Violetta
een karakterstudie

VAN STOEPHOER TOT STERKE VROUW
La Traviata is een tragisch verhaal over de courtisane Violetta Valéry, die haar leven opgeeft uit liefde voor de jonge edelman Alfredo Germont, maar uiteindelijk stervend aan tuberculose afstand van hem doet onder druk van zijn familie, waarna ze te laat door hem wordt vergeven.
Dacht u.

VERGEET DAT MAAR!
Eens werd breed geaccepteerd dat het libretto hulp biedt bij het begrijpen van een opera. Die tijd is voorbij. Het werkelijk als extramuraal mens (publiek) begrijpen van een ander intramuraal mens (protagonist), is in feite de essentie van opera. Immers, vaak lijken de dingen wat ze zijn maar nog vaker zijn de dingen wat ze lijken. Hoe dan ook, de Mens staat altijd centraal.
Tuberculose
Violetta Valéry is een typisch voorbeeld van de toegepaste tragediesociologie. Een Sterke Vrouw die haar ellende beheert met de behendigheid waarmee een vrouw anno 2025 jarenlang workshops “Grenzen Stellen – Een Verkenning” zal moeten volgen. Haar tuberculose, bijvoorbeeld, is een klinische metafoor voor de existentiële leegte van de 19e-eeuwse bourgeoisie. Dat ze er ondertussen bloed bij ophoest, is een psychosomatische vooruitwijzing naar de Eerste Wereldoorlog. Haar echte betekenis ligt in haar indrukwekkende vermogen om het repugnante demasqué der onwaarachtigheid op esthetische, quasi-esthetische wijze zo u wilt, te presenteren.

Zelfdestructieve autonomie
Alfredo is de emotioneel eruptieve persoon met een mannelijke genderexpressie die haar met Freudiaanse vanzelfsprekendheid tot moederliefde-object verheft. Zijn adoratie lijkt aandoenlijk, maar in psychoanalytische termen is het overduidelijk een geval van onbehandelde verlatingsangst. Violetta beziet deze dynamiek, therapeutisch, vanuit haar ondubbelzinnige empowerment. Ze kiest ten slotte vrijwillig voor een idyllisch leven op het platteland — het ultieme experiment in zelfdestructieve autonomie.
Oedipaal geobsedeerd
Wanneer vader Germont zijn patriarchale, semi-incestueuze interventie pleegt, toont Violetta haar ware kracht: ze internaliseert zonder protest de morele chantage van een man die oedipaal geobsedeerd is in een collaborerende maatschappij. Violetta offert zichzelf op, niet uit zwakte, maar omdat ze de superieure geestkracht beheerst van altruïstische zelfnegatie.

Sterke vrouw
De daaropvolgende vernedering op Flora’s feest (Der Kongreß tanzt) ondergaat zij als een sociologisch veldexperiment over publieke schaamtebeleving. En haar dood? Die markeert de apotheose van haar persoonlijke emancipatie. Hebben we hier te maken met een psychologische of een fysiologische dood? Een nederlaag of een triomf? Is de elegante verpakking in één symbolische climax werkelijkheid of is het de onontkoombare ontmaskering van de 19e-eeuwse bourgeoisie? Is Violetta dan niet inderdaad die werkelijk Sterke Vrouw die zich uitspreekt over de zelfgenoegzame karikatuur van de moraal der bourgeoisie – een bourgeoisie die hoogdravend preekt over plicht en kuisheid maar intussen gretig geniet van uitbuiting, pronkzucht en sociale onrechtvaardigheid en zich handig bedient van opgepoetste leugens, zorgvuldig ontworpen om de leegte, de angst voor statusverlies en de onverzadigbare honger naar macht te verbergen.

Rèspèk !
Aldus past Violetta naadloos in de traditie van Prominente Vrouwen als Mary Whiton Calkins (‘paired associates technique’), Karen Horney (contra-fallocentrisme), Anna Freud (dochter van), Melanie Klein (objectrelatietheorie), Rosalie Rayner (“Little Albert”-experiment), Margaret Floy Washburn (The Animal and Anal Mind).
Olivier Keegel

Heerlijk om te lezen, wel een woordenboek er naast!
Ha! Woordenboek hoeft niet, want dat geeft betekenissen, en om betekenis gaat het niet wanneer men over opera schrijft. Je moet een gevoel voor absurde teksten ontwikkelen. Mijn advies: veel toelichtingen bij DNO-opera’s lezen, dan komt dat gevoel vanzelf. Het is mij ook gelukt!