ERMIONE: MEESTERWERK VOOR HET NAGESLACHT
You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google bar above this article.
Een supertenorfestival met indrukwekkende optredens. Maar liefst zeven tenoren strijden om de gunst van de tovenares in Armida. Vier tenoren zijn gegroepeerd rond de woedende heldin in Ermione en er zijn ook twee tenoren die acte de présence geven in Adina. Bovendien is er een korte opera van Offenbach over een zangstudent: een tenor. Samen zijn dat dus 14 tenoren! U zult er wel een paar kennen, maar niet allemaal, en dat is maar goed ook, want dat is wat het festival al vele jaren zo boeiend maakt. Toen Pavol Breslik zijn debuut maakte in ROSSINI in 2001 of Michael Spyres in 2007, kende letterlijk niemand hen. Het wordt in allerlei opzichten een spannend seizoen, dat enorme eisen stelt aan de organisatie. Want er wordt elke dag non-stop gespeeld met meerdere voorstellingen op één dag. De opera’s kunnen weer plaatsvinden in de zalen, waar Rossini nog steeds het beste klinkt, maar er zijn drie bijzondere openluchtvoorstellingen gepland op de Sommerberg, waaronder het Stabat mater op de enorme houten toren met het ongelooflijke 360° panorama en Mendelssohn Bartholdy’s Midzomernachtsdroom op het Waldkonzert (concert in het bos), beide met een wonderbaarlijke akoestiek.
Zoals al vele jaren traditie is, zal Opera Gazet weer verslag doen van het ROSSINI IN WILDBAD 2022.
Muziek: 4,5*
Regie: 3*
Reacties zijn welkom, bij voorkeur onder dit artikel en niet op Facebook, waarvan de meeste recensenten geen lid zijn.
De tweede productie die Wildbad ons voorschotelde was Ermione, dit maal scenisch. De opera vertelt het verhaal van Pyrrus die, na de vernietiging van Troje, met Hektors weduwe Andromaque wil huwen en zich hiermee de toorn van het volk op de hals haalt, wat er uiteindelijk toe leidt dat hij vermoord wordt. Dit alles is uiteraard fictief en gebaseerd op het toneelstuk Andromaque van Jean Racine.
Rossini schreef bij deze tragedie een schitterende partituur die door zijn tijdgenoten echter niet gesmaakt werd. De tussenkomsten van het koor tijdens de ouverture en de gedeclameerde dialogen werden gecontesteerd en na zeven uitvoeringen in 1819 verdween het werk. Behalve een gedocumenteerde uitvoering in 1829 in Sevilla lijkt de opera pas in 1977 in Sienna opnieuw van onder het stof gehaald te zijn. Echte erkenning voor Ermione volgde in 1987 na een productie in Pesaro met giganten als Montserrat Caballé, Marlyn Horne en Chris Merritt.
Het is niet moeilijk om in de vlucht van Andromarque en haar zoontje na de vernietiging van Troje een parallel te zien met de huidige vluchtelingen uit Oekraïne. Tijdens de ouverture vertoont regisseur Jochen Schönleber op de drie kubussen die het decor uitmaken, beelden die naar de oorlog in de Donbas verwijzen. Deze idee wordt echter nergens in de regie verder uitgewerkt, Schönlebers inbreng beperkt zich zoals gewoonlijk tot het regelen van het verkeer op de bühne.
Muzikaal was de productie van Ermione een echte verademing tegenover Armida de avond voordien. Antonino Fogliani bracht Rossini’s muziek met een subtiliteit en een natuurlijke eenvoud die de componist alle eer aandoen. Dit weerhield hem er niet van om in de grote scènes voldoende spektakel te brengen. Genieten geblazen !
Armida vraagt om zes tenoren, Ermione doet daar met vier stuks niet veel voor onder. Het is dan ook begrijpelijk dat we een aantal zangers opnieuw hoorden. Dit keer waren we vooral onder de indruk van Moisés Marin die zich in de rol van Pirro manifesteerde als een echte baritenor in de lijn van Chris Merritt. Hoogte, diepte, coloraturen, het zat allemaal goed. Misschien dat nog een beetje gewerkt kan worden aan bepaalde variaties maar dat is detailkritiek. Patrick Kabongo, net als Marin de vorige dag ook actief in Armida, leek in een mindere dag. De man is heerlijk muzikaal en leeft zich werkelijk in als Oreste, maar een paar minder geslaagde hoge noten deden toch wat afbreuk aan zijn prestatie. Als Pilade hoorden we met Chuan Wang een beloftevolle Chinese tenor.
Net als bij Armida vraagt de titelrol in Ermione veel van de vertolkster. Serena Farnocchia is geen coloratuurparkietje maar een zangeres die zich met alles wat ze heeft in de rol smijt en er in dit geval als overwinnaar uitkomt. Haar dramatische uitbraken in het laatste bedrijf zullen dan misschien geen schoonheidsprijs winnen, ze zet een hartstochtelijke vrouw van vlees en bloed op overtuigende wijze neer. Haar vervloeking van Oreste in de finale gaat door merg en been. Groot muziektheater ! De Italiaanse mezzo Aurora Faggioli wist zich, ondanks een gave techniek, minder goed door te zetten dan haar collega’s.
Al bij al een prachtige voorstelling van een opera die nog te onbekend is bij het grote publiek. Laten we hopen dat de CD’s die Naxos zal uitbrengen recht kunnen doen aan deze schitterende opera-avond.