Callas: highly overrated

De beste Lucia (Lucia di Lammermoor) aller tijden? Callas ! De beste Norma ? Callas ! De beste Tosca ? Callas ! De beste Violetta (La Traviata) ? Callas !

You can have any review automatically translated. Click the Google Translate button (“Vertalen”), which can be found at the top right of the page. In the Contact Page, the button is in the right column. Select your language at the upper left.

De heilige, onaantastbare Callas. Verbluffend, opwindend, magnifiek, grillig, hartverscheurend, schrijnend, aangrijpend, briljant, raadselachtig, schitterend,  prachtig, ongeëvenaard, onvergetelijk, onstuimig, stralend. Dan zijn we er wel zo’n beetje.

Dus de vraag “heeft Callas een prachtige stem” beantwoordt zichzelf: ja, natuurlijk! Beter gezegd: nee, helaas niet! In de bovengenoemde signature roles (er zijn er meer), geven wij de voorkeur aan Gruberova, Gencer of Dessay (Lucia), aan Caballé of Sutherland (Norma), aan Kabaivanska of Price (Tosca) en aan Cotrubas (Violetta), of vul uw favoriete sopraan in uw woon- of verblijfplaats maar in.

Callas was voor alles een icoon, een idool. Een artiest met in haar persoonlijke leven ups en downs van apocalyptische proporties, die door haar fans met graagte werden geprojecteerd op haar optredens. Want een kunstenaar moet lijden. Tosca moet niet “mooi” gezongen worden, zo luidt de redenering, maar “met karakter”. Alsof de sopranen die eenvoudigweg beter zongen dan Callas, geen karakter in deze rol zouden kunnen leggen.

Callas werd op deze manier de favoriet van iedereen die van zichzelf vindt dat hij begrijpt waar het in het leven omgaat, want als je Callas-fan bent, gaat je interesse verder dan de fraaie stem, het gaat je om “heel de mens”. Kortom, je bent niet van de straat. De eigenaar van dameskapperszaak “Chez Eugène” serveert zijn clientèle op de vrijdagmiddag een sjardoneetje en laat “Casta diva” door de zaak klinken, een track van “De Allermooiste Operamelodieën”. “Wááánzinnig, perrrfect hè dames!” roept de kapper-kenner en stapt in zijn Renault Fuego, de dameskapperauto bij uitstek.

Maar Callas was verre van perfect. Domingo zei over haar: “Her voice was not beautiful in the current meaning.” Onzes inziens mogen we “in the current meaning” gerust weglaten. Het is haast onvoorstelbaar, in ieder geval uit het historisch operabewustzijn verdrongen, maar in de jaren vijftig, tijdens haar tweede Norma in de MET, gooide het ontevreden publiek knollen en wortels naar La Prima Donna Assoluta.

Callas is een internationale operaheldin geworden, vergeten zijn de optredens in de MET waar zij niet regelmatig, maar altijd op boegeroep getrakteerd werd. Meestal kreeg zij ook een slechte pers voor haar optredens in de MET. Haar uitvoering van “Casta Diva” is nu een nec plus ultra geworden, de meetlat waar elke ander versie langs wordt gelegd, maar bij haar MET-debuut in Bellini’s Norma werd zij uitgejouwd vanwege de wobble (ontspoord vibrato) in haar stem. Een euvel dat haar nooit zou verlaten.

Naast de wobble zijn er ook nog de eenvoudigweg lelijk te noemen klanken met scherpe, fragiele randen. En altijd weer die wobbel. Luister naar het eind van de waanzinsscène in

Lucia di Lammermoor: Callas kapt de laatste noot af met een krasserige, onaangename klank.

Callas-adepten geven dan wel eens toe dat zij vocaal niet perfect was, maar prijzen haar inlevings- en acteervermogen. Wij weten dat nog zo net niet, wij horen en zien in Callas toch vooral: Callas. Niet zozeer het karakter dat zij speelt en zingt, maar eerder een karikatuur van zichzelf. Die overmatige “Callas-aanwezigheid” werd wellicht in stelling gebracht om haar vocale imperfecties te verdoezelen of een tegenwicht te vormen tegen de wél mooie, en in ieder geval mooiere, stemmen, zoals die van Tebaldi. Neem haar alom  geprezen aria “Vissi d’Arte”. Al huilerig voordat er één noot gezongen is. Van dik hout zaagt men planken. Callas-fans houden van Callas om Callas, maar zij moeten toch toegeven dat de stem hier niet fraai rond en vol is. (Noch zuiver, for that matter.)

Laten we het nog even over de hoge noten van mevrouw hebben. Die zijn verre van pico bello, en haar timbre wekt bij velen, althans enkelen, althans bij ons, de nodige irritatie. In 1950 schreef het dagblad “Corriere Lombardo” over Callas’ Aïda: “Ze heeft een onduidelijke dictie, en ze forceert haar hoge noten, waarbij haar intonatie ernstig in gevaar komt.”

En over haar Norma in Mexico, in hetzelfde jaar, schreef de krant  “El Universal”: “Ze heeft een overheersende podiumaanwezigheid (…), maar haar timbre is onevenwichtig en niet altijd even prettig voor de toehoorders.”   In 1956 schreef “Musical America” over haar Lucia di Lammermoor: “Wij waren niet bepaald onder de indruk van haar zeer onevenwichtige en vaak ronduit onfraaie stem en haar egocentrische acteren. Het leek er meer op dat Lucia di Lammermoor de rol van Callas vertolkte dan andersom.”

Callas heeft zich zelf ook uitgelaten over de stem: “It’s not enough to have a beautiful voice.” Wij zouden eraan willen toevoegen: “But it helps!”

 

Olivier Keegel
25-01-2021

Naschrift: paardenhoofden kunnen tijdens kantooruren worden afgeleverd ten burele van Opera Gazet. Onze buitendienst zorgt ervoor dat deze nog voor de avondklok worden afgeleverd in het bed van schrijver dezes.

 

We like to get in touch with our readers. Please add a comment under this article and/or rate the article with 1 to 5 stars. Scroll down.

4.6 9 votes
Article Rating
Olivier Keegel

Editor-in-Chief

Chief Editor. Does not need much more than Verdi, Bellini and Donizetti. Wishes to resuscitate Tito Schipa and Fritz Wunderlich. Certified unmasker of directors' humbug.

No Older Articles
No Newer Articles
Subscribe
Notify of
guest

20 Comments
Newest
Oldest Most Voted
Inline Feedbacks
View all comments