PELLÉAS ET MELISANDE
Debussy’s lyrische drama Pelléas et Mélisande, geregisseerd door Eric Ruff, algemeen directeur van de Comédie française en een gevierd regisseur, ging in 2017 in première in Parijs, in het Théâtre des Champs Élysées. Daarna werd de productie opgevoerd in Dijon, en op 28-1 in Rouen, en in een volgend seizoen ook nog in het Capitole de Toulouse. Deze opera, bekend om de mysterieuze sfeer, wordt nu uitgevoerd door vertolkers van wie de meeste hun rol voor het eerst zingen. Dit is het geval voor de drie voornaamste protagonisten en voor Geneviève. En deze frisse inbreng gecombineerd met het vakmanschap van de artiesten maakt een overweldigende indruk.
You can have any review automatically translated. Click the Google Translate button (“Vertalen”), which can be found at the top right of the page. In the Contact Page, the button is in the right column. Select your language at the upper left.
Pelléas et Mélisande. Opera in 5 aktes van Claude Debussy. Libretto van Maurice Maeterlinck naar zijn gelijknamige toneelstuk. Voor het eerst opgevoerd op 30 april 1902 in de Opéra Comique te Parijs. Gerecenseerde voorstelling (stream) van 28/01/2021. Opéra de Rouen Normandie (Frankrijk).
Mélisande : Adèle Charvet
Pelléas : Huw Montague Rendall
Golaud : Nicolas Courjal
Arkel : Jean Teitgen
Geneviève : Lucile Richardot
Yniold : Anne-Sophie Petit
Le Médecin, le Berger : Richard Rittelmann
Orchestre de l’Opéra de Rouen
Chœur de l’Opéra de Dijon
Dirigent : Pierre Dumoussaud
Regie : Eric Ruf
Muziek : **5**
Regie : **4,5**
Het talent van Adèle Charvet kwam, zoals wij al vermoeden op grond van haar eerdere rollen en haar succesvolle album Long Time Ago, tot volle bloei als Mélisande. Haar heldere mezzo is verfijnd en vitaal, als een rijpe vrucht. Haar delicate frasering geeft de teksten een bijzondere vorm en een mysterieuze diepte. In de perfecte dictie vibreert een poëtische warmte, die op zichzelf al muziek is. Haar subtiele gebaren benadrukken de kwetsbaarheid van het personage, dat gekleed gaat in jurken in Klimt-stijl. De Mélisande van Charvet is een fragiel, instinctief en angstig wezen, een ontregelde prinses die probeert te ontsnappen aan een verleden van angst en pijn om vrede en licht te vinden.
Redding moet komen van de tedere en pure Pelléas van de Engelse Huw Montague Rendall, een regelrechte openbaring, met een onberispelijke Franse uitspraak. Hij is geboren in Engeland en de zoon van de Britse mezzosopraan Diane Montague, die ooit Mélisande zong. De piepjonge bariton brengt een Pelléas met een helder en zuiver muzikaal karakter. Hij heeft de juiste stem voor de rol, jeugdig, teder en soepel, en brengt het Debussy-idioom met jeugdige elegantie. Samen met Adèle Charvet vormt hij een paar dat ontroert: hun leeftijd en hun wederzijdse kwetsbaarheid brengen de tragische spanning van libretto en partituur tot een climax.
Nicolas Courjal belichaamt de rol van Golaud met klasse, diepgang en helderheid van expressie die bewondering afdwingen. Deze Golaud is niet alleen jaloers, maar ook sidderend, verliefd, gekweld, verscheurd en dan verblind, gewelddadig. En wat een voorbeeldige dictie ook hier weer. Lucile Richardot (Geneviève) leest in haar sobere en weelderige zwarte jurk haar brief aan Arkel voor met de eenvoud en adel van Une Dame en een moeder: een prachtig moment van lyrische zeggingskracht. Bas Jean Teitgen, die de rol van Arkel niet voor de eerste keer op zich neemt, heeft het bedaarde en diepe stemgeluid van de patriarch naar wiens wijze lessen we luisteren. De Yniold van Anne Sophie Petit ontroert met haar onschuldig-angstige interpretatie en de Zwitserse bariton Richard Rittelmann vormt op elegante wijze het sluitstuk van deze onberispelijke cast, die de taal van Maeterlinck en de muziek van Debussy met zoveel perfecte trefzekerheid opdient.
Het orkest van de Opera van Rouen geeft alle aandacht aan het betoverende karakter van de opera: poëtisch, subtiel van kleur, charmant in de schitterende nuances. Pierre Dumoussaud slaagt erin mysterie en treurnis, vloeiend ritme en de onverbiddelijke opmars van het drama met elkaar in evenwicht te brengen.
Poëtisch klimaat
Het geweldige orkestspel maakt deel uit van de poëtische sfeer die regisseur Eric Ruff oproept. Deze sfeer leent zich wellicht minder goed voor streaming. Maar toch. De personages die uit de nevelen van Allemonde te voorschijn komen, zijn gehuld in een aura van mysterie. Paden, netten, water zijn voldoende om een universum op te roepen dat aarzelt tussen fantasie en sprookje, tussen een somber verhaal en een wrede vertelling. En deze aarzeling past wonderwel bij Debussy’s muziek. Ondanks een zekere traagheid blijft de dramatische spanning krachtig voelbaar, en sommige scènes (het venster, de “fontein der blinden”, de verlatenheid van de ondergrondse gangen, de “laatste avond”) profiteren van de prachtige lichteffecten en een enscenering die men zich nog lang zal heugen.
Een aangrijpende uitvoering.