AIDA IN VERONA
Dirigent: Marco Armiliato
Regie: Franco Zeffirelli
Aida: Anna Netrebko
Il Re: Simon Um
Amneris: Olesya Petrova
Radames: Yusif Eyvazov
Ramfis: Rafał Siwek
Amonasro: Amartuvshin Enkhbat
Un messaggero: Francesco Pittari
Sacerdotessa: Yao Bohui
Orchestra, Coro, ballo e tecnici della Fondazione Arena Di Verona
Bezochte voorstelling: 28. Juli 2022, Verona
Muziek: 3,5*
Regie: 5*
AIDA
Sinds de oprichting in 1913 is op het operafestival in de Arena van Verona Giuseppe Verdi’s Aida veruit het vaakst uitgevoerde werk gebleven. De weelderige decors, de grote menigtes op het toneel en, in het verleden, de olifanten tijdens de triomftocht zijn altijd de specifieke kenmerken geweest die veel operaliefhebbers nog steeds zullen associëren met Aida in Verona. Om het publiek wat afwisseling te bieden heeft de Arena verschillende Aida-producties op het repertoire. Zo blijft, behalve het historische decor uit 1913, de productie van Franco Zeffirelli uit 2002 populair, met dit jaar een gastoptreden van Anna Netrebko als hoogtepunt. Na haar optredens in Il Trovatore in 2019 en Turandot in 2021 zou ze nu ook in Verona voor het eerst de Ethiopische prinses belichamen die tot slavin werd gemaakt aan het Egyptische koninklijke hof.
De wereld waarin Franco Zeffirelli, die in 2019 overleed, het publiek meeneemt, is zoals altijd bij deze regisseur ronduit adembenemend. Zeffirelli plaatst een enorme geabstraheerde piramide van gouden staven in het centrum van het decor. Voor de piramide is er echter voldoende ruimte om de tragische geschiedenis op ontroerend wijze over het voetlicht te brengen. De vereiste intieme setting komt tot leven, met op de achtergrond op verschillende niveaus geplaatste platforms en hellingen voor de koren, wat een akoestisch schitterend effect oplevert. Door de piramide te draaien kunnen scènewisselingen snel plaatsvinden. Anna Anni’s (1927-2011) kleurrijke, maar streng-archaïsche kostuums voeren het publiek mee naar het sprookjesachtige Egypte van de farao’s. Het visuele hoogtepunt is ongetwijfeld, zoals altijd, de “Triomfmars”, en men verbaast zich nog steeds over de virtuositeit waarmee Zeffirelli en choreograaf Vladimir Vasiliev het koor, de figuranten en dansers een buitengewoon indrukwekkend spektakel laten uitvoeren.
La Bellissima
Anna Netrebko is momenteel zonder twijfel op haar vocale hoogtepunt. Haar Aida sluit naadloos aan bij de vertolkingen van haar grote voorgangsters; ze laat het publiek a.h.w. meegenieten van de grote diva’s uit vervlogen tijden. Met haar donkere timbre en haar schitterende sopraan, die schijnbaar moeiteloos van register naar register dartelt, overtrof de sterzangeres alles wat zich verder nog in deze voorstelling aandiende. Dat begon al met het terzet, toen Netrebko het publiek meteen inpalmde met haar charismatische presence en haar uitmuntende acteerkwaliteiten. Ze gaf de veelvuldige tempowisselingen van “Ritorna Vincitor” net zo meesterlijk vorm als de moeilijke registerwisselingen in de beroemde “Nijl-aria”, die zij bekroonde met een moeiteloze hoge C. In de volgende duetten met Amonasro en Radames slaagde ze erin de ontreddering, het drama en de tederheid op ontroerende wijze gestalte te geven. Met zo’n voorbeeldige vertolking van de titelheldin had de rest van het peloton moeite om aan te haken.
Yusif Eyvazov – zijn timbre zal altijd een kwestie van smaak blijven – slaagde er als Radames in een solide vocale prestatie neer te zetten. Helaas werden zijn bijdragen herhaaldelijk ontsierd door een onnauwkeurige intonatie. Toch mag niet onvermeld blijven dat het moeilijk te zingen “morendo” aan het eind van de aria “Celeste Aida” goed geslaagd was en dat zijn optreden duidelijk in intensiteit toenam in het duet van de derde akte en ook in de scène met Amneris aan het begin van de vierde akte. Olesya Petrova trakteerde ons als Amneris op een volklankige mezzosopraan, maar neigde soms naar schrilheid, bijvoorbeeld in de grote confrontatie met Aida “Fu la sorte dell`armi”. In de dramatische gerechtsscène klonk Petrova toch weer super-de-luxe en maakte zij de wanhoop van de dochter van de farao duidelijk voelbaar. Amartuvshin Enkhbat gaf als Aida’s Vader Amonasro een lesje “Verdi zingen”; hij was met zijn krachtige maar soepele en gecultiveerde bariton een absolute luxe casting voor de wat ondankbare rol van de Ethiopische koning. De bas van Rafał Siwak (hogepriester Ramfis) daarentegen miste de inktzwarte dreiging die deze rol vereist, terwijl Simon Lim als de Farao vocaal nogal terughoudend bleef. Aan de andere kant maakten Yao Bohui als de Sacerdotessa en Francesco Pittaro als de boodschapper een zeer goede indruk.
De door Ulisse Trabacchin ingestudeerde koren klonken schitterend en plechtig. In de triomfscène vormde “de lotus verbonden met de laurier”, gezongen door het dameskoor met zijn zoet klinkende exotisme, een prachtig contrast met het vlijmscherpe priesterkoor. Daarentegen kwamen er weinig inspirerende impulsen uit de orkestbak: wat de ervaren Marco Armiliato, zeer gewild in operahuizen over de hele wereld, ons met zijn orkest bood, was vaak niets anders dan monotone routine. Wij misten de verfijnde kleuren van Verdi’s meesterlijk gecomponeerde oriëntalismen, de kunstige ritmes van de triomfscène klonken niet bijzonder opzwepend; de dramatische intensiveringen vonden hun oorsprong bepaald niet uit de orkestbak. De anders zo adembenemende finale van akte 3, “Tu Amonasro! Tu il re!” bijvoorbeeld, waarin de tragische gebeurtenissen over het toneel worden uitgestort, zagen (hoorden) wij zelden zo bleek uitgevoerd.
Nadat grote delen van de avond zich onder een heldere sterrenhemel hadden afgespeeld, kondigde zich aan het begin van de vierde akte, zo rond middernacht, een storm aan. Het gevolg was dat veel bezoekers (waarschijnlijk het toeristenpubliek?) tijdens de voorstelling op luidruchtige, dus storende wijze de arena verlieten. Midden in het laatste duet begon het te regenen, zodat de voorstelling helaas 5 minuten te vroeg beëindigd moest worden. De arena liep binnen een paar minuten helemaal leeg, er was geen applaus meer voor de zangers, zodat Anna Netrebko’s fenomenale vocale prestatie niet de erkenning kon krijgen die ze verdiende. Hoe graag had men gewild dat, ondanks de lichte regen, tenminste de zangers zich nog eens zouden hebben laten zien. In plaats daarvan beleefden we een doodgebloed en bijna onwaardig, maar zeker irritant einde van een op zichzelf interessante opera-avond.
Heerlijk om te lezen, even is het niet peloton? Bij de brandweer zijn 4 eenheden een peloton.