Francesca da Rimini
FRANCESCA DA RIMINI “Dramma per musica” in twee bedrijven van Saverio Marcadante. Première / Eerst uitvoering in Duitsland 26 februari 2023. Libretto van Felice Romani.
Musikalische Leitung: Ramón Tebar
Inszenierung: Hans Walter Richter
Francesca: Jessica Pratt
Paolo: Kelsey Lauritano
Lanciotto: Theo Lebow
Guido: Erik van Heyningen
Isaura: Karolina Bengtsson
Guelfo: Brian Michael Moore
Dansers: Gabriel Wanka, Annalisa Piccolo, Bernardo Ribeiro
Chor der Oper Frankfurt
Frankfurter Opern- und Museumsorchester
You can have any review automatically translated. Just click on the Translate button,
which you can find in the Google bar above this article.
Muziek: 5*****
Regie: 4****
Reacties zijn welkom, bij voorkeur onder dit artikel en niet op Facebook, waarvan de meeste recensenten geen lid zijn.
Een opera gecomponeerd in 1831 met een wereldpremière in 2016 ? Het lijkt wel de natte droom van elke liefhebber van rariteiten uit het belcantorepertoire. En toch bestaat het: Mercadante’s Francesca da Rimini werd pas recentelijk ontdekt en Frankfurt is pas de derde plaats waar deze opera opgevoerd werd. Een gelegenheid die we uiteraard niet aan ons voorbij konden laten gaan !
De naam van Mercadante doet vandaag nog bij weinig operaliefhebbers een belletje rinkelen. Geboren in 1795 en met een carrière van zowat 40 jaar als componist was hij een tijdgenoot van de grote drie, Rossini, Bellini en Donizetti, maar hij was ook nog actief ten tijde van Verdi. Hoewel hij misschien net het tikkeltje genialiteit van dit viertal miste, was hij behoorlijk succesvol in zijn tijd en is zijn output, bijna 60 opera’s, consequent kwaliteitsvol. Bovendien schreef hij in het midden van zijn carrière enkele reformopera’s waarbij hij duchtig experimenteerde met de vorm en de orkestratie van zijn muziekdrama’s; daarmee sloeg hij eigenlijk de brug tussen de nummeropera’s van Rossini en het Verdiaanse drama.
Francesca da Rimini dateert zoals gezegd uit 1831 en over de reden dat het werk nooit eerder opgevoerd werd, bestaan verschillende theorieën. Feit is dat de opera geschreven werd voor Madrid maar Mercadante onverwacht vroeger terugkeerde naar Italië. Daar bood hij het werk aan voor opvoeringen in de Milanese Scala maar vermoedelijk pasten de rollen niet bij de vocale mogelijkheden van de zangers die op dat moment in Milaan geëngageerd waren, waardoor de onderhandelingen afsprongen en de compositie voor meer dan 180 jaar in de kast verdween.
Muzikaal zijn we met Francesca da Rimini nog ver van de reformopera’s waarvan we reeds melding maakten. Indien men ons voor het aanhoren van het eerste bedrijf had gezegd dat het om een herontdekte opera van Rossini ging, zouden we dit zonder aarzelen geloofd hebben. Het tweede bedrijf neigt wat meer richting Bellini en vooral Donizetti, maar er worden geen bakens verzet: de opera zit goed in elkaar, er valt heel wat mooie muziek te genieten en de drie hoofdrolspelers hebben tijdens de drie uren dat het werk duurt, de nodige passages om hun kunnen te tonen. Dit alles wordt afgewisseld met enkele opmerkelijke tussenkomsten van het koor.
Het verhaal van Francesca da Rimini komt uit de Divina Commedia van Dante en is wel vaker op muziek gezet door onder andere Rachmaninov en Zandonai. Wat ons opviel bij de opera van Mercadante is dat de opera later in het originele verhaal inpikt: de episode waar Francesca en Paolo hun liefde ontdekken wordt overgeslagen, waardoor enkel het gedeelte met kommer en kwel overblijft. En dit voelden we aan als een sterk minpunt (dat op zich natuurlijk niets zegt over de kwaliteit van het werk of de uitvoering): de voorstelling was eigenlijk een drie uur durende klaagzang van de hoofdpersonages zonder één enkel moment van hoop of positiviteit.
Dit gevoel van wanhoop werd nog versterkt door de duistere, claustrofobe regie van Hans Walter Richter, die het verhaal bijna omvormde tot een soort gothic novel. Hij ging uit van drie parallel lopende drama’s: dat van de gefrustreerde Lanciotto, zijn broer Paolo die moet kiezen tussen zijn liefde voor Francesca of die voor zijn broer, en uiteraard Francesca die moet kiezen tussen een echtgenoot van wie ze niet houdt en een minnaar. Een verdedigbare keuze die ondersteund werd door een sterke personenregie en een adequaat toneelbeeld van Johannes Leiacker. Hoewel een mix van klassieke en moderne elementen werd het verhaal respectvol en helder verteld.
De solisten werden van op grote afstand aangevoerd door de Australische sopraan Jessica Pratt, onlangs nog in de Luikse opera te zien in Bellini’s La sonnambula. Zij is een echte specialiste in dit soort werk en stort zich met hart en ziel in haar personage. Coloraturen, lyrische passages, hoge noten, Pratt beheerst het hele arsenaal tot in de kleinste details. Enkel de soms wat scherpe topnoten deden iets af aan een voor de rest perfecte vertolking.
De Amerikaanse tenor Theo Lebow was een uitstekende bezetting als de slechterik Lanciotto. Het is een moordende rol, we moesten meer dan eens denken aan de Nozzari-rollen bij Rossini (Antenore, Pirro, Leicester) met hun octaafsprongen en coloraturen. Lebow moest echt wel tot het uiterste gaan en kwam soms op de rand van zijn vocale mogelijkheden maar wist uiteindelijk indruk te maken.
In de travestierol van Paolo hoorden we de jonge Japans-Amerikaanse mezzosopraan Kelsey Lauritano. Hoewel het haar stem enigszins aan volume ontbreekt, lijkt zij voorbestemd voor een mooie carrière in dit soort werken. Vocaal perfect gecast en met het nodige dramatische engagement kon ze aan het einde van de voorstelling op veel bijval van het overigens niet zo talrijk opgekomen publiek rekenen.
De andere rollen in Francesca da Rimini zijn enkel episodisch. Toch konden we kennis maken met enkele beloftevolle aanwinsten van het huisensemble van de Oper Frankfurt: de bas Erik Van Heynigen als Guido, de vader van Francesca, en vooral de Zweedse sopraan Karolina Bengtsson wiens tussenkomsten naar meer smaakten.
Het Frankfurter Opern- und Museumsorchester en het huiskoor stonden onder de bezielende leiding van Ramon Tebar die zijn overwegend jonge cast enthousiast ondersteunde en vermeed dat, waar nodig, de orkestklank de stemmen onhoorbaar maakte. Perfect parcours ook van het koor.
Er zijn begin april nog twee voorstellingen van Francesca da Rimini in Frankfurt en voor de nieuwsgierige operafan is dat een no brainer. Al zal het dan zonder Jessica Pratt moeten, de titelrol wordt overgenomen door de Russische sopraan Anna Nekhames. Maar laat dat vooral geen beletsel zijn !