Een kleine bloemlezing uit de commentaren onder het artikel van Lynn René Bayley’s artikel. A is een verlicht Mens van Nu, B (vaak Bayley zelf) de opposant.
A: Stel je voor dat je zo’n oppervlakkige en starre kijk hebt op kunst. De politieke opvattingen van de auteur [ Bayley] zijn net zo reactionair zijn als haar esthetische opvattingen.
B: Wat is er “oppervlakkig” of “star” aan de aversie tegen opera’s die worden bijgewerkt naar een tijdperk of een situatie waarin ze niet thuishoren? Kunst is juist tijdloos, zoals Jon Vickers zo vaak zei: “Kunst roept vragen op, maar geeft geen antwoorden.” Die Meistersinger speelt zich af in de tijd van de Meistersingers in Duitsland. Het speelt zich niet af in de late 19e, late 20e of vroege 21e eeuw. Don Carlo speelt zich af tijdens het bewind van Koning Filips II in de 16e eeuw. Het is onzinnig om deze verhalen, of welke andere dan ook, bij te werken. U, als toeschouwer, wordt verondersteld de achtergrond te kennen en deze gebeurtenissen en de onderlinge relaties van de personages, indien u wenst, te projecteren op uw eigen, individuele leefwereld. Dat is wat echte kunst is. Regietheater is een stelletje snotterige psychoten: “Kijk eens hoe raar en walgelijk ik dit kan maken” of “Laten we ons verkleden en doen alsof de Rheintöchter sletterige New Yorkse hoeren zijn.” Ik hoef Jemmy in Guillaume Tell niet te zien met twee wc-brillen aan weerszijden van haar hoofd, terwijl Tell aanlegt om de pijl op haar af te schieten. Dit is niet “tot nadenken stemmend”; het is perverse onzin. Zeker, je kan producties opvoeren met minimale decors, fantasierijke belichting en soms fantasierijke kostuums zolang de plot van de opera niet historisch is. Niemand heft het recht om een klassieke opera te perverteren, net zomin als men het recht heeft om van Tom Sawyer en Huck Finn homoseksuele minnaars te maken.
Often Zauberflötitis patients fell into the hands of quacks.
A: Dom. Echt dom, zulke hatelijke opmerkingen. Er is genoeg museale [!] opera te vinden voor jullie allemaal … stop met klagen als niet alles naar JOUW zin is ….
B: Nee, ik zal niet stoppen met klagen want erbij verzonnen idioterie en perversie hebben geen plaats in opera. Klassieke opera’s zijn niet het bezit van hen die ze willen verwoesten en verdraaien. “Museale opera”? Waar heeft u het in godsnaam over? In oude opera’s worden universele waarheden over kunst en persoonlijke relaties uiteengezet, die u als kijker/luisteraar moet interpreteren en ad libitum toepassen op wat u maar wilt. En men deze opera’s in verband brengt met naakte dames en heren, nazi’s, krankzinnigengestichten en reusachtige knaagdieren, dan is degene die daar vrede mee heeft degene die haatdragend is en de samenleving en menselijke relaties als geheel wil perverteren. Als het artikel [van Bayley] u niet bevalt, lees het dan niet. Begin uw eigen blog en verspreid uw krankzinnige onzin. Of, zoals ik al eerder zei, schrijf uw eigen opera’s die overeenkomen met uw krankzinnige visies op de maatschappij en laat de klassiekers met rust. U hebt gewoon niet het recht om geweldige kunst te verpesten.
A: Maar denk je niet dat elke opera, op een gegeven moment, zijn einde bereikt? Ik vond moderne ensceneringen altijd nodig om een genre in leven te houden dat, anders Adorno’s voorspelling, anders zou leegbloeden en ineenstorten. Natuurlijk kan iemand zijn eigen opera schrijven, maar de realiteit is dat negentig procent van de opera’s die gespeeld worden, van componisten zijn die al meer dan honderd jaar dood zijn. En het aspect van trouw aan het origineel kan heel goed bereikt worden zonder de woorden die zo vaak herhaald worden dat ze daardoor betekenisloos worden. Ik begrijp de frustratie over de “schokkende beelden” die fantasieloze regisseurs hanteren, maar de veroordeling van het hele regietheater lijkt me wat t ever gaan. Er valt immers veel te leren van dit soort nieuwe interpretaties! Zelfs als het laboratoriumratten zijn die Lohengrins onthechting van het e sterfelijke belichten.
Don Giovanni at the funny farm. (Where Dmitri Tcherniakov should have been.)
Leo Riemens schreef het reeds bij de introductie van de tweede druk van zijn Groot Operaboek in 1960 en ik citeer letterlijk : ” Toen de aankleding van een opera conventioneel was en volgens de voorschriften van de auteurs was, bleef deze steeds aangepast aan de voortschrijdende tijd. Hoe historisch accuraat een kostuum of decor ook bedoeld was, toch kon men onmiddellijk zien uit welke tijd het dateert. De tegenwoordige aankleding – die vaak dwars tegen alle logica ingaat – ( om te zwijgen van de bedoeling der auteurs ) veroudert echter nog veel sneller, zodat het nu noodzakelijk is… Read more »
Eigenlijk is deze passage van Riemens gewoon logisch: “De beste enscenering is mijns inziens echter nog steeds diegene die volkomen in overeenstemming is met de gegeven voorschriften van het werk, en die welke het dichtst de geest van het werk benadert. Verre van de opera aan te passen aan de nieuwe tijd, dient de nieuwe tijd zich aan te passen aan het werk dat het beleven wil. Als men daartoe niet in staat is, blijft altijd de oplossing : nieuwe werken van deze tijd scheppen.” Maar ja, Riemens was dan ook een kenner.
