schatjes waren om het leven gekomen door Shells koloniale verleden! Nog twee aspecten van dit echec: het orkest maakte er het beste van, en het decor/toneelbeeld bestond uit het complete niets, althans niets relevants, en het niets laat zich nu eenmaal moeilijk beschrijven.
Volgen librettiste Perkins moest het publiek de zaal na de voorstelling “bang” verlaten (een variant van de opera die het publiek “tot nadenken stemt”), want, aldus Perkins, ”anders hebben we ons werk niet goed gedaan”. Met deze laatste opmerking kunnen wij dan uiteindelijk wél van harte instemmen. Hoewel het woord “goed” beter weggelaten kan worden.
Olivier Keegel