Eens met mevrouw Bayley. Toen ik als tiener naar de opera ging, heb ik nooit gedacht dat ik iets miste en dat er nodig iets veranderd moest worden. Nu heb ik dat heel vaak wel. Ik mis de producties van “vroeger”. Is dat omdat ik te oud ben voor die rotzooi of was het vroeger toch meer genieten? En ja, pleeg geen plagiaat maar creëer zelf. Dan kan ik kiezen, nu moet ik steeds afwachten wat me te wachten staat. Volgende week naar Wenen, we houden ons hart vast maar hoop doet leven.
De voorvechters van Regietheater willen van het discours een generatieconflict maken, maar in die val moeten we niet trappen. De conflicten spelen zich af op het vlak van repect (voor componist, librettist), kennis, snobisme, kuddegedrag, onwetendheid en obsessieve moderniteit. Oudere operaliefhebbers zijn bekend met alle regievormen en -misvormingen die in de laatste +/- 50 jaar hebben plaatsgevonden. Het heilige (i.c. Amsterdamse) Jonge Publiek heeft nooit een librettogetrouwe uitvoering gezien. Men weet niet beter…
Ach, ik was toen een “mens” van nu.
zeker, maar “het toen” gaf zicht op hoe opera ook kan!
Men moet als jong mens niet blindelings naar de opera gaan.Men moet hem eerst goed leren kennen, thuis, van een goede opname met goede zangers, met het libretto in de hand, liefst in drie of vier talen, zodat men het het verhaal kent en de tijd waarin het zich afspeelt en gedirigeerd door een goede dirigent die de stijl van het werk beheerst En liefst met een goed verklarend operaboek op de schoot. Men moet zijn basisrepertoire rustig thuis opbouwen en kennis nemen van de stemsoorten en de zangstijlen, weten wat de rol van het koor is en welke operagenres… Read more »
Met de wijze van voorbereiding zoals u die verwoordt, ben ik het van harte eens. Minimaal het verhaal bestuderen, en enkele muzikale passages van tevoren beluisteren is wel het minimum. Als ik zo de opmerkingen rond mij hoor tijdens een uitvoering in het Amsterdamse Muziektheater, is zulk een voorbereiding geen usance meer. Men gaat naar een “event”, en leest hoogstend in een flyer waar de volgende akte over gaat.
Daar gaat het hem juist om. Men gaat naar de opera – soms voor veel geld – en men weet slechts zeer van verre waarover het gaat. En men gaat gekleed zoals men van het tennisveld komt of van de bowling,in vrijetijdskleding.Het respectueuze dat de opera steeds gekenmerkt heeft is verdwenen.Wie eraankomt, degelijk gekleed, en met een stropdas, gewoon uit respect voor de kunst en de muziek wordt bekeken als een rariteit van vijftig jaar geleden.Het respect voor componist en librettist, de kennis van het werk en het repertoire, zijn vervangen door snobisme,de idee er bij te willen horen, maar… Read more »
Spijker op de kop! Mooi verwoord. Wat betreft “Anderzijds is het wellicht ook zo dat bepaalde operadirecties, regisseurs en costumiers maar al te graag zo’n onwetend publiek in de zaal hebben, want die kunnen ze wijsmaken wat ze willen!”: u mag het “wellicht” gerust weglaten. Ik ken in ieder geval één operahuis, bij mij om de hoek, waarvoor dit een leidend principe is.
Als late opera liefhebber, kan je ook jongere aantrekken met moderne technieken, tijdens de opera Aida in Verona gaan de geliefden (finale) naar de kelder, door de video techniek keek ik mijn schoondochter aan, gaan wij nu afdalen, of de parterre langzaam naar beneden gaat.
Ja, voorbereiding op een opera is gewenst, wie zijn de solisten, en regisseur!
Ah, Willem, echte zangliefhebber! Ben aangenaam verrast door je ‘wie zijn de solisten’. Vroeger, toen ik voor het seizoen losse kaarten bestelde, liet ik mijn keuze hierbij op de eerste plaats van de bezetting van de hoofdrollen afhangen. Bij een mij onbekende zanger was ik aangewezen op het jaarlijkse namensupplement bij m’n abonnement op het Engelse tijdschrift Opera. Wat ‘n luxe tegenwoordig: internet , YouTube. Wat de regisseur betreft: was vroeger niet zo’n probleem als tegenwoordig. Diens naam alleen is helaas geen garantie want ook beruchte librettoverkrachters blijken wel eens voor ‘n pruimbaar product te zorgen. Zalig de zorgelozen, ze… Read more »
Goedemorgen Kersten,
Ook in het verkeer moet je blijven opletten, een bezoek aan een opera is ze goed voorbereiden, vooraf kies ik bijvoorbeeld Lisette Oropesa en kijk ik of deze opera en/of concert binnen ongeveer 1000 km, bij voorkeur met de trein is te bereiken.
Of omgekeerd welke opera. December jl. naar Dresden voor Lisette, helaas ziek, Jessica Pratt ook geweldig.